Neurologie, Zintuigen En Anesthesiologie (DB2BNZA)
All documents for this subject (35)
Seller
Follow
kiravanopstal
Reviews received
Content preview
Hoorcolleges NZA
Corona mededeling in het begin van het eerste hoorcollege:
Meet the expert → wat kan de patiënt hebben? Kijk hem door van tevoren. Andere vragen
over het thema is dan ook.
PGO = probleemgestuurd onderwijs → draait om casussen maar die moet je zelf helemaal
uitwerken. 1 keer een begeidende zelfstudie met een docent, studiemateriaal en extra uitleg is
op BB en studiewijzer. Bij de PGO zelf presenteer je de casus met je eigen groepje. PGO’s
moet je met voldaan afgesloten worden voor het tentamen.
Hoorcollege 1: neuroanatomie en neurofysiologie
Hij is enthousiast, kan kwispelen, kan blaffen, niet incontinent, reageert hij op een kriebel op
zin achterpoten en reageert op pijn op zin achterpoten. Dit soort dingen duiden op spieren en
perifere zenuwen. Het zou een vroeg stadium botulisme kunnen zijn.
De aard van de verschijnselen wordt voor een groot deel bepaald door de anatomische
lokalisatie van de laesie;
Botulisme is een stofje dat de afgifte van acetyl choline door de lower motor neuronen. Het
acetylcholine komt niet meer vrij.
Lower motor neuronen = laatste motor neuronen op weg naar de spieren. Tussen je
ruggenmerg en je spieren!
Bovenaan → spieraanspanning meer.
Postganglionair parasympatische neuron → gebruikt ook acetylcholine. Je zou dan ook
problemen met slikken, de hartfrequentie gaat omhoog (door niet werken parasympatisch),
de pupil verwijd. Je kan ook je blaas niet meer legen.
Myasenia gravis
- Autoantilichamen tegen nicotine ACh-receptoren (dus niet de muscarine). Je kan wel
acetylcholine geven maar je activeert je spieren nooit. Het gaat hier over de
niccotine! Die passen bij het willekeurige lower motor neuronen, dus alleen tegen
somatische zenuwstelsel! Dus vroeg stadium nog niet het willekeurige.
- Signaal kan niet worden overgedragen; spierzwakte (parese), bijv. van slokdarm-
spieren of van de ledematen.
- Therapie; (o.a.) acetylcholine-esterase remmers! Je voorkomt de afbraak van
acetylcholine – overmaat in synapsspleet → skeletspiervezels nog wel geactiveerd
ondanks verminderd aantal receptoren.
Bouw en functie
Zenuwstelsel
1. Cerebrum (grote hersenen)
2. Diencephalon (thalamus en hypothalamus)
, 3. Hersenstam met kopzenuwen
4. Cerebellum (kleine hersenen)
5. Vestibulair systeem
6. Ruggenmerg
7. Perifere zenuwen en neuromusculaire overgang → nu al iets over gezegd. We
werken van onder naar boven.
Ruggenmerg
Onderdeel van het CZS en het zit binnen de
wervelkolom. Leer hoeveel wervels en de rol van
de verschillende stukjes. Je hebt 8 cervicale
ruggenmergstukjes, dus 8 keer een cervicale
zenuw naar buiten uit het ruggenmerg. Je hebt
maar 7 cervicale wervels. De eerste zenuw komt
voor de eerste wervel naar buiten, en de achtste
komt na de 7e naar buiten. Verder naar achter
komt elke zenuw caudaal van zijn bijbehorende
wervel naar buiten. Zie dit ook in het plaatje.
C6-T2 → aansturing voorpoten, liggen
patroonregeneratoren. Die is klinisch interessant
en voor het lijf zelf ook. Heeft dus de motoriek van
de voorpoten. Thoracaal gaat heel systematisch en
lumbaal ook, die komen caudaal van hun
bijbehorende wervel naar buiten. Het ruggenmerg houdt eerder op dan de ruggenwervels.
De ruggen wervelkolom is langer dan het ruggenmerg. Je hebt dus in het laatste stukje alleen
maar zenuwen lopen in je wervelkolom = de paardenstaart = cauda equina. In de echt
caudale wervels zit daar iets van variatie in.
L4-S3 heeft motoriek van de achterpoten.
Aan het einde heb je de parasympatische aansturing van je blaas en je colon (helemaal
sacraal dus).
Dwarsdoorsnede
Het ruggenmerg is omgeven door 3 vliezen = dura mater, arachnoïdea membraan
(spinnenwebvlies) en het pia mater. Ze zenuw treedt naar buiten aan de achterzijde van de
wervels. Je ruggenmerg met canalis centralis en je hebt ook de dura mater die een
uittredende zenuw omgeeft. En het witte onderaan is een tussenwervelschijf. Je ziet dan dus
dat de zenuwen caudaal van de bijbehorende wervel uittreden.
De tussenwervelschijf ligt onder je ruggenmerg en als die gaat uitpuilen (hernia) gaat dan
snel tegen de zenuwen aandrukken.
,Dorsaal komt sensorisch binnen in het ruggenmerg. Ventraal verlaat motorische info het
ruggenmerg. Dat komt samen in een spinale zenuw (verlaat de
ruggenwervelkolom) en splits op in takjes (ramus dorsalis en ramus
ventalis). De spinale zenuw is een heel klein stukje. De ramus
dorsalis en ventralis zijn allebei combinaties van sensorisch en
motorisch. De dorsale en de ventrale wortel dicht bij het
ruggenmerg zijn uitsluitend sensorisch en motorisch. Maar bij na
het mengen zijn de rami dus gemengd.
