100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Overzicht/Samenvatting lesstof Omgevingsrecht Milieu en Ruimte K4 $6.53   Add to cart

Summary

Overzicht/Samenvatting lesstof Omgevingsrecht Milieu en Ruimte K4

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Overzicht van alle relevante stof voor het tentamen van Omgevingsrecht Milieu en Ruimte

Preview 4 out of 39  pages

  • May 5, 2021
  • 39
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Omgevingsrecht ‘ruimte’ en ‘milieu’
Omgevingsrecht ruimte
Week 1
Wat is ruimtelijke ordening?
 Het ingrijpen in maatschappelijke ontwikkelingen met een ruimtelijke dimensie
 Kenmerkend is dat er veel verschillende belangen een rol spelen (bijv. milieu,
economie en veiligheid).

Aantekeningen:
Planologische besluiten = ruimtelijke besluiten
Bij planologische besluiten kun je denken aan structuurvisies, bestemmingsplannen en
soms een omgevingsvergunning.

Omgevingsrecht: ruimtelijk bestuursrecht
 Instrumentele functie: het recht is gericht op een ‘doel’ = inrichting van de ruimte
 Relevante wetten:
o Wet Ruimtelijke Ordening/ Besluit Ruimtelijke Ordening (Wro en Bro)
o Wet algemene bepalingen omgevingsrecht / Besluit omgevingsrecht (Wabo
en Bor)
o Woningwet, milieuwetgeving: Awb
o Onteigeningswet, Tracéwet, Crisis- en Herstelwet, Monumentenwet etc.

Aantekeningen:
In de Wro + Bro vind je regels over de wijze waarop en regels voor verschillende plannen
moeten worden vastgelegd. De Wabo bevat regels voor de omgevingsvergunning.
Veel van de toestemmingen voor de omgevingsvergunning komen uit andere wetten, zoals
de woningwet etc.

Omgevingsrecht: ruimtelijk bestuursrecht
Waarborgfunctie: tegenwicht voor de burger tegen de ingrijpende overheid.
Vooraf:
 Inspraak = vaak afd. 3.4 Awb (uov-procedure)
 Bieden van rechtszekerheid – procedure bij de totstandkoming van plannen en
besluiten: Wro/Wabo
Achteraf:
 Toezicht/sancties
 Rechtsbescherming

Aantekeningen:
Uov-procedure: iedereen mag een zienswijze indienen bij bijv. een ontwerp-
bestemmingsplan.

Ruimtelijk bestuursrecht
Spanning tussen instrumentele en waarborgfunctie
 Rechtszekerheid of flexibiliteit

Spanningsveld decentralisatie – centralisatie
 Decentraal wat kan, centraal wat moet
 Wat moet er dan centraal (regionaal)?


Aantekeningen:

, Als je veel flexibiliteit in een bestemmingsplan opneemt, heb je minder rechtszekerheid. Je
weet namelijk niet wat je te verwachten staan. Rijksniveau wanneer er nationale belangen
zijn die dat rechtvaardigen.

Instrument: plannen
Instrumenten in het bestuursrecht:
a. Wetten Definitie: ‘Samenhangend geheel van
b. Beleidsregels maatregelen om een doel te bereiken’
c. Plannen
d. Beschikkingen Soorten plannen:
Indicatief: Structuurvisie; beleid, niet
rechtstreeks bindend
Normatief: Bestemmingsplan, wel bindend

3 niveau’s van plannen




Aantekeningen:
Structuurvisie = een lange termijnvisie waarin overheden aangeven welke behoefte er is
binnen hun gemeente/provincie/land, welke ontwikkelingen zij voorzien, en hoe zij hiermee
om willen gaan (problemen) en hoe zij dit gaan doen. Ze moeten dus in grote lijnen
aangeven wat zij willen gaan doen zodat wij als burger weten waar we aan toe zijn.

Structuurvisie – algemeen
 Hoofdpunten van voorgenomen ontwikkelingen en voorstellen over uitvoering
 Verplicht: hele grondgebied
 Facultatief: aspecten van ruimtelijk beleid (lid 2)

Aantekeningen:
Art. 2.1 t/m 2.3 Wro (van gemeente naar rijk)
Op grond van lid 1 in alle drie de artikelen is het orgaan verplicht om de hoofdzaken van
het ruimtelijk beleid toe te lichten in de structuurvisie.

Structuurvisie – procedureel
 Kennisgeving voorbereiding structuurvisie in huis- aan huisblad (art. 1.3.1. Bro).
 In structuurvisie moet worden aangegeven op welke wijze burgers en
maatschappelijke organisaties zijn betrokken bij de voorbereiding van de
structuurvisie (2.1.1 Bro)
 In Bro en Wro zijn verder geen eisen opgenomen over de procedure.
 Vaak wordt e.e.a. wel geregeld in de inspraakverordeningen.

