[STADSGEOGRAFIE]
Samenvatting van het boek 'Urban Geography'
,2 Changing approaches
De manier waarop men naar stadsgeografie kijkt, of de onderbouwende theorieën, veranderd
gedurende de tijd. De benaderingen (approaches) worden hierdoor erg dynamiek.
Stadsgeografie houdt zich onder ander veel bezig met: cities as systems within systems of
cities (Berry). Hiermee wordt bedoeld dat de stadsgeografie zich bezig houdt met het
ontdekken van de vele verschillende facetten van een stad, met de erkenning dat steden
onderdeel zijn van een bredere context (context = een netwerk van steden of een
politieke/economische context).
Het boek geeft vervolgens 4 thema's waar stadsgeografen zich mee bezig houden:
1. de interne geografie van steden
2. de relatie tussen steden en hun bredere context
3. verkennen van de wereldwijde stedelijke diversiteit
4. verschillende manieren van denken over, definiëren van, theoretiseren en
onderzoeken van de stad
Het boek gaat in op 1 van deze 4 thema's, die van de interne geografie van een stad, de
werkende kracht van een stad.
De Chicago School (1913) ontdekte dat er competitie was tussen bevolkingsgroepen waarbij
elke groep verschillende mogelijkheden had om de economische rente van land te betalen, dit
werd gereflecteerd in de huisvestingspatronen en de daarmee gepaarde segregatie. In combi
met deze economische competitie kwam de kracht van de cultuur, die er voor zorgde dat er
verschillende gemeenschappen kwamen in een stad. De stad werd op deze manier gezien als
een arena van competitie. Modellen als die van Burgess en Hoyt proberen dit te beschrijven.
In de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw richtte de stadsgeografie zich meer op het
produceren van statistische verkenningen van de maatschappij. Deze benadering werd als een
erg positieve benadering beschouwd.
Deze manier van denken kreeg met kritiek te maken aan het eind van de jaren '60. Zo vond
men dat er een onrealistisch beeld van de mens werd gecreëerd en dat de modellen een slechte
voorspellende kwaliteit hadden.
In de jaren '70 volgde er een structuralistische benadering van de stadsgeografie (onder
invloed van Karl Marx). Deze benadering vergrote de ongelijkheid en de uitbuiting van de
werkende klasse, hiermee legde de structuralisten de focus op de verschillende klassen als de
belangrijkste dimensie van het stedelijke leven. Veranderingen binnen de samenleving en dus
binnen de stad hebben voor dit fenomeen gezorgd. Hiermee stond deze benadering in schil
contrast met de voorafgaande, aangezien deze er meer voor zorgde dat mensen tegenover de
overheid kwamen te staan (zij zorgde voor die ongelijke verdeling).
Naast de krachten in een stad is de bredere context ook een belangrijk onderzoeksveld binnen
de stadsgeografie (zie quote Berry). De centrale plaatsen theorie van Christaller speelt hier op
in. Met deze context wordt onder andere de relatie tussen de steden bedoeld, maar ook de
wereld economie. Wanneer het slecht gaat met deze wereldeconomie, lijkt het vaak alsof de
stad daar het slachtoffer van is. Steden blijken echter niet altijd hopeloos te zijn.
,Recentelijk wordt er meer aandacht gevestigd op een aantal belangrijke steden binnen het
proces van globalisatie (Londen, Parijs, New York), zij worden beschouwd als dé cruciale
knooppunten in de wereldeconomie. Bovendien worden steden niet meer gezien als gesloten
plekken, maar als open, complexe en onderling verbonden plaatsen (Massey). De relaties
tussen steden (refererend naar 'onderling verbonden') kunnen uit verschillende links bestaan:
reizen, migratie, handel, cultuur en informatie. Er wordt hier echter wel een verschil gemaakt
in machtige steden (organisatoren van de connecties, vormen van andere steden) en minder
machtige steden (ontvangers van de connecties, kunnen andere steden niet vormen). Massey
was de eerste die dit netwerk van steden in een model onderbracht.
Recentelijk is er een grote verandering gaande wat betreft de theorieën over steden. De
basistheorieën, die van de positivisten en structuralisten, worden bekritiseerd door nieuwe
perspectieven (zoals die van de feministen, postmodernisme, postkolonialisme). Tevens zijn
deze nieuwe perspectieven heel anders dan de traditionele basistheorieën. Deze opkomst is
veroorzaakt doordat de traditionele perspectieven niet voldoende om konden gaan met de
wereldwijde stedelijke diversiteit. Hiermee wordt bedoeld dat de steden niet konden omgaan
met de interne diversiteit (ze zijn te veel gericht op slechts een aantal aspecten) van de steden
en ook niet met de groeiende steden op het zuidelijke halfrond.
