Hoorcollege 1 Introductie
50% van de mensen zal op een bepaald moment in hun leven last hebben van psychische problemen.
Ontwikkelingsstoornis
“Psychopathologie is gedrag dat ooit werd, maar niet langer kan worden, beschouwd als passend bij het
ontwikkelingsniveau van het kind”.
Prevalentie
o Bij 15-20% van de opgroeiende mensen is er sprake van een ontwikkelingsstoornis
o 10% serieus, 10% mild
Wanneer wijkt een kind af van de ontwikkelingsnorm?
o Ontwikkelingsachterstand
o Regressie of verslechtering
o Extreem hoge of lage frequentie
o Extreme hoge of lage intensiteit
o Gedragsproblemen blijven na verloop van tijd bestaan
o Gedrag is ongepast voor de situatie
o Abrupte gedragsveranderingen
o Verschillende probleemgedragingen
o Gedrag is kwalitatief anders dan normaal
Normen voor abnormaliteit:
o Cultuur/ etniciteit
o Geslacht
o Man: meer aandoeningen/ externaliserend
o Vrouw: biologische factoren/ internaliserend
o Leeftijd (autisme --> ADHD --> leerproblemen --> gedragsstoornis --> drugsmisbruik/ eetstoornis/
schizofrenie)
o Sociale factoren (hogere verwachtingen, meer echtscheiding in het gezin)
o Veranderingen in levensstijl (focus op lichaamsgrootte, meer drugsgebruik)
o Perspectief van volwassenen
Ontwikkelingspsychopathologie: de studie van ontwikkelingsprocessen die bijdragen aan of beschermen tegen
psychopathologie.
Waarom is dit interessant?
o Etiologie en pathofysiologie zijn nog onbekend
o Therapeutische interventies zijn slechts gedeeltelijk effectief, zijn nog steeds voornamelijk
symptomatisch en leiden vaak niet tot volledige genezing
o Er bestaat momenteel een groot aantal en een grote diversiteit aan behandelingen voor
kinderen, waarvan vele duur, opdringerig en niet ondersteund door wetenschappelijke
gegevens
Algemeen ontwikkelingskader
Vijf contexten: biologisch, individueel, familiair, sociaal en cultureel.
Ecologische en transactiemodellen (Bonfenbrenner/Sameroff)
De vijf contexten zijn in het model opgenomen.
Ecologische theorieën
o ‘Risicofactoren’ in verschillende contexten/niveaus:
proximaal --> distaal
o Proximale factoren: dicht bij de kern
o Distale factoren: verder van de kern
, o Transactionaliteit (interactie tussen de factoren)
o Levensloop
5 modellen van kinder-psychopathologie
Modellen: medisch, gedragsmatig, cognitief, psychoanalytisch en familiesystemen
Medische model
o Psychopathologie is het gevolg van organische disfunctie
o Problemen zijn individueel
o Classificeren van psychopathologische gedragingen --> diagnose
o ICD-10 en DSM
Gedragsmatig model
o Geobserveerde gedragingen/ empirisch & experimenteel paradigma
o Gedrag is aangeleerd (interactie met de omgeving)
o Leerprincipes
o Klassieke/ respondent conditionering (Watson)
o Operante conditionering (Skinner)
Reinforcement (positief en negatief)
Uitdoving
Straf
Generalisatie, discriminatie, shaping
Avoidance learning (het vermijden van wat pijnlijk is/ je ziek maakt)
o Imitatie
o Sociaal leren (Bandura)
o Gedrag als resultaat van deze leerprincipes
Cognitief model
Piaget
o Vaste volgorde van fasen
o 1)Sensori-motorische fase (0-2 jaar): zintuiglijke/motorische ervaringen, accommoderen en
assimileren
o 2)Pre-operationele fase (2-7 jaar): onsystematisch en onlogisch denken, middelpunt van de
wereld, leert om te gaan met hoeveelheden en vormen
o 3)Concreet operationele fase (7-12 jaar): systematisch en logisch denken
o 4)Formeel operationele fase (vanaf 12 jaar): abstract denken en redeneren
o Schema
o Assimilatie/ accommodatie: zich aan passen en nieuwe ervaringen opnemen in bestaande
denkschema’s
Psychoanalytische modellen
o Klassieke psychoanalyse (Freud)
o Structureel model (driften=id, ik=ego, geweten=superego)
o Psychoseksuele stadia (fixatie, regressie)
o Egopsychologie (Erikson)
o 8 stadia van ontwikkeling --> crises in het leven
1)Vertrouwen vs. wantrouwen (0-1 jaar)
2)Autonomie vs. schaamte en twijfel (1-3 jaar)
3)Initiatief vs. schuld (3-6 jaar)
4)Vlijt vs. minderwaardigheid (6 jaar tot adolescentie)
5)Identiteit vs. stagnatie (adolescentie)
6)Intimiteit vs. isolatie (jongvolwassene)
7)Generativiteit vs. stagnatie (volwassenheid)
8)Integriteit vs. wanhoop (rijpheid)
o Begrip identiteit
o Object-relatie theorie (Bowlby & Mahler)
, o Hechtingstheorie (Bowlby)
o Hechting (Ainsworth)
Veilige vs. onveilige (vermijdende/ resistent/ gedesorganiseerd) --> emotionele
reactiviteit en regulering is cruciaal voor (slechte) adaptieve ontwikkeling
Freud bekritiseerd voor:
o Complexe theorie
o Gebaseerd op klinische observaties, geen objectieve gegevens
o Veronderstellingen moeilijk te toetsen
o ---> Toch invloedrijk bij het genereren van nieuwe onderzoeksvragen
Familiesystemen modellen
Nadruk: gezin als ontwikkelend systeem (‘het dynamische geheel is groter dan de som der delen’). Wat er in
interacties plaatsvindt is bepalend voor gedrag.
o Structurele gezinssysteemtheorie (Minuchin)
o Elk gezin bestaat uit subsystemen
o Ouder/kind
o Broers/zussen
o Huwelijksrelatie, relatie van de ouders
Psychopathologie is gelokaliseerd in het relatiepatroon van gezinsleden, de gezinsstructuur (rigide vs.
grenzeloos) en/of ‘tringulatie’ of verstrengeling van het kind in het subsysteem van de relatie van de ouders.