Structuurvisie Rijk

,  Voorbereiding
o Met burgers en maatschappelijke organisaties (2.1.1. Bro)
 Vaststelling
o Onze Minister (= I&M) (2.3 lid 1 Wro)
 Uitvoering
o Overleg TK en/of EK (2.3 lid 3 en 4 Wro)
 Meest actuele algemene structuurvisie
o Structuurvisie infrastructuur en milieu (Rijksoverheid.nl)

Een goede ruimtelijke ordening
 Kan beoordeeld worden aan de hand van ruimtelijke relevante aspecten (volgens
jurisprudentie)
 Er wordt bijv. gekeken naar of de bouw van iets wel toepasselijk is op de locatie
(fabriek naast een school)

Aantekeningen:
Concurrentie is géén ruimtelijk relevant aspect!

Week 2
Vorige week: structuurvisie




Aantekeningen:
De structuurvisie is het beleid wat de gemeente de komende 10, 20, misschien wel 30 jaar
wil uitvoeren. Als je het beleid wil uitvoeren moet je dit vertalen naar een bindende
regeling, en dit is het bestemmingsplan. Bindend wil zeggen dat een vergunning wordt
getoetst aan het bestemmingsplan voordat deze verleend wordt.

Inhoud van een bestemmingsplan (I)
 Kernartikel: 3.1 Wro
o Verplicht voor het hele grondgebied (lid 1);
o 10 jaar (sanctie: geen bouwleges) (lid 4: vervalt in nieuwe omgevingswet)
o Verlenging mogelijk als er niets wijzigt (lid 3: vervalt in nieuwe omgevingswet)
 Eisen aan de inrichting van de stukken:
o Materiële eisen Wro: wat moet, kan, mag worden geregeld?
o Formele eisen Bro: hoe en waar wordt dit in het plan geregeld? (3.37 Wro)

Aantekeningen:
Het bestemmingsplan wordt geregeld in H3 Wro. In art. 3.1 Wro staat dat je als gemeente
voor een gebied één of meer bestemmingsplannen moet maken. De belangrijkste
bepalingen, de inhoud zelf, staat in de wet. Hoe zo’n plan er precies uitziet, en welke
informatie je moet vergaren, zijn de formele eisen, die staan vermeld in het besluit

, ruimtelijke ordening.

Art. 3.1 lid 1 Wro
De gemeenteraad stelt voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer
bestemmingsplannen vast, waarbij ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening de
bestemming van de in het plan begrepen grond wordt aangewezen en met het oog op die
bestemming regels worden gegeven.
Deze regels betreffen in elk geval regels omtrent het gebruik van de grond en van de zich
daar bevindende bouwwerken.
Deze regels kunnen tevens strekken ten behoeve van de uitvoerbaarheid van in het plan
opgenomen bestemmingen, met dien verstande dat deze regels ten aanzien van
woningbouwcategorieën uitsluitend betrekking hebben op percentages gerelateerd aan het
plangebied.
Aantekeningen:
Goede ruimtelijke ordening: je moet een goede samenhang maken met betrekking tot de
bestemmingen (logische samenhang/afgestemd geheel). Alle gronden moeten een
bestemming krijgen. Als je weet welke bestemming er is, dan komt vraag 2: mag je op die
bestemming iets bouwen? Mag je er iets mee doen?

Inhoud van een bestemmingsplan (II)
Inhoud:
a. ‘verbeelding’  art. 1.2.1 lid 2 Bro;
b. Regels  art. 3.1 lid 1 Wro;
c. Toelichting (eisen: art. 3.1.6 Bro)

Aantekeningen:
Een bestemmingsplan bestaat uit drie delen:
- Verbeelding = kaart; tegenwoordig wordt ieder ruimtelijk document elektronisch bekend
gemaakt
- Regels
- Toelichting = verduidelijking van de regels (NIET bindend!  de regels wel)

Regels (I)
Betreft:
 De bestemming van de grond en bouwwerken (art. 3.1 Wro)
 En het gebruik/doeleinden van de bestemming (art. 3.1.3 Bro)
 Kan: de uitvoerbaarheid van bestemmingen (art. 3.1 Wro)

a. Woningbouw: sociale koopwoningen/huurwoningen/particulier opdrachtgeverschap (=
vrije sector), art. 3.1.2 lid 1 Bro
b. Branchering: branches van detailhandel t.b.v. ‘de ruimtelijke kwaliteit’, art. 3.1.2 lid 2
Bro.

Aantekeningen:
Bestemming (wat is het doel van de grond?)
Gebruik/doeleinden (Mag er gebouwd worden?)
Uitvoerbaarheid (Bij bestemmingsplannen kan je als gemeente bepalen dat als er
gebouwd wordt er een bepaald percentage aan woningsoorten gebouwd moet worden).
De gemeente mag ook regelen welke soorten detailhandel op een gebied terecht komen.
Als je aan de rand van de stad een woonboulevard maakt, dan wil je niet dat er ook
bakkers, slagers etc. zich daar gaan vestigen. Je kan dan als gemeente zeggen dat op die
locatie enkel meubelzaken zich mogen vestigen (dit hoeft niet maar mag).
Regels (II)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jollahakkens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.53. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.53
  • (0)
  Add to cart