Samenvatting hoofdstuk 5 t/m 10 uit Geschiedenis werkplaats tweede fase havo. Het gaat om de tijdvakken 5 t/m 10. Samengevat per paragraaf met aan het eind van elk hoofdstuk belangrijke jaartallen en wat belangrijke personen. De samenvatting bestaat bijna uit het gehele examen stof voor havo, mist ...
Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 5 t/m 10 HC Britse rijk Nederland Duitsland
_________________________________________________________________________
Tijdvak 5
Kenmerkende aspecten:
1: Het begin van de Europese overzeese expansie
2: Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een
nieuwe wetenschappelijke belangstelling
3: De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
4: De protestantse Reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg
had
5: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
Samenvatting 5.1
- Italiaanse stedelijke elites kregen een nieuw mens- en wereldbeeld. In de
middeleeuwen werd de mensen gezien als slecht en zondig. De wereld was door god
geschapen, maar later in de handen van de duivel geraakt, de mens moest zich
afwenden van de wereld en zich richten op god en het hiernamaals. Ook Italiaanse
kunstenaars zagen de wereld als Gods schepping, maar zij genoten van de
schoonheid daarvan. Zij vonden dat de mens zich juist niet moest afwenden van de
natuur, maar het juist perfectioneren. Ze hadden belangstelling voor de oudheid, toen
wilde kunstenaars de natuur ook perfectioneren.
- Italiaanse kunstenaars bestudeerden het klassieke erfgoed, de nalatenschap van de
Grieks-Romeinse cultuur, er waren overal in Italië ruïnes van oude
beeldhouwwerken. Ze gebruikte deze oude vorm van kunst ook en probeerde het te
overtreffen. Ze meenden dat ze de grootheid van de oudheid lieten herleven, daarom
noemde ze deze tijd de renaissance.
- Beeldhouwers, zoals Michelangelo wiens beeldhouwwerken er mooier en volmakters
uitzagen dan echte mensen,werden niet meer gezien als ambachtslieden maar als
kunstenaars die boven gewone mensen verheven waren.
- Geleerde gingen de oudheid bestuderen, schrijvers en denkers zagen klassieke
auteurs als geestverwanten. Ze noemden zichzelf humanisten, hiermee bedoelden
ze dat ze de vrijheid en de waardigheid van de mens belangrijk vonden. De
humanisten bestudeerde belangrijke klassieke teksten om hun betekenis beter te
begrijpen, ze gingen op zoek naar verloren teksten.
- In de 16e eeuw werd de renaissance over Europa verspreid. Buitenlanders reisden
naar Italië en kwamen terug met nieuwe ideeën. Maar de landen in het noorden
ontwikkelde zich wel anders dan in Italië. Zij hadden nauwelijks een klassieke
verleden. Zij richtte zich niet op de herleving van de klassieke oudheid, maar op de
wedergeboorte van het oorspronkelijke christendom.
Samenvatting 5.2
- In 1415 veroverde Portugal de Marokkaanse havenstad Ceuta. 700 jaar eerder (715)
hadden islamitische strijders vanuit Ceuta Spanje en Portugal veroverd. De
Christenen hadden sinds de 11e eeuw bijna alles heroverd. Nu begon de uitbreiding
van activiteiten van Europeanen buiten Europa, Europese Expansie.
- De Spanjaarden hadden de Canarische eilanden ten westen van Afrika veroverd.
Daarvandaan voer de Italiaanse ontdekkingsreiziger Colombus in opdracht van het
, Spaanse koningspaar naar het westen en bereikte in 5 weken Amerika, dan toen nog
niet bekend was in Europa. Columbus dacht dat hij de Westelijke route naar Indië
had ontdekt, hierdoor werd Amerika eeuwenlang West-Indië of de West genoemd en
staan de oorspronkelijke bewoners bekend als indianen.