Naast de wervel ligt de grensstreng. En die hoort bij het
sympathische zenuwstelsel waar pre op postganglionair
sympathisch over.
Grijze stof bevat vier deelgebieden; SS, VS, VM en SM
Sensorisch komt altijd dorsaal binnen. De
cellichamen van de sensorische neuronen zie je in
de foto. Dat is het dorsale ganglion.
Somatosensorisch (SS) komt helemaal dorsaal
binnen bij de dorsale hoorn en de
viscerosensorisch (VS) komt iets lager binnen in het
groene deel.
Bij een reflex ga je gelijk weer terug:
somatomotorisch (SM) verlaat via de ventrale
wortel het ruggenmerg en visceromotorisch (VM)
(glad gestreepte kliertjes en spiertjes, oranje deel)
gaan via de radix ventralis (ventrale wortel) kort
over naar een spinale zenuw en splitst zich weer op: als het naar de grensstreng gaat is het
over sympathisch dat bijv. naar je darmen gaat, maar via ramus
dorsalis en ventralis kunnen alles bevatten. Het is somatosensibel, je
voelt het, het is ook viscerosensorisch en visceromotoris. Die rami
kunnen dus alles bevatten.
Die indeling moet je dus weten.
Als je nog verder naar sacraal gaat (naar de staart) is het niet meer
sympathisch met de grensstreng maar helemaal achteraan is het
weer parasympatisch. Zwart is sympathisch met de grensstreng maar
helemaal achteraan ligt nog een stukje parasympatisch en die heeft
invloed op je colon, je blaas, je sfyncter etc.
Parasympatisch zit ook in de n. vagus, naast het sacrale deel.
Reflexen
Een reflex is een automatisch optredende, stereotype, motorische reactie op een
sensorische prikkel.
Spinale reflexen zijn in dit vak willekeurige reflexen (somatische), dus van de
dwarsgestreepte skeletspier.
, Je hebt een sensor nodig voor een reflex. Die moet gestimuleerd worden. Dit gaat via de
rami naar je ruggenwervels toe (ventalis en dorsalis dus). Je zit binnen je ruggenwervels met
de dorsale knoop en het cellichaam. Het is somatosensorisch en komt dus helemaal dorsaal
binnen en schakelt over via een interneuron. Het paarse somatomotorisch (helemaal
ventraal). Daar treedt de ventrale wortel uit het ruggenmerg. Buiten de ruggenwervel gaat
hij weer naar ramus dorsalis of ventralis. Het efferente neuron kan naar een van die twee
liggen en de spier bereiken en gaan samenknijpen.
Spinale (somatische) reflexen:
- Buig(flexie)reflex/ terugtrekreflex/ buig met gekruiste strek(extensie)reflex. De
prikkel hiervan is iets pijnlijks.
- m. ext. carpi radialis reflex (proprioceptoren) “stretch reflex”
- Kniepeesreflex(proprioceptoren) “stretchreflex” (in het engels, maar niet strek! Maar
uitrekken)
- anusreflex
Buig(flexie)reflex/ terugtrekreflex/ buig met gekruiste strek(extensie)reflex.
De prikkel hiervan is iets pijnlijks. Het begint met nociceptoren = pijnsensor prikkel je. Ze
hebben wel een hoge drempelwaarde, dus je moet niet te zachtjes doen. Pijnsensoren via de
dorsale wortel naar je ruggenmerg en schakelt een keertje. Verlaat via de ventrale wortel
het ruggenmerg en komt in een ramus naar de poten. Die motorneuronen heten de LMN-
neuronen en die maken contact met spieren. En omdat het een buigreflex is activeer je de
flexoren van de poot waar je in knijpt, dus die buig je dan.
Er zijn verschillende circuits tussen de achterpoten en de voorpoten.
De poot waar je in knijpt is de ipsielaterale poot en de poot waar je niet in knijpt is de
contralaterale poot.
https://neuroscience5e.sinauer.com/animations16.02.html
Filmpje wat erbij hoort.
Als je op je zij ligt moet je wel je terugtrekreflex hebben maar niet de gekruiste strekreflex
van de andere poot hebt, want dat hoef t niet al je ligt. Als je rechtop staat is dat wel, dan
heb je flexi gekuiste extensie reflex. Afhankelijk van hoe het lichaam staat of ligt is het
beperkt tot de ipsielaterale poot of er gebeurt ook iets met het contralaterale poot/been.
Als je in zijligging wel contralaterale strekreflex toont is er iets mis → de remmende invloed
van centraal gestoord.
Kniepeesreflex & m. ext. carpi radialis reflex (1/4)
Dit valt beide onder de myotatische reflexen. Het gaat om proprioreceptoren die je prikkels
= het spierspoeltje. Voor de rest lijkt het er heel veel op. Het komt via een dorsale wortel
binnen en kan een keer overschakelen, gaat via ventrale wortel je ruggenmerg uit en daarin
loopt de LMN naar de spier toe. Je activeert de spier waar de proprioreceptor in ligt. Die
spier spant dan bijv. aan. Het gaat om dezelfde spier als waar de sensor in zit die je prikkelt.
Als je de quadriceps test strek je het kniegewricht en bij de extensor carpi radialis trek je de
pols. Je kan ook flexie verwachten, het is afhankelijk van de spier die je test. Elke spier in je
lijf heeft de reflex en het lijf heeft er zoveel omdat ze ervoor zorgen dat je je houding kan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kiravanopstal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.