Summary Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek - Science
Class notes Biomaths Nectar / Biologie 4 Havo / deel Leerboek
Biology 12th edition by Sylvia s Mader Test Bank
All for this textbook (3)
Written for
Secondary school
HAVO
Biologie
4
All documents for this subject (2009)
Seller
Follow
ekristelijn
Reviews received
Content preview
Biologie H4 voortplanting en seksualiteit
4.1 van eicel tot baby
Eisprong/Ovulatie = Eens per maand komt er uit een van beide eierstokken een eicel vrij.
Bevruchting = Bij een zaadlozing komen honderden miljoenen zaadcellen vrij. Die zwemmen vanuit
de vagina via de baarmoeder naar de eileiders. Enkele honderden zaadcellen bereiken hun doel: de
eicel. Slechts één zaadcel bevrucht de eicel. De kern van die zaadcel dringt de eicel binnen. De
chromosomen uit de zaadcel komen in de kern bij de chromosomen van de eicel.
Zygote = direct na het versmelten met de zaadcel, wordt de eicel een zygote genoemd.
Bevruchtingsmembraan = een ondoordringbare laag tussen het celmembraan en de eicel.
Embryo = Na 30 uur deelt de zygote. Die beide cellen vormen het eerste ontwikkelingsstadium.
Klievingsdeling = Na een mitose maken de cellen geen cytoplasma bij, zodat na elke deling de cellen
kleiner zijn.
Blastula = alle cellen migreren naar de buitenkant zodat in het midden een holte overblijft.
De buitenste cellaag van de blastula vormt vlokken, uitstulpingen die het baarmoederslijmvlies
ingroeien. Dit proces heet innesteling. In de blastulaholte groeit een kleine groep cellen uiteindelijk
tot een baby. In het baarmoederslijmvlies vormen zich rond de vlokken bloedholten, die samen met
de uitstulpingen uitgroeien tot een placenta.
Placenta zorgt voor uitwisseling van voedingstoffen, zuurstof en afvalstoffen waarbij de bloedvaten
van de moeder en de baby wel gescheiden blijven. De navelstreng verbindt via drie bloedvaten het
embryo met de placenta.
Tijdens de embryonale ontwikkeling specialiseren de cellen zich tot cellen met een eigen bouw en
functie.
foetus = wanneer het embryo ongeveer 2 maanden oud is zijn alle organen aangelegd en heet het
embryo vanaf dat moment een foetus.
Vruchtwater en vruchtvliezen beschermen de foetus tegen stoten en uitdroging.
De leefstijl van zwangere vrouwen moet worden aangepast tijdens de zwangerschap.
Stress, roken, drugs- en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap kan leiden door een lager
geboortegewicht.
Medicijngebruik kan ook een risicofactor zijn.
Het voedingspatroon is ook onderdeel van de zwangerschap extra kalk en eiwitrijke voeding laat
de opbouw van het lichaam voorspoedig verlopen. Daarnaast zorgt het gebruik van
foliumzuurtabletten voor minder kans op een open ruggetje.
Het geslacht hangt af van de geslachtschromosomen. :
Meisjes hebben in hun cellen naast de 44 gewone chromosomen tweemaal een X-chromosoom (XX)
Jongens hebben in hun cellen naast de 44 gewone chromosomen een X- en Y-chromosoom (XY)
Vanaf 14 weken zijn met echoscopie de geslachtsdelen van de foetus waarneembaar primaire
geslachtskenmerken.
In de puberteit ontwikkelen beide geslachten secundaire geslachtskenmerken.
Bij jongens is dat de stimulatie voor de zaadballen om zaadcellen te vormen.
In de bijbal verzamelen zich de gevormde zaadcellen.
De penis bevat zwellichamen, die bij seksuele opwinding zich vullen met bloed en de penis stijf
maken.
Bij een zaadlozing trekken spiertjes rond de bijbal en zaadleiders samen. Hierdoor duwen ze
opgeslagen zaadcellen naar de penis.
, De prostaatklier en de zaadblaasjes zijn beide klieren die vocht toevoegen aan passerende
zaadcellen. Het vocht met de zaadcellen samen is sperma.
Bij meisjes:
Hormonen hebben invloed op de secundaire geslachtskenmerken.
Er komt daardoor beharing onder de oksels en in de schaamstreek. De heupen verbreden en er komt
meer onderhuids vet op bijvoorbeeld heupen en bovenbenen. Ook krijgen meisjes borsten.
Vanaf de puberteit tot de overgang, de periode waarin een vrouw van vruchtbaar naar onvruchtbaar
gaat ontwikkelt zich elke maand in een van beide eierstokken een eicel. Onbevruchte eicellen sterven
binnen 24 uur af en ‘lossen op’.
Baarmoederslijmvlies = de binnenste laag van de baarmoeder bereidt zich voor op een mogelijke
innesteling van een embryo.
Als er geen bevruchting plaatsvindt dan volgt er een menstruatie.
Vrouwen hebben een kortere urinebuis dan mannen en de opening ligt dichter bij de anus dan bij
mannen meer kans op blaasontstekingen.
Maagdenvlies = Rond de ingang van de vagina ligt een randje weefsel als een soort kraagje. Gaat
stuk bij de eerste geslachtsgemeenschap.
De binnenste en buitenste schaamlippen bedekken de vagina aan de buitenzijde
Clitoris gevoelig orgasme
Tertiaire geslachtskenmerken = gedrag
Hierbij krijg de persoon meer besef van je normen en waarden.
Waarden = opvattingen over wat belangrijk is
Normen = gedragsregels
Masturberen = het verkennen van eigen lichaam door zelfbevrediging.
Heteroseksueel = wil een seksuele relatie met iemand van het andere geslacht.
Homoseksueel = voelt zich seksueel aangetrokken tot iemand van het eigen geslacht.
Biseksueel = mensen die zich tot beide geslachten seksueel aangetrokken voelen.
Ongewenste intimiteit = er sprake van ongewenst gedrag van seksuele aard. Geestelijke schade
Verkrachting = het ongewenst seksueel binnendringen in het lichaam van een ander. Geestelijke
schade
Incest = als een familielid is betrokken bij een ongewenste intimiteit. Geestelijke schade
Aanranding = dwingt tot het plegen of ondergaan van een ontuchtige handeling. Geestelijke
schade
4.2 Vorming geslachtscellen
Zaadballen liggen voor de geboorte in de buikholte vlak voor de geboorte dalen de zaadballen in
de balzak.
De kern van een lichaamscel ij de mens bevat 46 chromosomen.
In een karyogram staan de gefotografeerde chromosomen van een cel gesorteerd.
Lichaamscellen zijn diploïd = Alle chromosomen komen in paren voor ze bevatten 23
chromosoomparen.
- Een van beide chromosomen is afkomstig van de moeder, de andere van de vader
- Beide chromosomen hebben informatie over dezelfde erfelijke eigenschappen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ekristelijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.