100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Begrippenlijst landelijke kennisbasistoets Nederlands $3.55
Add to cart

Other

Begrippenlijst landelijke kennisbasistoets Nederlands

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Begrippenlijst van het volledige boek 'Basiskennis taalonderwijs'

Preview 2 out of 15  pages

  • May 5, 2021
  • 15
  • 2020/2021
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Woord Betekenis
Aanvankelijk lezen De fase in het leesonderwijs waarin de kinderen de
letters aanleren en eenvoudige woorden hardop
kunnen lezen. Voor de meeste kinderen speelt het
aanvankelijk lezen zich af in groep 3.
Achtervoegsel Een gebonden morfeem dat achteraan een woord
voorkomt, bijvoorbeeld -ig of -en.
Actieve woordenschat De woorden die je gebruikt om met anderen te
communiceren, ook wel productieve woordenschat
genoemd.
Afleiding Een woord waarvan niet alle delen als zelfstandig
woord kunnen voorkomen. Bij een afleiding wordt een
gebonden morfeem (een voorvoegsel of achtervoegsel)
toegevoegd aan een woord, zodat er een nieuw woord
ontstaan, bijvoorbeeld nattig.
Akoestische identiteit De klank van een woord, zoals die ligt opgeslagen in
het woordgeheugen.
Alfabetisch Schriftsysteem waarbij de taal wordt weergegeven door
schriftsysteem de afzonderlijke spraakklanken van een woord te
noteren.
Amuseren Spreekdoel/tekstdoel waarbij de spreker/schrijver het
doel heeft om de toehoorders te vermaken, te boeien
of te ontroeren.
Analogiestrategie Spellingstrategie waarbij een woord geschreven wordt
door het te vergelijken met een ander woord.
Analyseren Taalbeschouwingstrategiën waarbij een woord, een zin
of een tekst uit elkaar gehaald wordt in onderdelen in
losse elementen.
Analyseren van een Woordleerstrategie waarbij je achter de betekenis van
woord een woord komt door het te analyseren in bekend
woorden of door te letten op bekende voorvoegsels of
achtervoegsels.
Antoniemen Woorden met een tegengestelde betekenis.
Argumentatieve tekst Tekstsoort waarin de schrijver de lezer probeert te
overtuigen van zijn standpunt.
Articulatorische De uitspraak van een woord, zoals die ligt opgeslagen
identiteit in het woordgeheugen.
Auditieve analyse De vaardigheid om in een woord afzonderlijke fonemen
te onderscheiden. Ook het herkennen van afzonderlijke
woorden in een zin en klankstukken in een woord
rekenen we tot de auditieve analyse.
Auditieve discriminatie De vaardigheid om overeenkomsten en verschillen
tussen klanken of woorden te kunnen vaststellen.
Auditieve objectivatie De vaardigheid om te reflecteren op de klankvorm van
een woord en niet op de betekenis.
Auditieve synthese De vaardigheid om losse klanken samen te voegen tot
een woord.
Auditieve vaardigheden Vaardigheden die betrekking hebben op het horen. Ze
spelen een rol bij het aanvankelijk lezen en spellen. We
kennen de volgende auditieve vaardigheden: auditieve
objectivatie, auditieve discriminatie, auditieve analyse,
auditieve synthese, temporeel ordenen en klankpositie
bepalen.
Beginnende De ontwikkeling van de geletterdheid in de groepen 1
geletterdheid tot en met 3 van de basisschool.
Begrijpend lezen Domein van het taalonderwijs waarbij het gaat om het
begrijpen van de tekst en het achterhalen van de

, bedoeling.
Begrijpend luisteren Meestal wordt de term gebruikt in de kleutergroepen
als tegenhanger voor begrijpend lezen. Een
luisterstrategie waarbij je globaal de spreker probeert
te volgen. je volgt de lijn van een betoog en let minder
op de details.
Beoordelen van teksten Strategie voor begrijpend lezen waarbij de lezer
op hun waarde antwoord geeft op vragen als: wat vind ik van deze
tekst of wat heb ik aan deze tekst?
Beoordelingscriteria De criteria op grond waarvan boeken voor kinderen
jeugdliteratuur worden beoordeeld. Belangrijke criteria zijn: literaire
criteria, pedagogische criteria en ideologische criteria.
Bepalen doel, publiek en Stelvaardigheid waarbij een schrijver van tevoren agaat
tekstsoort wat hij met zijn tekst wil bereiken, voor wie de tekst
bestemd is en daar een passende tekstsoort bij kiest.
Bepalen leesdoel Strategie voor begrijpend lezen waarbij de lezer zich
van tevoren afvraagt met welke bedoeling hij een tekst
gaat lezen.
Beschouwende tekst Tekstsoort die gaat over wat iemand vindt van iets uit
de werkelijkheid. De mening van de schrijver is van
belang.
Betoogstructuur Een tekststructuur waarin een mening of standpunt
wordt ondersteunt met argumenten.
Bottom-upmodel Theorie over het verloop van het leesproces die ervan
uitgaat dat een lezer begint met het waarnemen op het
meest elementaire niveau, dat van de letters, en
vervolgens de hogere niveaus waarneemt van de
woorden en de zinnen in een tekst.
Brabbelen Fase in de prelinguale periode waarin de baby
klankgroepen produceert zoals dadada, bababa,
mamamama en waarbij de klanken worden aangepast
aan de moedertaal.
Categoriseren Principe voor woordenschatverwerving dat kinderen
gebruiken voor het leren van woorden. Bij
categoriseren combineer je betekenissen met elkaar en
breng je woorden onder bij overkoepelende begrippen.
Classificeren Taalbeschouwingsstrategie waarbij taalverschijnselen
worden ingedeeld in een bepaalde (grammaticale)
klasse.
CLIB Cito LeesIndex voor het Basisonderwijs. Een aanduiding
voor het niveau van begrijpend lezen en de
begripsmatige moeilijkheidsgraad van een tekst.
Coderen Aspect van de stelvaardigheid formuleren, waarbij het
gaat om het correct toepassen van taalregels.
Cognitie Principe van informatieverwerking waarbij het gaat om
het verwerken van nieuwe informatie door het denken
en het koppelen aan bestaande kennis. Belangrijk is
ook het creëren van nieuwe kennis en het gebruiken
van die kennis. Het speelt een rol bij begrijpend lezen.
Cognitieve Academische Het abstracte taalgebruik, zowel in geschreven als
Taalvaardigheid (CAT) gesproken vorm dat je nodig hebt om op school nieuwe
informatie te leren.
Cognitieve functie De functie van de taal waarbij het gaat om het gebruik
van de taal als een hulpmiddel om gedachten te
ordenen en greep te krijgen op de werkelijkheid. Ook
wel conceptualiserend functie genoemd. Er zijn drie
conceptualiserende of cognitieve functies: rapporteren,
redeneren en projecteren.
Communicatieve functie De functie van taal waarbij het gaat om gebruik van de

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller risannewetzels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.55. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.55
  • (0)
Add to cart
Added