Complete en uitgebreide samenvatting van het vak Ondernemingsrecht, gegeven op Tilburg University 2021. De samenvatting omvat het onderdeel privaatrecht, ondernemingsrecht en sociaal recht. Bovendien staan bevat de samenvatting ook alle arresten en oefenvragen.
,1 WAT IS ONDERNEMINGSRECHT?
Het ondernemingsrecht vormt de juridische structuur voor Nederlandse Ondernemers.
Dit is enerzijds de juridische infrastructuur, en anderzijds het bieden van bescherming van de bij de
onderneming betrokken vennoten.
Ondernemingsrecht valt onder het privaatrecht, dat ook wel burgerlijk recht wordt genoemd.
Het privaatrecht regelt de verhouding tussen de burgers onderling. Hieronder valt het
vermogensrecht, het personen- en familierecht en het ondernemingsrecht.
Het publiekrecht regelt de verhouding tussen de burger en de overheid. Hieronder valt het strafrecht,
staats- en bestuursrecht en het fiscaal recht.
BASISBEGRIPPEN
Subjectieve rechten komen toe aan ‘personen’.
Rechtssubjecten zijn drager van rechten en plichten. Een rechtssubject kan dus rechten en
verplichtingen aangaan. We maken onderscheid tussen een tweetal rechtssubjecten:
1. Natuurlijke personen (Burgerlijk Wetboek 1)
Mensen
2. Rechtspersonen (Burgerlijk Wetboek 2)
Creatie van het recht, organisatie die als juridische eenheid (rechtssubject) opereert en eigen
rechten en verplichtingen heeft die los staan van de rechten en verplichtingen van de eigenaar of
bestuurder bijvoorbeeld BV of vereniging.
Een rechtsobject is het voorwerp van het recht, zoals een auto, een laptop of een aandeel. Hierop
wordt het recht toegepast. Het kan geen zelfstandige rechten of verplichtingen aangaan.
Het objectieve recht verleent subjectieve rechten. Het objectieve recht is overstijgende recht waaraan
subjectieve rechten voor een bepaald persoon kunnen worden ontleend. Bijvoorbeeld:
Artikel 2:118 BW: Iedere aandeelhouder bij een NV heeft tenminste één stemrecht
En het hebben van een aandeel, waardoor jij stemrecht verkrijgt in de AVA, is dan een subjectief recht.
Dwingend recht is recht waarvan afwijken niet is toegestaan.
Regelend aanvullend recht geeft een bepaalde oplossing of regel, maar daarvan afwijken is
toegestaan.
Oefenvragen:
1
Zijn de navolgende bepalingen uit boek 2 van dwingend of regelend recht?
• Artikel 2:175 lid 2 BW: “De (besloten) vennootschap wordt door een of meer personen opgericht
bij notariële akte” Dwingend recht
• Artikel 2:195 lid 1 BW: “Tenzij de statuten anders bepalen is voor een geldige overdracht van
aandelen vereist dat de aandeelhouder … deze eerst aanbiedt aan zijn medeaandeelhouders …”
Regelend aanvullend recht
2
‘Mijn OV-jaarkaart geeft mij recht op openbaar vervoer’, beweert Claire tegenover haar
medestudenten. Het recht waarop zij doelt is:
a. Een rechtssubject
,b. Een rechtsobject
c. Een subjectief recht
d. Een objectief recht
C, een OV-jaarkaart geeft Claire het recht op OV, de kaart staat op haar naam.
3
Wat is geen rechtssubject?
a. Een naamloze vennootschap
b. Een hond
c. Een natuurlijke persoon
d. Een vereniging
B
ONDERSCHEID BINNEN HET RECHT
Recht kan onderverdeeld worden in:
▪ Materieel recht deel van het recht waar rechten en verplichtingen zijn geregeld
▪ Formeel recht procesrecht, regelt hoe rechten tot stand komen en hoe bepaalde
rechten kunnen afdwingen
Dit zie je in het hele recht terug:
,De Trias Politica is de scheiding der machten. Volgens
Montesquieu verkrijg je een zo rechtmatig en eerlijke
mogelijke maatschappij door onderscheid te maken
tussen drie verschillende machten en hierbij is het
niet de bedoeling dat één macht over alle drie de
zaken kan beslissen.
Recht is een instrument en dit instrument wordt gevoed door allerlei bronnen. Met name van deze
vier rechtsbronnen waaruit rechtsnormen voortvloeien maken we gebruik:
1. De wet
Het recht is gecodificeerd, neergelegd in wetten.
De term wet wordt op 2 verschillende wijzen gehanteerd:
• Wet in formele zin: een besluit afkomstig van Regering en Staten-Generaal (artikel 81 Grondwet;
herkomst van de wet), bijvoorbeeld de Wegenverkeerswet
• Wet in materiele zin: ieder wetgevend besluit dat bestemd is voor een onbepaald aantal (niet bij
name genoemd) mensen, bijvoorbeeld een voorschrift dat afkomstig is van een bevoegd orgaan
(bijvoorbeeld een minister of een gemeenteraad)
! Dit is niet hetzelfde als formeel en materieel recht
Voorbeeld:
Materieel Niet materieel
Formeel Burgerlijk wetboek Wet tot vaststelling
rijksbegroting
Niet formeel AMvB, KB Vergunning
Bijvoorbeeld Corporate Governance Code
Een hogere wet gaat voor een lagere wet:
Ook een wet in speciale zin gaat voor een wet in algemene zin.
Oefenvraag:
Het rechtspersonenrecht in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is:
a. Een wet in materiele zin
b. Een wet in formele zin
c. Een wet in formele zin en een wet in materiele zin
C. Beide, omdat de wet formeel is vastgesteld in het Burgerlijk Wetboek en materieel omdat het voor
een onbepaalde groep mensen is bedoeld.
, 2. Rechtspraak / jurisprudentie
Wetten geven niet altijd een (duidelijk) antwoord op rechtsvragen. Dan is het soms nodig dat een
rechter daar een oordeel en interpretatie over geeft.
De uitspraken van Nederlands hoogste rechter (de Hoge Raad) worden arresten genoemd.
De uitspraak van de rechtbank wordt een vonnis genoemd. De uitspraak van een hof wordt ook een
arrest genoemd.
Bijvoorbeeld: wie heeft het voor het zeggen binnen een NV: bestuur of de AVA?
➔ Forumbankarrest: de aandeelhouder heeft beperkte bevoegdheden en het dagelijks bestuur hoort
daar niet onder. Dus, het bestuur is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en heeft
het voor het zeggen binnen een NV.
In eerste aanleg, wanneer je start met een procedure, ga je naar de rechtbank. Heb je een uitspraak
gekregen waar je het niet eens mee bent en ga je in Hoger Beroep, ga je naar het Gerechtshof. Voor
sommige zaken kun je meteen naar de Ondernemingskamer. Ben je het niet eens met het
Gerechtshof, kun je voor sommige zaken naar de Hoge Raad.
3. Verdragen
Internationaal recht. Bijvoorbeeld verdragen zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de
Mens en Europese richtlijnen en verordeningen van de Europese Unie.
4. Gewoonte
Recht dat spontaan ontstaat binnen rechtsgemeenschap, soms in wet zelf.
Bijvoorbeeld artikel 7:618 lid 1 BW: “Indien geen loon is vastgesteld, heeft de werknemer aanspraak
op het loon dat ten tijde van de overeenkomst voor arbeid als overeengekomen gebruikelijk was ..”
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller n_. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.