3 strepen= hechte band onderbroken= negatieve relatie
Conflict
Emeshment (zwakke grenzen)
---->Rechtsonder: kind kan zijn ouders niet goed loslaten
Hoe ontwikkelt psychopathologie zich?
o Hedendaagse visie
o De studie van ontwikkelingsprocessen die bijdragen aan of beschermen tegen psychopathologie
o Empirische basis
Macro: ontwikkelingspsychopathologie = framework
Binnen het framework komen de 5 modellen terug:
o Microparadigma: biologisch, gedragsmatig, psychoanalytisch, cognitief, systemen
De geschiedenis
“Vooruitgang in onze kennisbasis in ontwikkelingspsychopathologie heeft niet alleen het wetenschappelijke
begrip van de relatie tussen normale en abnormale ontwikkeling bevorderd, maar heeft ook bijgedragen aan
het verminderen van de individuele en maatschappelijke last van psychische aandoeningen”.
Het is de “ontwikkelings“-component van ontwikkelingspsychopathologie die deze discipline onderscheidt van
abnormale psychologie, psychiatrie en zelfs klinische kinderpsychologie. Tegelijkertijd onderscheidt de focus op
individuele patronen van aanpassing en maladaptatie dit veld van de grotere disciplines van de
ontwikkelingspsychologie.
Alle modellen zijn geïntegreerd.
Oorzaken
o Noodzakelijk (moeten aanwezig zijn)
o Sufficiënt (op zichzelf verantwoordelijk)
o Bijdragende factoren (spelen mogelijk een rol)
, Bijv. Downsyndroom: genetische afwijkingen zijn zowel noodzakelijk als sufficiënt
Bijv. Schizofrenie: hersendisfunctie noodzakelijk, maar niet sufficiënt, andere bijdragende factoren.
---> Multideterminisme
o Equifinaliteit --> verschillende oorzaken kunnen worden geassocieerd met dezelfde uitkomst (bijv.
oorzaak A: agressief gedrag van vader sinds peutertijd, oorzaak B: gezinsscheiding in de adolescentie).
o Multifinaliteit --> dezelfde ervaringen kunnen worden geassocieerd met verschillende uitkomsten
(bijv. mishandeling, niet ieder kind ontwikkelt probleemgedrag).
Risicofactoren, kwetsbaarheid, beschermende factoren
o Risicofactoren: vergroot de kans op het ontwikkelen van psychopathologie
o Kwetsbaarheid (bepaald type risicofactor): vergroot de kans dat een specifiek kind problemen krijgt na
blootstelling aan een risicofactor
o Beschermende/bevorderende factor (geldt voor iedereen): normale/ gezonde ontwikkeling ook al is er
blootstelling aan een risicofactor, resulteert in veerkracht
Relevante factoren in multifinaliteit: veerkracht en temperament
Risicofactoren:
o Kind (erfelijk, genetische afwijkingen, pre-, peri- of postnatale complicaties, gezondheidsproblemen,
ondergemiddeld IQ, leerstoornis, laag zelfbeeld, emotionele onrijpheid, moeilijk temperament, sociale
incompetentie, afwijzing door leeftijdsgenoten)
o Familie (armoede, misbruik, verwaarlozing, conflict, psychopathologie, stress)
o Ecologisch (raciaal, etnisch, genderongelijkheid, wanorde in de buurt, criminaliteit)
o Levensgebeurtenissen (overlijden van een ouder, oorlog in directe omgeving)
Belangrijk: intensiteit, duur en frequentie
Beschermende factoren:
o Kind (intelligentie, sociale competentie, sociale aard, zelfvertrouwen, positieve vooruitzichten,
vermogen om met stress om te gaan)
o Familie (ouders warmte en structuur, autoritair ouderschap, ondersteunende familieleden,
economisch voordeel, medische behandeling, bescherming tegen geweld)
o Ecologisch (ondersteunende leerkrachten/ geestelijkheid/ peers, effectieve scholen, verbindingen met
pro-sociale organisaties)
Biologische factoren (breinstructuur, neurotransmitters, genetisch)
o Prenataal: FAS (foetale alcoholsyndroom) --> hersenen als ‘Zwitserse kaas’ (gaten die nooit meer
opgevuld kunnen worden), kan niet hersteld worden (geen plasticiteit)
o Peri- en postnataal: plasticiteit
Omgeving (familie, gemeenschap, maatschappij)
o Ouderrollen/ stijlen/ psychopathologie, mishandeling, echtscheiding
o Invloeden van leeftijdsgenoten, schoolinvloeden, sociaaleconomische status, armoede, buurten
o Cultuur, etniciteit, minderheidsstatus
Familie
Ouder rollen (vader/moeder), ouderstijlen, ouder psychopathologie
o Autoritaire, verwaarlozende en permissieve zijn slechte ouderstijlen,
authoritatief is goed
o Mishandeling
o Fysiek misbruik: 18%
o Seksueel misbruik: 10%
o Neglect (fysiek, emotioneel): 78%
Is moeilijk te behandelen: er is iets weggelaten i.p.v.
iets aangedaan
Resultaat: hechtingsproblemen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marlieskolen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.43. You're not tied to anything after your purchase.