HOOFDSTUK 1: Perspectief
1. Perspectieven op gedrag
Perspectieven op gedrag
- iets verklaren betekent in de wetenschap het identificeren van een oorzaak
- voor de bioloog en psycholoog: verklaringen voor gedrag hebben een pluriform karakter
- elk gedragsfenomeen laat zich verklaren door meerdere conceptueel onafhankelijke
oorzaken leidt tot meerdere verklaringen
- in de biologie en tegenwoordig ook de psychologie heerst een pluriforme aanpak:
opstellen van verschillende verklaringen geven door verschillende
verklaringsperspectieven die samen begrip opleveren
Tinbergen
- was bezig met gedragsvraagstukken
- Tinbergen kwam met een taxonomie van verschillende verklaringsperspectieven
- hij stelde dat verklaringen voor gedrag ondergebracht moeten worden in vier
categorieën
- geen enkel begrip van gedrag compleet was als er niet vanuit alle vier de perspectieven
verklaringen zijn geboden: deze waren als volgt
Tinbergen’s taxonomie
- goed begrip van evolutionaire theorie is cruciaal als we willen begrijpen waarom mensen
zich gedragen zoals ze doen: stellen van vragen is cruciaal
- Tinbergen beschreef vier manieren voor het stellen van de vraag
proximate oorzaak van gedrag
o wat drijft iemand op een bepaald moment
o gaat om mechanismen in het organisme die leiden tot het gedrag: de
mechanistisch oorzaak
ontwikkelings- of ontogenetische oorzaak van gedrag
o opvoeding of ontwikkeling die ervoor zorgen dat iemand zich op een
bepaalde manier gedraagt
o onderzoek naar factoren die van invloed zijn op ontwikkeling
historische of fylogenetische oorzaak
o evolutionaire geschiedenis van gedrag begrijpen
o waar komt het gedrag vandaan
ultimate of functionele oorzaak
o waarom vergroot het gedrag de kans op overleven en voortplanten
o ligt het dichtst bij natuurlijke selectie
1
, - elk van deze verklaringen betreft een ander verklaringsniveau, dat onafhankelijk is van
het andere
- als we onderling overeenkomende antwoorden hebben op alle vier de niveaus, kunnen
we er vrij zeker van zijn dat we een volledige verklaring van het onderzochte fenomeen
- onderzoeken naar menselijk gedrag moeten altijd duidelijk zijn over
het soort verklaring dat men probeert te geven en
de vraag of de evolutie heeft gekozen voor een cognitief vermogen danwel een
onbewuste, voorgeprogrammeerde vuistregel
2.1 De oorsprong van Tinbergens vragen
De oorsprong van Tinbergens vragen
- Tinbergen wees biologen die zich bezighouden met gedrag erop om zich te richten op
vier fundamenteel verschillende soorten problemen
- hij maakt een duidelijk onderscheid tussen
verleden en heden
functie en oorzaak
2.2 Waar dient het voor?
Waar dient het voor?
- Tinbergen wijdde een aanzienlijk deel van zijn artikel aan het onderzoek naar de functie
van een eigenschap, het huidige nut
- het begrip functie geeft verwarring, omdat het zo veel verschillende betekenissen kent
veel biologen geven de voorkeur aan de term adaptieve betekenis, omdat die de
functionaliteit van een eigenschap koppelt aan fitness (aangepastheid)
hier geven we de voorkeur aan de term huidig nut: maakt duidelijk dat het
huidige en oorspronkelijke nut van een eigenschap kunnen verschillen
- ontwikkelingsprocessen kunnen functionele fenotypen voortbrengen, waarvan de
uiteindelijke vorm niet van tevoren vaststaat
- de manier waarop een eigenschap in fitness toeneemt wordt vaak beschreven in termen
van een kennelijk ontwerp
de gedachte dat eigenschap ontworpen is komt voort uit de relatie tussen
o de eigenschap
o omstandigheden waaronder die tot uiting komt
o de gevolgen daarvan
- verwarring over functie, ontwerp en adaptatie kan worden vermeden door duidelijk
onderscheid te maken tussen huidig nut en het historische proces waardoor de huidige
toestand werd bereikt
2.3 Hoe heeft het zich ontwikkeld?
Hoe heeft het zich ontwikkeld?
