Paragraaf 1 kennismaking met India en Groot-Brittannië
Rond 1900 is Groot-Brittannië een wereldrijk en een van de machtigste landen ter wereld. Het
huidige India is onderdeel van de overzeese kolonie Brits-Indië. Door de industrialisatie en de
explosieve bevolkingsgroei is het Verenigd Koninkrijk in de negentiende eeuw sterk verstedelijkt. De
behoefte aan grondstoffen en aan afzetgebieden voor de industrieproductie is dan ook groot. Net als
de meeste overzeese rijksdelen staat ook India in dienst van de Britse vooruitgang en is het een
exploitatiekolonie. Het levert grondstoffen. Aan de kust van India worden daarvoor zeehavens
gegraven en er worden spoorwegen aangelegd die de grondstofgebieden met de havensteden
verbinden. De inheemse elite wordt ingeschakeld om ervoor te zorgen dat de Indiërs zo veel mogelijk
producten leveren. Brits-Indië is zelf ook een belangrijk afzetgebied. Andere landen van het Britse rijk
worden vooral gebruikt als vestigingskolonie.
Twee wereldoorlogen en een wereldcrisis die tussen die oorlogen viel, zorgen ervoor dat de leidende
positie van Groot-Brittannië in de wereld onder druk kwam te staan. Vlak na de Tweede
Wereldoorlog werd onder aanvoering van Mahatma Gandhi de dekolonisatie een feit. De Britten
verloren hun grip op Brits-Indië en de kolonie viel uiteen. Na de onafhankelijkheid werd India een
democratische republiek met een eigen grondwet. Het land blijft wel lid van het Britse Gemenebest,
een vrijwillige overeenkomst tussen 53 onafhankelijke staten, met de Britse koningin als Symbolisch
hoofd, maar is Groot-Brittannië niets meer verplicht. Bijna honderd jaar koloniale banden hebben in
beide landen economische en sociaal-cultureel hun sporen nagelaten. Veel Indiërs zijn na de
onafhankelijkheid van India naar Groot-Brittannië geëmigreerd, omdat ze verwachtten daar een
beter bestaan te kunnen opbouwen. Mede daardoor is Groot-Brittannië een multiculturele
samenleving geworden.
Rond 1800 is Groot-Brittannië een plattelandssamenleving. Verreweg de meeste mensen wonen op
het platteland en leven van de landbouw. De snelle verstedelijking begon met de uitvinding van de
stoommachine. De steenkool die nodig was als brandstof voor de stoommachine, werd gedolven in
steenkoolmijnen in Midden-Engeland. Rondom de mijnen werden fabrieken gebouwd. Arbeiders
kwamen van het platteland om in de steden te gaan wonen en werken. Manchester, Birmingham,
Leeds, Sheffield en Liverpool groeiden uit tot grote steden waar de staal- en textielindustrie,
machinebouw en scheepsbouw tot bloei kwamen. In India is de verstedelijking veel later op gang
gekomen. In 1951 woonde slechts 17% van de bevolking in de stad, in 2015 was dat bijna 33%. Het
urbanisatietempo is vergeleken met dat van een aantal andere ontwikkelingslanden niet erg hoog.
De Indiase steden tonen een duidelijke tweedeling. De rijkere mensen wonen in gated community ’s
de arme stadbevolking woont in slums waarvan een deel tegen het centrum aan is geplakt. Veel
bewoners uit de zelfbouwwijken zijn van het platteland naar de stad getrokken in de hoop op een
beter bestaan.
Na de tweede wereldoorlog raakte de zware industrie in Groot-Brittannië in verval. Er vond de-
industrialisatie plaats en Groot-Brittannië veranderde in een diensteneconomie. De verandering van
industrie- naar diensteneconomie heeft ook ruimtelijke gevolgen. De dienstverlenende bedrijven
vestigen zich liever in steden. Ze zoeken een aantrekkelijk en levendige omgeving en hoogopgeleid
personeel. In Londen zijn de beurs en de hoofdkantoren van vrijwel alle grote banken en
verzekeringsmaatschappijen gevestigd. De metropool is een aantrekkelijke vestigingsplaats voor
moderne bedrijven en kapitaalkrachtige multinationale ondernemingen (mno) of multinationals.
