Slechts 20% van alle Nederlanders woont niet in een stad. Rond 1870 veranderde toen bestaande
steden zich sterk door te ontwikkelen ook een aantal dorpen verandereden in steden. De oorzaken
van urbanisatie zijn van economische aard. Door de mechanisering van de landbouw was er minder
werk op het platteland. De groeiende industrie vestigde zich vooral in de steden, waardoor daar een
grote vraag naar arbeiders was. Veel mensen trokken van het platteland naar de stad. In de steden
werden nieuwe woonwijken uit de grond gestampt, meestal dicht bij de fabrieken. Het waren vaak
huizenblokken van drie of vier verdiepingen hoog, zodat er veel huizen op een klein oppervlak
pasten. De hygiëne was slecht, er was geen riolering, geen wc en badkamer en geen stromend water.
Bovendien was de woningbouw van slechte kwaliteit waardoor de huizen vaak vochtig waren. De
slechte woonomstandigheden hadden een negatieve invloed op de gezondheid van de bewoners.
Nadat er vooral in deze wijken veel slechtoffers vielen door epidemieën. In 1901 kwam de
Woningwet, waardoor de kwaliteit van de woningen en van de woonomgeving in de nieuwere wijken
hoger werd. In de periode 1850 tot 1950 suburbaniseerde een kleine groep welgestelden. Ze
ontvluchten de stad om in een aangenamere omgeving te gaan wonen. Ze woonden vooral in dorpen
die een spoorverbinding hadden met de stad waar ze werken.
Na de Tweede Wereldoorlog breidden de steden zich steeds verder uit. De economie herstelde
waardoor er meer werk in de steden kwam. Bovendien was de natuurlijke bevolkingsgroei tot de
jaren zestig van de twintigste eeuw hoog. Mensen verhuisden vanuit de stand, vooral naar de
randgemeenten waar op grote schaal woningen werden gebouwd. Daardoor groeiden de dropen
nabij de grote steden snel. De steden veranderden in agglomeratie en de agglomeraties veranderden
in stadsgewesten. Deze periode van suburbanisatie hing samen met de groei van de welvaart in
Nederland. Het autobezit nam sterk toe en ook de infrastructuur werd sterk verbeterd. De relatieve
afstand werd daardoor sterk verkleind. Door de toegenomen welvaart vertrokken middenklasse-
gezinnen uit de stad. Het waren vooral jonge gezinnen met kinderen.
Op lokale, regionale en nationale schaal had de suburbanisatie een aantal gevolgen.
- Uit de stad vertrokken meer mensen dan dat er zich vestigden. Alleen de mensen die het
wonen buiten de stad niet konden betalen – studenten en ouderen die niet meer wilden
verhuizen- bleven achter in de stad. Een nieuwe groep bewoners, immigranten –vooral
arbeidsmigranten uit Spanje en Italië en later uit Marokko en Turkije- gingen in de
industriesteden wonen.
- Vooral de meer kapitaalkrachtigen vertrokken uit de stad. De nieuwe en de achtergebleven
bewoners waren minder welvarend, waardoor de steden via de lokale belastingen veel
minder inkomsten binnenkregen voor onderhoud en vernieuwing van de stedelijke
bebouwing en de woonomgeving, de infrastructuur en de voorzieningen. Er ontstond een
tweedeling in de stad.
- In de binnenstad nam de woonfunctie af en de werkfunctie toe door de bouw van nieuwe
kantoren, winkels, horeca en andere voorzieningen. De bewoners van de randgemeenten
bleven in de stad werken en ze maakten ook nog steeds gebruik van de stadse
voorzieningen. Er was veel verkeer tussen de stad en de dorpen en steden in de omgeving.
Dit leidde steeds vaker tot files
- Er verdween steeds meer open ruimte in Nederland. Deze open ruimte werd niet alleen
volgebouwd met woningen, maar ok met nieuwe wegen en bedrijventerreinen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimkleeven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.