100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht jaar 1 hbo $9.98
Add to cart

Summary

Samenvatting Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht jaar 1 hbo

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

informatieve samenvatting

Preview 4 out of 41  pages

  • Yes
  • May 5, 2021
  • 41
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
Hoofdstuk 1 inleiding
1.2
Het strafrecht regelt wie straf kan krijgen en waarvoor
Strafrecht gaat over verhouding tussen burger en staat (ook bestuursrecht)
Civielrecht gaat over verhouding tussen burgers onderling

De officier van Justitie is de enige die de verdachte van een strafbaar feit voor de
(straf)rechter kan slepen. Hij is een vertegenwoordiger van het staatsorgaan dat
belast is met de vervolging van verdachten (het openbaar ministerie). Bij civielrecht
kan de burger die een civielrechtelijk geschil heeft met een andere burger, zo door
een advocaat een dagvaarding laten sturen.

Eigenrichting (het heft in eigen handen nemen) is verboden.

1.3
Het opleggen van een straf dient voornamelijk twee doelen: vergelding en
preventie.
Het kwaad dat de dader van een strafbaar feit veroorzaakt bij het slachtoffer of aan
de maatschappij als geheel, wordt door het opleggen van straf in de eerste plaats
vergolden door leedtoevoeging. Dit vergeldingsaspect kan zorgen voor een morele
genoegdoening: de dader heeft kwaad afgeroepen over de samenleving en daarom
roept de samenleving kwaad over hem.

Preventiegedachte wordt minder intuïtief aangevoeld. Mensen willen geen straf
krijgen, dus zullen zij dit gedrag dat mogelijk tot straf leidt, zoveel mogelijk
proberen te voorkomen. Het opleggen van straf zou er zo toe moeten leiden dat
minder mensen strafbare feiten plegen. Twee soorten preventie: speciale en
generale preventie.

Speciale preventie: dat een dader die in aanraking is gekomen met de gevolgen van
het overschrijden van een strafrechtelijke norm, de volgende keer zal nadenken
voordat hij nog iets dergelijks doet. (Voorkomen of ontmoedigen dat de gestrafte
wederom in de fout gaat).

Generale preventie: ook anderen dan de gestrafte lering trekken uit het feit dat er
voor het plegen van een strafbaar feit straf opgelegd kan worden. (Gestrafte moet
een voorbeeld zijn dat potentiële wetsovertreders afschrikt).

1.4
Rechtsgebied strafrecht kan onderverdeeld worden in drie delen:
Materieel strafrecht: de vraag wat een strafbaar feit is. Het materiële strafrecht
bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor kunnen worden
gestraft. Gaat in eerste plaats over strafbepalingen (bijvoorbeeld diefstal en moord).
Daarnaast behoren ook algemene leerstukken die betrekking hebben op de
uitsluiting van strafbaarheid (noodweer) en uitbreiding van de strafbaarheid (3 en
medeplichtigheid) tot het materiële strafrecht.

Formele strafrecht: strafprocesrecht of strafvordering genoemd. Bepaalt welke
regels moeten worden gevolgd wanneer een norm van het materiële strafrecht
(vermoedelijk) is overtreden. Strafprocesrecht voor grootste gedeelte geregeld in het
Wetboek van Strafvordering, regels voor de bevoegdheden van de politie, de duur

,van de voorlopige hechtenis, de inhoud van de dagvaardingen en het instellen van
hoger beroep.
Het sanctierecht: betrekking op de voorwaarden waaronder bepaalde straffen
mogen worden opgelegd en ten uitvoer gelegd. Gaat bijvoorbeeld om de vraag of voor
een bepaald strafbaar feit een taakstraf opgelegd mag worden en welke voorwaarden
de rechter precies mag stellen wanneer hij een straf voorwaardelijk oplegt. Zowel in
Wetboek van Strafrecht als in het Wetboek van Strafvordering te vinden.