Londen is uitgegroeid tot verreweg de grootste stad van Groot-Brittannië en is een belangrijke spil in
de mondiale zakelijke en financiële dienstverlening.
, Londen is booming. De grote bedrijven trekken veel hoogopgeleide mensen aan, waardoor er in de
stad meer wordt verdiend dan waar ook in Groot-Brittannië. Het verschil met de rest van het land
wordt al jaren groter: de regionale ongelijkheid neemt toe. Ook binnen Londen neemt de
ongelijkheid toe. De welvarende hoogopgeleide klasse staat tegenover een grote groep
laagopgeleiden met dalende inkomens.
Paragraaf 2 welvaart en ontwikkeling
De kwaliteit van het leven van de inwoners van een land wordt vooral bepaald door het
welvaartspeil. Hoe hoger de welvaart, hoe meer het land ontwikkeld is. Ontwikkeling is niet gelijk
verdeeld over de wereld. De meeste ontwikkelingslanden zijn te vinden in Europa en Noord-Amerika,
terwijl in Afrika en Azië de ontwikkelingslanden oververtegenwoordigd zijn. Ook binnen een land is
de ontwikkeling meestal niet gelijkmatig. In vrijwel ieder land zijn er meer en minder ontwikkelde
gebieden. Om de wereld te verdelen in arme en rijke gebieden, gebruikt men
ontwikkelingskenmerken die laten zie of een land ontwikkeld is of niet. Het bnp per inwoners is de
meest gebruikte indicator. Er worden ook andere ontwikkelingskenmerken gebruikt, zoals de
beschikbaarheid van de basisbehoeften of het geboortecijfer, de levensverwachting, het
energieverbruik, de bevolkingsgroei en de verstedelijking.
Het bruto nationaal product (bnp) is de totale productie van goederen en diensten in een land in een
jaar, uitgedrukt in geld. Het geeft aan wat alle inwoners van een land samen verdienen. Om landen
met veel en met weinig inwoners met elkaar te kunnen vergelijken, deelt men dit totaalbedrag door
het aantal inwoners ban het land: het bnp per hoofd van de bevolking. Het is het gemiddelde
inkomen. Het gebruik van het bnp per inwoners heeft een aantal nadelen:
- Het bnp per inwoners is een gemiddelde. Het inkomen in ontwikkelingslanden is meestal
zeer ongelijk verdeeld. Vaak verdient een kleine groep heel veel geld, terwijl een grote groep
mensen erg arm is. Het gemiddelde lijkt dan wel aardig, maar in werkelijkheid leven de
meeste mensen in armoede. Het bnp per inwoner brengt deze economische ongelijkheid niet
aan het licht.
- Ook de regionale ongelijkheid is vaak groot. In arme landen ligt het inkomen in de stad
meestal hoger dan op het platteland. Maar ook binnen landsdelen of binnen steden kunnen
er grote welvaartsverschillen zijn. Het bruto regionaal product (brp) is zeer verschillend.
- De cijfers die worden gebruikt, zijn in veel ontwikkelingslanden minder betrouwbaar. In
Nederland houdt het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) verschillende gegevens bij en zijn
de gegevens van de Belastingdienst gekoppeld aan die van de banken, waardoor een redelijk
betrouwbaar beeld ontstaat. In arme landen berusten de cijfers vaak op schattingen.
Inkomsten uit de informele sector, de ruilhandel en de zelfvoorziening zijn in veel
ontwikkelingslanden belangrijke inkomstenbronnen, maar worden niet geregistreerd en dus
ook niet meegeteld in het bnp per inwoner.
- Bovendien wordt het bnp per inwoner mondiaal weergegeven in dollars. De officiële
wisselkoers in sommige landen kan veel afwijken van de werkelijke waarde, waardoor er een
onjuist beeld van het bnp per inwoner ontstaat.
- Ten slotte zijn er verschillen in koopkracht. In veel ontwikkelingslanden liggen de prijzen van
producten lager dan in westerse landen. Met een dollar kun je in een arm land meer kopen
dan bijvoorbeeld in Nederland. Om landen toch onderling te kunnen vergelijken, wordt het
bnp per inwoner soms gecorrigeerd naar koopkracht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimkleeven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.