Robinson heeft kritiek op het feit dat theorieën/modellen worden gebaseerd op een aantal
(westerse) steden en vervolgens worden toegepast op erg verschillende steden. Wanneer deze
steden niet voldoen aan deze modellen worden afgeschilderd als 'anders' of onder ontwikkeld.
Er is dus volgens Robinson sprake van een top-down systeem, waarbij er niet wordt gelet op
de verschillende aspecten in de verschillende steden (waar de theorie oorspronkelijk niet op is
gebaseerd). Robinson pleit voor een veelzijdige vorm van theoretiseren, net zo veelzijdig als
de steden op de wereld.
Het is voor stadsgeografen van belang om dit allemaal te weten, omdat op deze manier
duidelijk wordt dat de verschillende theorieën een complexe verandering zijn door gegaan. Er
is sprake van een dynamisch proces. Hierbij wordt het debat niet geschuwd. Ook is het
belangrijk om de verschillende theorieën te kennen, zodat empirisch onderzoek gekoppeld
kan worden aan een 'grotere' context.
, 3 Urban form and structure
De vorm van de stad, de morfologie, is het resultaat van sociaal-economische ideeën en
krachten en de activiteiten van groepen en individuen zowel binnen als buiten de stad. Dit
heeft ervoor gezorgd dat tot ongeveer 1975 weinig onderzoek werd gedaan naar de vorm van
de stad. Nu wordt er meer onderzoek naar gedaan.
In de negentiende eeuw waren de onderzoeken naar de stedelijke vorm vooral gericht op de
fysieke karakteristieken om zo de locatie en ontwikkeling van nederzettingen te beschrijven.
Latere onderzoeken waren gedetailleerder en ook gericht op de achterliggende krachten die de
vorm van de stad creëerde, ook wel de morfogenetische onderzoeken genoemd. Vanuit
Duitsland, hierbij is Conzen belangrijk geweest, verspreidde dit type onderzoek naar andere
Europese landen en later ook Noord Amerika.
Tot 1960 waren de onderzoeken echter nog erg
beschrijvend. Hierna werden de onderzoeken naar
stedelijke ontwikkeling gedomineerd door Basis principes morfologie
onderzoeken naar de functie ervan en het Stad indelen in drie delen:
landgebruik, voortbouwend op de Chicago plattegrond, bouwvorm en
School. grondgebruik.
Plattegrond opdelen in straten,
Sinds 1980 zijn de onderzoeken van de stedelijke percelen, blokken, open ruimte en
vorm herleefd. Hierbij zijn er binnen de geografie gebouwen/blokken plattegronden.
drie belangrijke onderdelen voor de huidige
De erkenning van het individuele
belangstelling: ten eerste zijn de werken die
perceel als fundamentele unit van de
gebaseerd op Conzen zijn ideeën voortgezet. Ten
analyse.
tweede heeft de hernieuwde interesse in cultuur
binnen de geografie ervoor gezorgd dat er meer
focus is gekomen op de symbolische kwaliteiten
van het stedelijke landschap. Ten derde is de
belangstelling van onderzoekers gewekt door de Beeldvorming van ontwikkeling
verschijning van nieuwe stedelijke vormen (post- in de stad
modernism) en de verandering in de dominante Erkenning dat verschillende
vormen van architectuur binnen de stad. elementen binnen de stad met een
verschillend tempo veranderen,
In de geschiedenis van de mens is de een plattegrond biedt meer
ontwikkeling van de stad een belangrijk punt weerstand dan de andere twee
(hoewel de eerste stad pas relatief laat tot delen van de stad.
ontwikkeling kwam, Mesopotamia 6000 tot 5000 Cyclus van ontwikkeling op
jaar v.C.). microschaal van een perceel.
Fases van groei van de stad op
Over het algemeen wordt de stedelijke macroschaal -> Fringe belts
ontwikkeling gekoppeld aan de verandering in
menselijke samenlevingen en de menselijke
controle op de omgeving (irrigatiesystemen, gewasproductie). Dus, agrarische
ontwikkelingen/productie zorgde voor meer stedelijke ontwikkeling (hoewel ook het
omgekeerde gezegd kan worden). Ideeën over steden werden nog niet verspreid over de hele
wereld. De Grieken en vooral de Romeinen brachten hier verandering in door ideeën over
stedelijke planning uit te wisselen tussen verschillende plekken. Enkele van deze ideeën zijn
nu nog terug te vinden in de ruimtelijke planning.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DaanSchouten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.