1.5
Wetten in formele zin: ontstaan door regering en Staten-Generaal
Wetten in materiële zin: wetten die niet zijn ontstaan door regering en S-G (gemeente
die iets uitgevaardigd)

1.6
Wetboek van Strafrecht (Sr) kan je onderverdelen in drie hoofdonderdelen die
boeken worden genoemd. Boek 1: regelt de algemene leerstukken van materieel
strafrecht, zoals strafuitsluitingsgronden en poging. Dit zijn algemene leerstukken,
want zijn van toepassing op alle delicten die in het Wetboek van strafrecht strafbaar
zijn gesteld en in beginsel ook op alle delicten die in de bijzondere strafwetten zijn
opgenomen. Ook sanctierecht opgenomen. Boek 2 en Boek 3: bevatten uitsluitend
strafbepalingen: omschrijvingen van gedrag dat strafbaar is, met daarbij een
aanduiding van de maximale straffen die mogen worden opgelegd. Boek 2: worden
alleen misdrijven strafbaar gesteld. Boek 3: bevat uitsluitend overtredingen. Die
zijn weer onderverdeeld in titels.

Wetboek van Strafvordering (Sv) onderverdeeld in zes boeken. Boek 1: (algemene
bepalingen) worden de belangrijkste bevoegdheden tijdens het opsporingsonderzoek
gesteld. Boek 2: (strafvordering in eerste aanleg) regelt de vervolgingsbeslissing van
de officier van justitie en de hele procedure voor de berechting van een verdachte
door de rechtbank. Rechtsmiddel: is de verdachte of het OM niet eens met de
beslissing van de rechtbank, kan in bepaalde gevallen hoger beroep worden
ingesteld. Een middel om de beslissing aan te vechten bij een hogere instantie.
Boek 3: geheel gewijd aan rechtsmiddelen. Boek 6: tenuitvoerlegging.

1.7
Internationaal recht: het recht dat tussen staten geldt.
Supranationaal rechtelijk: het gaat om regels die een internationale organisatie
oplegt waar de lidstaten bij die organisatie zich aan moeten houden. (uitspraken
van EHRM en Hof van Justitie van de Europese Unie behoren tot dit supranationale
recht.

Hoofdstuk 2 inleiding materieel strafrecht
2.1
Strafbepaling bestaat uit: delictsomschrijving, een kwalificatie-aanduiding en een
strafbedreiging.
Delictsomschrijving geeft aan welke ongewenste gedraging de wetgever strafbaar
heeft willen stellen
De kwalificatie-aanduiding maakt duidelijk hoe het gedrag in juridisch opzicht
moet worden benoemd.
Strafbedreiging bepaalt welke soort straf mag worden opgelegd en wat het
maximum daarbij is.

2.2
Het vierlagenmodel:

, 1. Menselijke gedraging (MG)
2. Wettelijke delictsomschrijving (DO)
3. Wederrechtelijkheid (W)
4. Schuld (als verwijtbaarheid) (V)

Bestanddeel: Moet bewezen worden (door OM)
Element: Hoeft niet worden bewezen

1. Menselijke gedraging
Moet sprake zijn van een menselijke gedraging. Kunnen natuurlijke personen als
rechtspersonen (BV, gemeenten, stichtingen) zijn. Pas wanneer iemand door middel
van een gedraging geheel of gedeeltelijk uitvoering geeft aan dergelijke voornemens,
is voldaan aan deze voorwaarde van strafbaarheid.

In strafprocessueel perspectief: de menselijke gedraging zal uiteindelijk tot
uitdrukking moeten komen in de tenlastelegging.

Tenlastelegging: processtuk waarin staat beschreven welke gedraging de
verdachte, volgens de officier van justitie, zou hebben verricht. De feiten in de
tenlastelegging zijn de feiten die aan de verdachte verweten worden en waarvoor hij
terecht moet staan.

2. De wettelijke delictsomschrijving
Gedragingen zijn pas strafbaar als zij in de strafwet terug te vinden zijn. De
feitelijke gedraging moet een juridische duiding, een juridisch etiket krijgen. Als de
menselijke gedraging niet beantwoordt aan de (algemene) bewoordingen van een
delictsomschrijving, is strafbaarheid dus uitgesloten.

In strafprocessueel perspectief: in iedere individuele strafzaak zal de rechter de
bewezenverklaarde feitelijke gedraging uit de tenlastelegging juridisch moeten
benoemen. Dit proces heet ‘kwalificatie’. De rechter moet namelijk beslissen welk
strafbaar feit het bewezen verklaarde volgens de wet oplevert. De rechter moet na de
vaststelling dat de verdachte het feit heeft begaan (bewezenverklaring) bepalen
welke wettelijke delictsomschrijving precies van toepassing is op het bewezen
verklaarde.

