Adviseren: Je weet nog niet wat het resultaat wordt. Adviseren = het tot stand brengen van
veranderingen:
- Verbeteren van bestaande situatie
- Vernieuwend; iets op een totaal andere manier doen, iets nieuws.
Adviseur: Heeft een invloedrijke positie, maar geen invloed om de verandering door te voeren. Dat doet
het management.
Adviesproces: Dient systematisch en chronologisch uitgevoerd te worden (TSP).
Kritische succesfactoren:
1. Probleemanalyse; wat voor probleem is het? (logistiek, commercieel) waarom is het een
probleem? Voor wie geldt het probleem? (de betrokkenen)
2. Organisatie onderzoek; Hoe ga je het aanpakken? Hoe ga je het onderzoek inrichten? Hoe kom
je aan informatie?
3. Communicatie in de organisatie; Je moet met iedereen van de betrokkenen kunnen praten.
4. Gegevens verzamelen + transformeren tot informatie; Zo veel mogelijk relevante informatie
aantrekken en omzetten in een denkproces.
5. Planmatig werken en beheersen; plannen en elke keer terugkoppelen.
6. Coöperatief oplossingsrichtingen aandragen + keuzes; Samen tot een oplossing komen
(coöperatief). Een adviseur kan niet zonder anderen tot een advies komen. Er dienen meerdere
alternatieven aangedragen te worden, waaruit een keuze wordt gemaakt.
7. Invoeren van de gekozen oplossing
Effectief advies: Een advies is effectief als het probleem is opgelost en de opdrachtgever het advies
toepast.
Professioneel advies: Hoeft geen effectief advies te zijn. Een professioneel advies is het volgen van het
TSP.
Eisen van het TSP:
1. Probleem gestuurd: Het probleem moet urgent zijn
2. Omgevingsgericht: Je scoort als adviseur als jou oplossing de concurrent raakt.
3. Veranderingsgericht: Adviseur werkt samen om een draagvlak te creëren, zodat de oplossing
een grotere implementatiekans heeft.
4. Open contractering: Soms zijn er meerdere partijen betrokken, die je moet samenbrengen.
5. Bewuste positionering: Adviseur kan veranderingen teweeg brengen die negatief kunnen zijn
voor sommige werknemers (ontslag).
6. Samenhangend: projectmatig werken
7. Vakinhoudelijk op niveau: Adequaat hanteren van theorieën, begrippen, methoden, modellen.
Je moet bij jezelf nagaan wat wenselijk en haalbaar is.
Hulpmiddelen voor een modelmatige aanpak:
- TSP
- Beschrijving per stap; tussenresultaat
- Checklist
- Oriëntatieverslag
- Dossier + logboek
,Stap 1: Externe oriëntatie
Doelstellingen externe oriëntatie:
- Een goed voorbereide gesprekspartner zijn bij het intakegesprek
- Sectorkennis in een later stadium gebruiken bij je eigen probleemoplossing
Doel: Voorstudie over de organisatie.
Als je van te voren informatie zoekt kun je erachter komen dat hetgeen de opdrachtgever zegt niet
klopt. “We hebben 5 concurrenten” terwijl jij er al 20 hebt geteld tijdens je voorbereiding.
Checklist:
- Branche
- Belangrijkste brancheontwikkelingen
- Positie in de branche (marktaandeel)
- Recente bedrijfsontwikkelingen
- Invloed ontwikkelingen op vermoedelijke opdracht
Informatiebronnen:
- CBS
- Banken
- Bibliotheken en databases
- Brancheorganisaties
- Experts
- Vakbladen
- Handboeken over het bedrijfsleven
- ABC voor handel en industrie (www.abc-d.nl)
- Kamer van Koophandel
- Dagblad- en vakpers
Verslag van de externe oriëntatie: Je kunt een verslag maken over je voorbereiding. Deze kun je later
nog gebruiken bij:
- Het intakegesprek
- De oriënterende interviews
- Terugkoppeling van je bevindingen (stap 5)
- Het diepteonderzoek (stap 7)
- Het oplossingsplan (stap 8)
- Het eindrapport (stap 10); ter verantwoording van je gebruikte gegevens
Stapelen van gegevens: Vanaf de aanvang van de oriëntatiefase moet je aan elk relevant deelthema een
bron geven. Bronnen zijn personen, groepen en/of documenten die de informatie hebben opgeleverd.
Bijvoorbeeld: KvK, Interview engineer. Door die codering kun je de groeiende dataverzameling op elk
moment sorteren naar bron en naar thema. Hierdoor creëer je een overzicht van alle verkregen
informatie.
Aspecten bij de oriëntatiefase:
- De adviseur moet zich aanpassen aan de cultuur van het bedrijf, maar hij dient ook afstand te
bewaren en daarnaast bepaalde dingen op een positieve manier benoemen; de pijnpunten.
- Het probleem analyseren
- Creëren van draagvlak; een partnership ontwikkelen met alle betrokkenen
- Omvang van het advies; de planning
Conclusie oriëntatiefase:
- Probleemstelling
, - Opdrachtformulering (meestal 1 of 2 zinnen); Eisen hiervoor zijn: de opdrachtgever benoemen,
de inhoud (wat voor opdracht is het) oftewel het onderwerp van het probleem en het doel van
de opdracht.
- Plan van aanpak maken
Onderzoeks- en oplossingsfase
Theoretische werkmodellen: Je kiest een model dat past bij de desbetreffende situatie, bijvoorbeeld het
BPI-model.
Actiepunten:
1. Probleem benoemen
2. Gewenste informatie bepalen
3. Informatie bronnen zoeken
4. Informatie verzamelen
5. Samenvatten in een samenhangend verhaal
6. Logboek invullen
Stap 2: Het intakegesprek
Doelstellingen van het intakegesprek:
- De opdrachtgever beter te leren kennen
- Zijn opvattingen over de aangeboden opdracht uit te diepen
- Ruimte te krijgen voor je werkwijze volgens het TienStappenPlan
- Afspraken te maken over de oriënterende interviews en de terugkoppeling
Regie: Jij moet de regie in handen houden tijdens het intakegesprek.
Doel: Afspreken dat je op een bepaald tijdstip begint met een oriënterend onderzoek om het
afgesproken thema nader te definiëren en om te zetten in een concrete opdrachtformulering en een
plan van aanpak.
Checklist:
1. Wat is volgens de organisatie het probleem?
2. Urgentie om het probleem op te lossen
3. Waardoor is het probleem ontstaan?
4. Wat is er al gedaan?
5. Wie zijn de meest betrokkenen?
6. Wie wordt de opdrachtgever?
7. Wat is het gewenste eindresultaat?
8. Op welke manier wordt het team geïntroduceerd?
9. Vervolgafspraken
Actiepunten:
1. Agenda opstellen
2. Afstemmen agenda en rolverdeling met docent begeleider
3. Voeren van intakegesprek
4. Gespreksverslag maken
5. Distributie intakeverslag naar contactpersoon bedrijf en school
6. Uitvoeren van vervolgafspraken
7. Logboek invullen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElckeOninckx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.