Hoofdstuk 2 Tekstdoelen en tekstsoorten
Paragraaf 2.1 Tekstdoelen
Informeren: je wilt iets nieuws vertellen of verslag doen van een gebeurtenis of onderzoek je blijft
objectief en je houdt je aan de feiten (bijvoorbeeld nieuwsberichten en verslagen).
Uiteenzetten: vorm van informeren, maar dan specifiek iets uitleggen je geeft objectieve informatie, je
kan een overzicht geven van verschillende mogelijkheden (bijvoorbeeld teksten in een schoolboek).
Beschouwen: je belicht een probleem van verschillende kanten en zet je aan het denken , er wordt het
probleem geanalyseerd zodat je zelf een mening kunt vormen Je bent overwegend objectief
(bijvoorbeeld recensies).
Overtuigen: betogen, je probeert de lezer over te halen om het eens te zijn met jouw standpunt
onderbouwt je standpunt met argumenten, ook noem je tegen argumenten die je weerlegt je bent
subjectief (bijvoorbeeld een column).
Activeren: je wilt niet alleen overtuigen, maar ook tot actie aanzetten je bent subjectief (bijvoorbeeld
advertenties).
Amuseren: hier wil de lezers vermaken kom maar dit kan met ironie of een hyperbool om je doel te
bereiken (bijvoorbeeld romans).
Paragraaf 2.2 Tekstsoort: De uiteenzetting
Een uiteenzetting is een informatieve tekst, waarin je iets uitlegt/beschrijft/verklaart/mededeelt, je blijft
objectief en geeft geen eigen mening.
je informeert over een situatie/onderwerp, je moet ervoor goed documenteren.
Een uiteenzetting schrijf je in zakelijke en neutrale stijl.
Handig voor een uiteenzetting zijn een indelingsstructuur, verklaringsstructuur en een tijdsstructuur.
Zorg voor een aantrekkelijke aanleiding: voorbeeld of anekdote. Verdeel de kern in alinea’s, plaats de
kernzin vooraan of achteraan. Vat in het slot het belangrijkste samen en trek een conclusie.
Paragraaf 2.3 Tekstsoort: Het betoog
Een betoog is een overtuigende tekst: je probeert de lezer van jouw standpunt te overtuigen. Jouw
mening staat centraal en die onderbouw je met argumenten. Ook hou je rekening met tegenargumenten
die je vervolgens weerlegt.
Je schrijft een betoog in overtuigende stijl, je kunt retorische middelen gebruiken en de tegenstanders
uitdagen.
Een stelling-argumentstructuur en een voor-nadelenstructuur zijn geschikt voor een betoog.
Zorg voor een aantrekkelijke inleiding: begin met een verrassende stelling/anekdote. De kern verdeel je in
alinea’s, met voor elk argument een aparte alinea. In het slot trek je een conclusie waarin teruggrijpt op
het standpunt van de inleiding.
Paragraaf 2.4 Tekstsoort: De beschouwing
, In een beschouwing beschrijf je interpretaties, verklaringen en meningen, zodat de lezer zelf een mening
kan vormen. Je blijft zelf objectief.
Een onderwerp wordt van verschillende kanten belicht, zodat de lezen zelf een mening kan vormen
(opiniëren).
Een beschouwing is zakelijk en beschrijvend, je beschrijft meningen. Als je ook je eigen mening beschrijft,
mag je wat persoonlijker worden. Een beschouwing is genuanceerd.
Een probleem-oplossingstructuur, vraag-antwoordstructuur en een verklaringsstructuur zijn geschikt voor
een beschouwing.
De inleiding bestaat uit meerdere alinea’s, aan het eind van de inleiding kun je een vraag stellen waarop
meerdere antwoorden mogelijk zijn. De kern verdeel je in alinea’s: voor elke mening/verklaring/oplossing
een alinea. Het slot heeft een open einde: er zijn meerdere antwoorden en verklaringen mogelijk.
Hoofdstuk 3 Tekstvormen geschreven taal
Paragraaf 3.1 Het nieuwsbericht
Een nieuwsbericht geeft feiten die bij het publiek onbekend zijn,
Paragraaf 3.2 Het populair wetenschappelijk artikel
In een populair wetenschappelijk artikel leg je wetenschappelijke kennis uit voor een breed publiek in
niet-wetenschappelijke taal. Je kunt een PWA vaak vinden in een neutrale en zakelijke stijl geeft uitleg
over een onderwerp.
Goede vaste tekststructuren zijn: indelings-, verklarings-, onderzoeks-, probleem-oplossing- en een vraag-
antwoordstructuur.
Paragraaf 3.3 Het verslag
In een verslag beschrijf je een gebeurtenis of een onderzoek, je maakt een verslag zodat iedereen
achteraf beschikt over de feiten.
Een verslag is zakelijk en objectief.
In de inleiding beantwoord je de 5 w’s, in de kern beschrijf je de gebeurtenissen in chronologische
volgorde en in het slot geef je een samenvatting van het resultaat.
Paragraaf 3.4 Het werkstuk
Een werkstuk is een schriftelijk verslag van een onderzoek dat je zelf hebt uitgevoerd. Tijdens het
onderzoek heb je je grondig verdiept in een onderwerp.
Paragraaf 3.5 De column
Een column is een korte, prikkelende, persoonlijke beschouwing, die bedoeld is om te amuseren en
tegelijkertijd een mening te geven.
Paragraaf 3.6 Het essay
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alyssavanwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.