3. De wederrechtelijkheid
In strijd met het recht. Als iemand niet handelt in strijd met het recht, als zijn
gedrag, met andere woorden, niet verkeerd is, dan dient er ook geen straf te volgen.
Rechtvaardigingsgrond: Er bestaat een grond om aan te nemen dat de gedraging
niet wederrechtelijk was. (Uitzonderlijke gevallen) Is er sprake van een
rechtvaardiging?

4. De schuld
Niemand mag gestraft worden zonder dat hij een bepaalde mate van schuld heeft.
Schuld in deze zin moet dan worden opgevat als verwijtbaarheid. Als iemand
redelijkerwijs een andere optie had dan het overtreden van de wet, dan bestaat er
verwijtbaarheid. Evenals voor de wederrechtelijkheid geldt voor de verwijtbaarheid
dat deze verondersteld wordt aanwezig te zijn door het vervullen van de
delictsomschrijving. Schulduitsluitingsgronden: de redenen om aan te nemen dat
het vervullen van de delictsomschrijving niet verwijtbaar is.

2.3 Legaliteit en interpretatie

, Legaliteitsbeginsel: houdt in dat een persoon alleen gehouden kan worden aan
wetsbepalingen die al bestonden op het moment dat die persoon datgene doet
waarop die wet betrekking heeft.
Het gedrag is pas strafbaar als het ten tijde van het begaan van het feit in de wet
strafbaar is gesteld. -> het verbod van terugwerkende kracht. Alleen gedragingen
verricht ná invoering van de strafbepaling zijn strafbaar. De precieze inhoud van het
bestanddeel ‘schennis van de eerbaarheid’ is, zoals bij veel wettelijke termen, een
kwestie van interpretatie.

Belangrijkste interpretatiemethoden zijn:
• Wetshistorische: om te kunnen bepalen wat de inhoud is van een
wetsbepaling, wordt gekeken naar de totstandkomingsgeschiedenis van de
bepaling in kwestie. Meestal wordt dan gekeken naar de Kamerstukken,
zoals de memorie van toelichting bij een wetsvoorstel.
• Grammaticale: hierbij wordt de inhoud van de wet bepaald aan de hand van
de taalkundige betekenis van de woorden in de desbetreffende bepaling. Ook
wordt gelet op het zinsverband.
• Systematische: bij deze interpretatiemethode wordt de wet uitgelegd aan de
hand van de systematiek van de wet.
• Teleologische: bij het bepalen van de inhoud van een wetsterm wordt
gekeken naar het doel van de wet(gever).

2.4 Bestanddelen en elementen
Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een
wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en die verwijtbaar is.
Wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid -> elementen. Delictsomschrijving ->
bestanddelen.

2.5 Wederrechtelijkheid als bestanddeel: een moeilijk geval
Wetgever heeft in beperkt aantal delictsomschrijvingen het woord
‘wederrechtelijk(e)’ als bestanddeel opgenomen. Vernieling is één van de
delictsomschrijvingen. Als men de delictsomschrijving van vernieling vervult, dan
staat noodzakelijkerwijs al vast dat het handelen wederrechtelijk is. Bij alle delicten
waarbij wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving voorkomt, is de
wederrechtelijkheid geen element maar een bestanddeel. Als wederrechtelijkheid
opgaat in de delictsomschrijving wordt het een drie lagen model.

Wederrechtelijkheid is altijd een voorwaarde voor strafbaarheid. Soms staat die
wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving. Dan is de wederrechtelijkheid geen
element maar een bestanddeel. Wanneer bij zo’n delict de wederrechtelijkheid
ontbreekt, kan men zeggen dat het delict niet gepleegd is. De bestanddelen zijn dan
niet allemaal vervuld.

2.6 Soorten delicten
Misdrijven zijn over het algemeen ernstigere feiten dan overtredingen. Wetboek van
Strafrecht, misdrijven staan in boek 2, overtredingen in boek 3.
Drie verschillen tussen misdrijven en overtredingen
1. Ten eerste is er een procesrechtelijke reden: de indeling naar misdrijven en
overtredingen bepaalt goeddeels welk soort rechter bevoegd is om kennis te
nemen van een strafzaak (absolute competentie).
2. Materieelrechtelijk verschilpunt is dat poging tot overtreding en
medeplichtigheid aan overtreding niet strafbaar zijn. Poging en
medeplichtigheid zijn wel strafbaar in geval van misdrijven.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Valerieva1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52928 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.98
  • (0)
Add to cart
Added