De begrippen abnormaliteit en ( psychiatrische) stoornis met elkaar in verband brengen.
Het begrip abnormaliteit slaat op elke afwijking ten opzichte van een norm. De beoordeling of
bepaald gedrag ‘normaal’ is, hangt af van uiteenlopende criteria:
- Kenmerken van de beoordeelde persoon, zoals leeftijd, geslacht, beroep enz.
- Tijd en plaats van het gedrag
- Waarden en normen van d heersende cultuur en tijdgeest
Abnormaal gedrag betekent niet meteen gestoord gedrag. Abnormaal gedrag is dus niet automatisch
een stoornis. En niet elke stoornis heeft betrekking op een psychiatrische stoornis. Het abnormale
verschijnsel wordt een teken van een stoornis als het ongemak of lijden teweegbrengt bij de
betrokkene en/of de omgeving. Het gaat om een psychiatrische stoornis als het verschijnsel/gedrag
ook bij andere personen is vastgesteld en binnen het gangbare begrippenkader van de psychiatrie
wordt beschreven.
De criteria noemen waaraan patiënten moeten voldoen om onvrijwillig opgenomen te kunnen
worden en de procedures in verband daarmee beschrijven.
Onvrijwillige opname is alleen mogelijk als er sprake is of kan zijn van gevaar voor de patiënt zelf of
voor zijn/haar omgeving. Een dergelijke opname kan plaatsvinden via een rechterlijke machtiging of
een inbewaringstelling door de burgemeester. Bij allebei krijgt de patiënt een advocaat toegevoegd.
In het eerste geval moet de officier van justitie de machtiging aanvragen bij de
arrondissementsrechtbank. Daarvoor moet een arts of psychiater, die de patiënt niet behandelt, in
een verklaring aangeven of de patiënt een gevaar oplevert vanwege een psychische stoornis. De
rechter kan vervolgens een machtiging afgeven variërend van een half jaar tot maximaal twee jaar.
Bij spoedeisende gevallen wordt een inbewaringstelling gevraagd. Ook hiervoor is een verklaring
nodig van een arts of psychiater die de patiënt niet onder behandeling heeft. De burgemeester
schrijft vervolgens een maatregel van inbewaringstelling uit. Daarna stelt hij de officier van justitie en
de inspecteur van de geestelijke gezondheidszorg op de hoogte. Korte tijd daarna zoekt de rechter de
patiënt op en beslist of de IBS wordt bekrachtigd. De RM of IBS kan op ieder moment worden
opgeheven.
Voorbeelden geven van drie groepen psychiatrische voorzieningen waarin hun doelstelling en
werkwijze duidelijk naar voren komen.
- Intramurale of klinische zorg: Opname voor behandeling of verpleging in een psychiatrische
afdeling van een algemeen ziekenhuis of in een psychiatrische kliniek.
- Extramurale of ambulante zorg: Voor cliënten die in hun eigen woonomgeving blijven.
- Tussenvoorzieningen/semimurale zorg: Voor mensen voor wie extramurale zorg
onvoldoende is en voor wie een volledige opname in een kliniek niet noodzakelijk is.
Alternatief zijn beschermde woonvormen. Klein groepjes (ex-) patiënten wonen er samen en
krijgen ondersteuning en begeleiding. Voor ongeveer een derde van de bewoners is dit een
tussenstap naar zelfstandig wonen.
,Van patiëntenorganisaties aangeven op welke wijze zij het beleid ten aanzien van psychiatrische
patiënten beïnvloeden.
- LOC Zeggenschap in zorg; De organisatie wil bijdragen aan de kwaliteit van leven van hen die
afhankelijk zijn van zorg en welzijn door hun zeggenschap te optimaliseren en de kwaliteit
van de sectoren zorg en welzijn op een hoger plan te brengen.
- Cliëntenbond; Stellen vooral het verbeteren van de hulpverlening binnen de GGZ ten doel.
- Stichting Landelijke Patiënten- en Bewonersraden; Richt zich op het bevorderen van de
inspraak en medezeggenschap op alle niveaus binnen de GGZ.
Naast deze algemene organisaties zijn er nog tal van verenigingen voor patiënten met een bepaalde
psychiatrische stoornis. Deze richten zich voornamelijk op belangenbehartiging, voorlichting en het
organiseren van onderlinge steun.
Aangeven op welke wijze de psychiatrie politiek misbruikt kan worden en daar historische en
recente voorbeelden van geven.
Historische voorbeeld: Sovjetunie; onder het communistisch regime werd daar de psychiatrie
misbruikt om afwijkende meningen te onderdrukken. Wie de toenmalige machthebbers kritisch
benaderde, liep het gevaar in een psychiatrische kliniek terecht te komen.
Leerdoelen week 2
Voorbeelden geven van psychiatrische syndromen en symptomen.
Een syndroom is een groep of samenhangend geheel van symptomen in puur beschrijvende zin.
