100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting 'Celbiologie' 2021 1e bach BMW KUleuven $6.15   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting 'Celbiologie' 2021 1e bach BMW KUleuven

 32 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat alle 5 hoofdstukken, gegeven door prof. T. Voets in de eerste bachelor BMW. Alle nodige informatie voor het examen werden verwerkt in deze samenvatting ( zowel de slides als mondelinge toelichtingen tijdens de hoorcolleges). Het bestaat uit 42 pagina's wat makkelijk & beknopt ...

[Show more]

Preview 4 out of 42  pages

  • May 5, 2021
  • 42
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Celbiologie
HOOFDSTUK 1: BIOMEMBRANEN
1) Structuur biomembranen
Oppervlakten in cel:

- Plasmamembraan = 700 µm²
- Intracellulaire membranen = 7000 µm²
- Cytoskelet = 94000 µm²

Definities:

- Cytoplasma = alles binnen plasmamembraan behalve nucleus
- Cytosol = waterige gedeelte buiten celorganellen
- Lumen = waterige gedeelte in celorganellen

AFM (Atomic Force Microscopy): 3D-structuur plasmamembraan scannen door zeer gevoelige
combinatie van naald en laser.

o Fosfolipide dubbellaag

- Twee rijen amfipatische fosfolipiden (hydrofiel naar buiten, hydrofoob naar binnen)
- Ongeveer 3-4 nm dik (10^9 factor kleiner dan een cel)

o Amfipatische fosfolipiden in waterige oplossing

Bestaat uit twee delen:

- Hydrofiele hoofdgroep: polaire groep, fosfaat, glycerol
- Hydrofobe vetzuurstaarten

Bestaat in drie verschillende vormen:

- Micelle (gesloten bol, één rij)
- Liposoom (open bol, twee rijen)
- Fosfolipiden-dubbellaag

o Exoplasmatische en cytosolische zijden

- Exoplasmatische zijde blijft exoplasmatisch zijde
- Cytosolische zijde blijft cytosolische zijde

= bv. Bij exocytose en endocytose zullen compartimenten altijd aan dezelfde zijde blijven

-cytosolisch: kant aan het cytosool
-exoplasmatisch: buiten plasmamembraan
Voorbeeld:
Lysosoom heeft buitenkant cytosolisch, ad kant lumen exoplasmatisch
Mitochondria: buitenkant cytosolisch, dan exoplasmatisch, dan cytosolisch




1

,o De soorten lipiden in biomembranen

- Fosfoglyceriden: van de triacylglycerol verandert één staart in een fosfaat met kopgroep.
(diacylglycerol + fosfaat = fosfatidyl)




- Plasmalogenen: fosfoglyceriden maar dan zonder de dubbel gebonden O op de eerste staart.
Ether ipv estherverbinding




- Sfingolipiden: stoffen met sfingosine als basis, niet opgebouwd uit glycerol




 Glycosfingolipiden: sfingolipiden met als derde staart een suikergroep/suikergroepen.
o Gangliosiden: glycosfingolipiden met zeer complexe
suikergroepen/suikerbomen/oligosachariden.
 Komen enkel exoplasmatisch voor (buitenste laag plasmamembraan).
 Zijn een aanhechtingsplaats voor antilichamen, toxines, eiwitten,
glycolipiden, …
 De oligosachariden bepalen ook welke bloedgroep men heeft ->
bloedgroeptransfusieregels.

- Sterolen: zijn afgeleid van steroïden.
 Cholesterol: een amfipatisch sterool.
o Dient als precursor (kan omgezet worden) voor stoffen zoals cortisone, estradiol,
vitamine D (, testosteron, deoxycholisch zuur, …).
o Hydrofoob + Hydrofiele OH (amfipatisch molecule)
o Moeilijke fosfolipiden-dubbellaag vorming
o Vitamine D: wordt o.i.v. Uv-licht uit cholesterol gemaakt.
-> essentieel voor de calciumopname.
-> Bij gebrek aan zon -> rachitis (verstoorde botopbouw).




2

,2) Beweeglijkheid van lipiden in een biomembraan

- Axiale rotatie: rotatie rond eigen as.

