100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Feniks Hoofdstuk 10 Tijd van Televisie en Computer, ISBN: 9789400508293 Geschiedenis $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting Feniks Hoofdstuk 10 Tijd van Televisie en Computer, ISBN: 9789400508293 Geschiedenis

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Een uitgebreide samenvatting van tijdvak 10 van het boek Feniks, Tijd van Televisie en computer. Alle begrippen en kenmerkende aspecten zijn verwerkt

Preview 2 out of 10  pages

  • No
  • Hoofdstuk 10 tijd van televisie en computer
  • May 7, 2021
  • 10
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Geschiedenis Samenvatting
Hoofdstuk 10 Tijd van televisie en computer

 Moderne tijd 1950 – 2000



Paragraaf 1
Ka: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.

Kapitalisme en communisme

 Tijdens WOII richtte Roosevelt in 1945 de Verenigde Naties op als verbeterde versie
van de Volkenbond, waarin ook SU meedeed. Maar de VN kon niet voorkomen dat er
na 1950 veel oorlogen uitbraken.
 Van de samenwerking tussen SU en de VS was na WOII niet veel meer over, het
wederzijdse wantrouwen was gebleven. Sinds de Russische Revolutie in 1917
voerden het westen en SU een tegengestelde ideologie.
 Westen: vrijheid van de individu voorop, bestuur komt voort uit de Verlichting en de
Franse Revolutie. Kenmerken zijn een democratie of meerpartijenstelsel, regelmatig
vrije verkiezingen, vrije meningsuiting, kapitalisme en beperkte bemoeienis met de
economie.
 SU: communisme van Karl Marx in de 19e eeuw. Marx beschreef een ineenstorting
van het kapitalisme, waarna het proletariaat de macht zou overnemen. In 1917 had
Lenin de macht over SU, eigendom van productiemiddelen maakten plaats voor een
planeconomie met staatsbedrijven, opvolger Stalin (1927 - 1953) regeerde als tiran,
tegenstanders kwamen in strafkampen.



Machtstegenstelling

 Vanwege uitkomst van WOII ontstond er een conflict tussen het Westen en SU over
de heerschappij in EU: DU was verslagen door VS, SU en GB in combinatie  SU was
dus aanwezig in EU, dus als VS zou vertrekken uit EU was dat een verstoring van het
machtsevenwicht.
 Op de conferentie van Jalta (Feb 1945) kwamen Stalin, Churchill en Roosevelt
overeen dat midden-EU democratisch moest worden, maar Stalin dwong af dat die
regering vrienden moesten zijn met SU  Stalin maakte deze landen afhankelijk
(satellietlanden) en maakte ze communistisch  Oostblok. Stalin deed dit om SU-
macht te verstevigen en ook het beschermen van de westgrens was een belangrijke
reden (kwetsbaar in WOI/II), hij deed dit met propaganda.
 Churchill sloeg alarm en beschreef de scheidslijn tussen Oost en West als een IJzeren
Gordijn , Stalin noemde hem hierop een oorlogshitser.
 Vertrouwen in vrede nam af  Su was onvoorspelbaar, spanningen namen toe en
men sprak van een koude oorlog (geen wapens, maar wel gedrag van een oorlog
tussen SU en VS (1946-1962). In 1949 beschikte SU over atoomwapens  beide
machten dreven hun bewapening op en sloten ze bondgenootschappen 
Blokvorming: Kapitalisme tegenover het Communisme.
 Veel emigratie om een beter bestaan op te bouwen en een gebrek aan vertrouwen in
welvarend en veilig EU  veel onzekerheid over een 3e wereldoorlog.

, Trumandoctrine en Marshallhulp

 In 1947 kondigde Truman aan dat iedereen die zich bedreigd voelde, kon rekenen
op steun van de VS, overal waar SU druk zou geven, geeft de VS tegendruk
(Trumandoctrine),  er was sprake van een Containmentpolitiek: streven naar
inperking van de machtsuitbreiding van een tegenstander. Hieruit volgde de
Marshallhulp, volgens Marshall voelen arme mensen zich aangetrokken tot het
Communisme, daarom was een welvarend EU van belang voor de VS  VS
schonk geld aan EU ook uit eigen belang om een afzetgebied te creëren.
 SU-landen sloegen de Marshallhulp af, zij wilden geen pottenkijkers en dwongen
andere Oostbloklanden ook om de hulp af te slaan  dankzij de Marshallhulp
verscherpten tegenstellingen tussen Oost en West.



Sovjetiseren van Oost-Europa

 In het Oostblok vertrok zich een maatschappelijke omwenteling: fabrieken werden
staatseigendom, er kwamen collectieve boerderijen en politieke partijen werd de
mond gesnoerd. Pers en kerk moesten in het gareel lopen, Stasi controleerde de
burgers in de DDR  er was sprake van een totalitair systeem. Stalin dwong de
satellietlanden om zuiveringen door te voeren in de regering, te zelfstandige leiders
werden zo ontmaskerd. Dit werd gedaan om het volk te intimideren.



De Duitse deling

 Tijdens de conferentie van Potsdam (juli 1945) werd bepaald wat er met DU moest
gebeuren na WOII. Er werd besloten om DU in vieren te delen  VS, GB, FR en SU
bezettingszones. Ook Berlijn (lag in SU-bezettingszone) werd in vieren gedeeld. Het
bestuur viel al snel samen: VS bood Marshallhulp aan aan de drie westelijke
sectoren, terwijl SU alle materialen uit hun oostelijke deel weghaalde, om hun land
op te bouwen na de oorlog. Toen er in 1948 een gemeenschappelijke munt kwam in
de drie westelijke zones (D-mark), reageerde SU met de Blokkade van Berlijn 
West-Berlijn kon niet meer over land bevoorraad worden  VS organiseerde een
luchtbrug, zodat het westen West-Berlijn kon behouden  Stalin hief in 1949 de
Blokkade op, containmentpolitiek had gewerkt.
 De spanningen tussen Oost en West waren toegenomen. Gevolgen van de Blokkade:
De NAVO (Noord Atlantische Verdragsorganisatie) werd opgericht, een militair
bondgenootschap tussen VS, Canada en EU. Ook werden de drie westelijke zones
samengevoegd tot de BDR (Bondsrepubliek) en de Oostzone tot DDR (Democratische
republiek).  Met Bonn en Oost-Berlijn als hoofdsteden. Toen West-Duitsland tot de
NAVO toetrad in 1955, reageerde SU met het Warschaupact  alle Oostbloklanden
traden samen in een bondgenootschap. Veel inwoners van de Oostblok waren
ontevreden over vrijheid en hun toekomst en vluchtten naar West-Berlijn via een
gaatje in het IJzeren Gordijn in Berlijn  DDR kwam in gevaar  in 1961 bouwde SU
een muur door Berlijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alyssavanwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20
  • (0)
Add to cart
Added