In de psychiatrie noemen we iets een symptoom als het verondersteld wordt een uiting, signaal of
kenmerk van een psychiatrische stoornis of syndroom te zijn. Voorbeeld: een hoofdsymptoom van
anorexia (een syndroom) is de allesoverheersende wens om mager te zijn; een bijkomstig symptoom
is de afwezigheid van menstruaties.
De voor- en nadelen noemen van het gebruik van classificatiesysteem in de psychiatrie.
Als je je niet aan zo’n classificatiesysteem houdt, zou je verplicht zijn elke nieuwe vaststelling of
waarneming te verwerken alsof het de eerste was. Alleen in de praktijk blijken psychiatrische
stoornissen niet zo eenvoudig te ordenen in strikt afgebakende syndromen, wat het classificeren
nadelig maakt. Naast twijfel over betrouwbaarheid en bruikbaarheid van dergelijke classificaties is
het de vraag of het wel geoorloofd is mensen in ‘vakjes’ in te delen.
Uitleggen wat de DSM-IV-classificatiesysteem inhoudt en daar voorbeelden van geven.
Het DSM-systeem beperkt zicht niet tot de precieze beschrijving en ordening van psychiatrische
syndromen, maar beoogt verschillende aspecten van de diagnose aan de orde te stellen. Naast de
vaststelling van aard, ernst en duur van de psychiatrische stoornis, moet ook rekening worden
gehouden met de lichamelijke toestand en het algemeen functioneren van de patiënt. Deze
verschillende diagnostische gegevens worden gestructureerd en samengevat op vijf verschillende
niveaus, in de DSM ‘assen’ genoemd:
- Klinische syndromen
- Persoonlijkheidsstoornissen
- Lichamelijke aandoeningen
Het uitgangspunt van de DSM is louter beschrijvend te blijven en geen verklaring te suggereren.
Voorbeeld:
As 1: Paniekstoornis met agrofobie
As 2: Geen stoornis (wel trekken van een dwangmatige en afhankelijke persoonlijkheid)
As 3: Geen
As 4: Overlijden van de vader
As 5: Huidig niveau = 41-50
De bruikbaarheid van het DSM-IV-systeem voor de psychiatrische verpleegkunde beargumenteren.
DSM-IV is een classificatiesysteem bedoeld om wetenschappelijk onderzoek en communicatie te
vergemakkelijken. In de klinische praktijk mag men het systeem niet als een soort catalogus
hanteren, waarmee men even nagaat in welke vakje de patiënt zou passen.
Het begrip neurose in een historische context plaatsen en de huidige opvattingen over neurotische
stoornissen beschrijven.
De term ‘neurotisch’ is moeilijk eenduidig te definiëren en wordt vaak als verzamelbegrip gehanteerd
voor psychiatrische stoornissen die niet-psychotisch van aard zijn. Neurose - letterlijk: ziekte van
neuron of zenuwcel - werd in 1769 als term geïntroduceerd door de Schotse arts William Cullen om
‘functionele’ zenuwziekten aan te duiden: alle stoornissen waarbij het centrale zenuwstelsel een
primaire rol zou spelen, maar zonder aantoonbaar orgaanafwijkingen. Vanaf de twintigste eeuw
verwierf het begrip neurose een specifieke theoretische inhoud: het voorbestaan van kinderlijke
reactiepatronen in de vorm van bepaalde lichamelijke of psychische symptomen of onaangepaste
karakterstructuren.
Het belang van lichamelijk onderzoek aangeven in relatie met het DSM-IV-classificatiemodel.
In de geneeskunde geldt de regel dat men voor een bepaalde klacht of symptoom eerste een
organische verklaring moet trachten te vinden. Het is niet eenvoudig om te bepalen of lichamelijke
klachten een psychische oorsprong hebben. Anderzijds kan achter tal van psychiatrische stoornissen
een somatische oorzaak schuilgaan. As 2 hecht bijzondere aandacht aan de mogelijke betekenis van
lichamelijke aandoeningen voor de psychische toestand van de patiënt.
Enkele voorbeelden geven van psychologisch onderzoek en beargumenteerd aangeven wanneer
deze zinvol toegepast kunnen worden.
We bedoelen hier vooral het gebruik van psychodiagnostische tests, vragenlijsten en
beoordelingsschalen. Heel wat psychologische meetinstrumenten worden gebruikt in
wetenschappelijk onderzoek, om de graad van ernst en veranderbaarheid van klachten en
problemen ‘objectief’ weer te geven. Voorbeelden zijn: Persoonlijkheidsvragenlijsten,
intelligentietests, enz.
Om de waar de van een test of vragenlijst te beoordelen wordt eerste de betrouwbaarheid nagegaan
volgens het principe van herhaalbaarheid: worden dezelfde resultaten verkregen bij herhaling van de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lizav. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.