De aarde is opgebouwd uit vier aparte ‘sferen’: de atmosfeer (de lucht), de lithosfeer (het vaste
gesteente), de hydrosfeer (het water) en de biosfeer (het leven). Elk van deze sferen bestaat weer uit
verschillende onderdelen en kun je apart bestuderen. Maar je kunt die vier sferen niet los van elkaar
zien. De grote motor achter alles is de energie van de zon. Een verandering in de ene sfeer heeft
gevolgen in een andere sfeer of zelfs in meer sferen. Je moet de aarde daarom zien als een systeem
waarin een wisselwerking bestaat tussen de vier sferen.
De onderlinge beïnvloeding van de lithosfeer, de atmosfeer, de hydrosfeer en de biosfeer zie je goed
terug in de kringlopen. Er zijn twee belangrijke kringlopen. Alle vaste stoffen die in de aardkorst en in
het bovenste gedeelte van de aardmantel voorkomen, heten in de geologie gesteenten. Je hebt het
dan niet alleen over graniet en kalksteen, maar ook over bijvoorbeeld zand en klei. In de kringloop
van het gesteente gaan geologen ervan uit dat gesteente een deel uitmaken van een cyclus waarin ze
door geologische processen telkens worden afgebroken en omgevormd. In de afbeelding hieronder
zie je de gesteentekringloop afgebeeld.
Bij de indeling wordt uitgegaan van drie soorten gesteenten: stollingsgesteenten,
sedimentgesteenten en metamorfe gesteenten. Elke soort kan worden gevormd uit de andere twee
gesteentesoorten.
Stollingsgesteenten worden gevormd door de afkoeling van magma. Zij vormen ongeveer 95% van
de aardkorst. Graniet en basalt zijn voorbeelden van stollingsgesteenten. Sedimentgesteenten
ontstaat door de afzetting van materiaal dat wordt aangevoerd door lucht, water of ijs. Het
aardoppervlak is voor driekwart bedekt met deze afzettingsgesteenten. Bekende
sedimentgesteenten zijn kalksteen en zandsteen. Metamorfe gesteenten worden gevormd doordat
stollings- en sedimentgesteenten onder invloed van druk en/of een verhoogde temperatuur een
gedaanteverwisseling ondergaan. Marmer (was kalksteen) en leisteen (was kleisteen) zijn slechts een
paar voorbeelden hiervan.
De hoeveelheid water op aarde is constant. Bijna 97% van al het water op aarde is opgeslagen in de
oceanen. Water maakt deel uit van de hydrologische kringloop (waterkringloop) die zich in de lucht,
, op het land en in de oceanen afspeelt. Dit is een nooit eindigende cyclus van neerslag, verdamping,
condensatie en transport van water. Tijdens deze kringloop wordt verweringsmateriaal verplaatst.
Paragraaf 2 exogene processen
De endogene krachten zijn belangrijk voor de opbouw van de aarde. De exogene krachten zijn in
eerste instantie vooral verantwoordelijk voor een vervlakking. Verwering kun je omschrijven las het
uiteenvallen van gesteente onder invloed van het weer en planten. Kenmerkend voor verwering is
dat het afgebroken gesteente ter plekke blijft liggen. Er zijn twee soorten verweringen te
onderscheiden, mechanische verwering en chemische verwering.
Bij mechanische verwering (fysische verwering) valt het gesteente uiteen zonder dat de scheikundige
samenstelling van het gesteente verandert. Vorstverwering is hiervan een bekend voorbeeld. Ook
het uiteendrukken van gesteenten door plantenwortels is een vorm van mechanische verwering.
Als de scheikundige samenstelling tijdens het uiteenvallen wel verandert, spreek je van chemische
verwering. Vooral in warme, vochtige gebieden reageren bepaalde mineralen in het gesteente met
stoffen in het grond- en regenwater. Ijzerdeeltjes in gesteente gaan bijvoorbeeld roesten. Het meest
bekende voorbeeld van chemische verwering is het oplossen van kalksteen door (zuur) grond- of
regenwater. Het resultaat zijn de grotten met de hangende en staande pilaren van kalk.
Niet elk gesteente verweert op dezelfde manier. Een aantal factoren is van invloed op de verwering.
Het klimaat is een van de belangrijkste factoren. Op zich is dat natuurlijk niet verrassend, want voor
elke type verwering zijn óf water óf temperatuurschommelingen óf beide nodig. Chemische
verwering is het meest intens in gebieden met warme, vochtige klimaten. Mechanische verwering
komt vooral voor in koude klimaten. De aard van het moedergesteente heeft een belangrijke invloed
op de verwering. Zo wordt de snelheid van chemische verwering beïnvloed door de scheikundige
samenstelling van de rots. Sommige mineralen zijn vatbaarder voor chemische verandering dan
andere. Hoe harder een gesteente is, hoe langer het duurt voordat het verweert. Scheuren in het
gesteente bevorderen verwering, omdat ze water en wortels van bomen en planten de gelegenheid
geven om diep in de rots door te dringen. De aanwezigheid van een dekkende bodemlaag kan ook
van belang zijn. Sommige vegetatiesoorten, zoals mos, klampen zich vast aan rotsen. Daardoor wordt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimkleeven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.