- Laterale diffusie: opschuiven in rij van membraan.
-> Meting door FRAP (Fluorescence Recovery After Photobleaching)
-> plasmamebraan cel + chemische stof die bindt aan fosfolipide hoofdjes
-> deel van een cel bleachen (fluorescentie kapotmaken)
-> terug fluorescentie in dat gebied door LATERALE DIFFUSIE
-> na een tijd is fluorescentie maar 50%
-> helft blijft statisch bij diffusie, helft komt fluorescentie bij (bv T stijgt, meer beweging
dus meer laterale diffusie)

- Flip-flop: omspringen van rij in membraan.
 Energetisch onwaarschijnlijk.
 Vereist het enzyme flippase (gebruikt ATP).
 Meting:
-> Flippase identificeren
-> Quencher: zorgt voor verliezing van fluorescentie
-> Flippase (ABCB4)
-> Vesikels met fluorescente fosfolipiden (buitenste blad)
Groep 1: geen ATP : quencher -> verliezing fluores fosfolipiden
Groep 2: ATP : stoffen naar binnenkant door activatie flippase -> quencher -> meer fluorescentie
binnenkant door FLIPFLOP

- Beweging van vetzuurstaarten/vloeibaarheid
wordt bepaald door:
 Temperatuur: hoe warmer, hoe meer chaotische bewegingen.
 Aard/lengte van vetzuurketens
o Hydrofoob effect: apolaire stoffen (dit geval vetzuurstaarten) gaan aggregeren
= ordening van water dan energetisch beter uitkomt (entropie stijgt)
o Van der Waals-krachten: atomen komen zeer dicht bij elkaar en hun partiële ladingen
trekken elkaar aan
 Cholesterol
-> Cholesterol vult de gaatjes tussen de fosfolipiden dubbellaag en ordent/rekt hen
o Meer interactie tussen staartjes
o Membraan wordt hier dikker (staartjes meer gestrekt)
o Meer sfingolipiden zorgt voor nog meer dikte
o Vloeibaarheid bij meer cholestrol/sfingolipiden DAALT
à vorming van Lipid Rafts, drijven ih membraan




3

,  Intermezzo: soorten vetzuren:
o Essentieel <-> niet essentieel: nodig om te overleven (omega-3, omega-6) <-> niet
nodig om te overleven (omega-9).
Het cijfer na de omega wijst op de eerste dubbel binding geteld vanaf het einde
van de vetzuurstaart.
o Verzadigd = korte vetzuren zonder dubbele binding (meer VdW-krachten)
o Onverzadigd (cis dubbele binding)= lange vetzuren met dubbele binding(en)
(minder VdW-krachten -> verhoogde vloeibaarheid bij lage temperatuur)
-> vloeibaarheid beïnvloed door VDW-krachten/grotere lengte

Effect lipidensamenstelling op kromming van de membraan

Hoe kleiner de hoofdgroep, hoe meer de membraan verkromt zal zijn.
-> buitenkant: vierkantig
-> binnenkant: konisch

* Bij sommige processen moeten membranen gekromd zijn
-> afhankelijk van de fosfolipiden-vorm
-> afhankelijk chemische samenstelling

- Meer Sfinglopiden/Cholestrol: dikker, minder vloeibaar, rafts
- Verhouding staartjes en hoofdjes: zorgt voor de kromming of niet



3) Functies van de plasmamembraan

- Barrière
o Regeling permeabiliteit van proteinen voor de doorlating van bepaalde stoffen door
geregelde permeatie
(CO2, N2, O2 en ethanol kunnen er sowieso door, H2O deels.)

à Permeabel doorheen membraan: zonder proteinen
Gassen/Ethanol (alcohol)/ Ureum en water -> (verhinderde) diffussie ( denk aan water
doorheen doek)

à Niet permeabel doorheen membraan (barrière)
Grotere moleculen / Ionen/ Polaire moleculen
-> Via proteïnen toch naar binnen kunnen gaan door geregelde permeatie

 Intermezzo: osmotische druk: water vloeit naar de zone met de meest opgeloste stof
(A->B).
o Nodig bij planten zoals bomen om water tot boven te krijgen.
o Formule: π = RT(CB – CA) in Pa.
o Hypotonisch(cel zwelt op), isotonisch, hypertonisch (krimpt).




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bmwstudent2020. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82191 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.15  1x  sold
  • (0)
  Add to cart