- belangrijk vraagstuk: wat erft een dier aan het begin van zijn levensloop
Tinbergen: ging alleen om genen, ontwikkeling begint bij conceptie
afgelopen jaren: niet-genetische factoren als opvoedingseffecten, epigenetische
invloeden, ecologische factoren en gedragstradities
2
, - ontwikkelingsprocessen die een eigenschap vormen beginnen vaak al voor de conceptie
- veel van de factoren die van invloed zijn op de individuele ontwikkeling, zijn tot stand
gekomen door de activiteiten van veel individuen gedurende vele generaties
- de vraag naar de ontogenetische oorzaak dwingt ertoe om terug te gaan naar de
historische ontwikkeling van voor de conceptie
- overerving van zowel soortspecifieke fenotypen als verschillende fenotypen binnen een
populatie, wijst op het bestaan van niet-genetische ontwikkelingsfactoren
2.4 Hoe evolueerde het?
Hoe evolueerde het?
- Tinbergen dacht dat de belangrijkste vraag was hoe natuurlijke selectie in het verleden
werkte bij het vormen van het genenpakket dat iemand erft
- sindsdien is men gaan inzien dat toevallige gebeurtenissen sterk van invloed zijn op wat
genetisch overgedragen wordt
- evolutie vindt vaak plaats door het kiezen uit bestaande systemen
- gedrag lijkt een actieve rol in evolutie te spelen: waarbij plastische gedragsresponsen tot
evolutionaire verandering in morfologische kenmerken leiden
- ontwikkelingsprocessen dragen bij aan evolutie door het systematisch genereren,
blootstellen of afschermen van de fenotypische variatie die onderworpen is aan
natuurlijke selectie
- recent nadruk op culturele evolutie als verklaring voor cognitieve en gedragsmatige
menselijke eigenschappen
vb.: taal, gevolg van natuurlijke selectie of culturele verandering?
culturele evolutie kan plaatsvinden binnen de levensduur van een individu, maar
ook over langere perioden
o is gedrag van gevolg van evolutie of ontwikkeling
- sociale overdracht beïnvloedt ook de evolutie van dieren, op allerlei manieren
2.5 Hoe werkt het?
Hoe werkt het?
- Tinbergen riep op tot analyse op meerdere niveaus
- recent grote stappen gezet in het begrip van moleculaire, neurobiologische en
hormonale verklaringen van gedrag en het integreren van gedrag met de toestand van
het immuunsysteem
- voor wetenschappers is het een uitdaging eigenschappen samen te brengen die
afzonderlijk onderzocht zijn: richten op wat functioneel van belang is
- het gebruik van de term oorzakelijkheid bij mechanistisch onderzoek is niet ideaal,
omdat proximate oorzaken kunnen teruggaan in de tijd
een term die Tinbergens bedoeling beter weergeeft is controlemechanismen
3
, 2.6 Onderlinge relaties tussen de vier problemen
Onderlinge relaties tussen de vier problemen
- Tinbergens vragen blijven van prominent belang
- het antwoord op de ene vraag kan niet worden beschouwd als een antwoord op een
andere vraag
wel belangrijk om de vragen gelijktijdig te beantwoorden
- ontwikkeling en mechanisme lijken onderling verweven, omdat het ‘hoe werkt het (op
dit moment)?’ abstractie van een moment vereist
- in werkelijkheid is ontwikkeling een continu veranderproces, en het volledig verstaan
vereist kennis van de werking van een eigenschap op alle relevante momenten
- onderscheid tussen huidige controlemechanismen en ontwikkelingsgeschiedenis is
pragmatisch van aard
2.7 Slotopmerkingen
Slotopmerkingen
- Tinbergen zag grote voordelen in het aanpakken van alle vier zijn problemen
- belangrijk om te weten voor welk doel de formulering van de vier vragen dient
bevorderen van onderzoek naar alle vier de onderzoeksterreinen: doel behaald
bieden van een samenhangende analyse waarin alle vier de componenten
worden geïntegreerd: minder duidelijk of doel is behaald
Praktische consequenties
- gerichtheid op huidig nut begint met de vraag ‘Waar dient het voor?’
aanname over historische processen die eraan voorafgaan vermijden
- processen die relevant zijn voor het begrijpen van ontwikkeling beginnen voor de
conceptie en ontwikkeling kan worden beïnvloed door transgenerationele
erfelijkheidseffecten
- focus op evolutie moet de mogelijkheid inzien van verschillende organisatieniveaus
waarop natuurlijke selectie kan plaatsvinden
- Tinbergens terminologie moet worden geactualiseerd
oorzakelijkheid vervangen door controlemechanismen
functie vervangen door huidig nut
- er zijn integratieve oplossingen voor de vier problemen nodig, om tot een diepgaand en
overkoepelend begrip te komen
- gedragsanalyse te beginnen met observaties is waardevol
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Michaela12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.