- Amerigo Vespucci voer rond 1500 in Portugese dienst naar het westen en verkende
de kust van Brazilië. Hij trok de conclusie dat er een nieuw continent was ontdekt dat
hij de nieuwe wereld noemde. De nieuwe wereld werd later Amerika genoemd, de
vrouwelijke versie van Amerigo.
- In 1510 bereikten de Portugezen Indonesië en later ook China en Japan.
- De Spanjaarden vonden in 1522 via een totaal andere route Indië.
- De ontdekkingsreizen vormden het begin van de Europese overzeese expansie.
- Portugezen konden de grote gebieden zoals China en Japan niet veroveren ze
waren te sterk. In plaats daarvan namen ze langs de kusten kleine gebieden in bezit
en bouwden er factorijen.
- Portugezen bedreven ook handel aan de kusten van West-Afrika. Ze haalden er
onder andere zwarte slaven. Deze Afrikanen werden gebracht naar Brazilië, dat de
Portugezen koloniseerde vanaf 1530. Portugezen stichtten er grote plantages, dat
waren landbouwbedrijven waar ze suikerriet verbouwden met behulp van indiaanse
en Afrikaanse slaven.
- Spaanse veroveraars kamen naar delen van Midden- en Zuid-Amerika. Met gemak
onderwierpen ze gebieden waar de inheemse bevolking leefde in eenvoudige
samenlevingen van jagers-verzamelaars en boeren. Er waren ook indianen die
leefden in hoogontwikkelde landbouwstedelijke samenlevingen. De Azteken hadden
een groot rijk in Mexico: de Inca’s hadden een groot rijk in Peru. Deze volken hadden
goud en zilver dus besloten de Spanjaarden om deze rijken te veroveren. Deze
veroveringen waren succesvol. Indianen hadden eenvoudige wapens en hadden
weinig verweer tegen de spanjaarden met hun zwaarden, kanonnen en paarden.
Indianen kenden geen grote dieren en waren daardoor doodsbang voor de paarden.
De Spanjaarden werden ook geholpen door volken die door de Azteken en Inca’s
werden onderdrukt. De indianen waren niet bestand tegen de Europese ziektes die
per ongeluk werden meegenomen, zoals de pest, de pokken en de griep. Binnen een
eeuw kwam het grootste deel van indianen door epidemieën om het leven.
Samenvatting 5.3
- De Duitse monnik Maarten Luther ergerde zich aan de pracht en praal van Rome,
Luther eiste een hervorming van de katholieke kerk. Geestelijke van hoog tot laag
leidden een leven dat in strijd was met ideeën die de kerk zelf verkondigde. Ze
hielden van wereldse zaken als geld, macht, eten, drank en seks. De kerk leerde dat
een leven van seksuele onthouding het beste was. Daarom as voor geestelijke het
celibaat, het ongetrouwd zijn verplicht. Maar veel geestelijken leefden samen met
een vrouw en hadden kinderen.
- Door het christelijke humanisme ontstond ook kritiek op de leer van de kerk. Volgens
Erasmus had veel van wat de kerk leerde met het oorspronkelijke christendom niets
te maken. Luther ging na bestudering van Erasmus’ Bijbelvertaling nog verder.
Volgens Luther deugde er bijna niets aan de kerkleer. De kerk leerde dat de mens in
de hemel kon komen als hij goed leefde en gehoorzaamde aan de kerk. Geestelijken
konden voor de leken bemiddelen bij god. Volgens Luther was daar niets van waar.
, Alleen een oprecht geloof in God kon de zondige mens redden. Het geloof moest
alleen gebaseerd zijn op de Bijbel.
- Volgens de kerk gingen de meeste mensen na hun dood eerst naar het vagevuur.
Daar werden ze dan gestraft voor hun zonden en later kwamen ze in de hemel
terecht. Maar als ze van de kerk een aflaat kregen, een kwijtschelding van zonden,
kwamen ze sneller in de hemel. Paus Leo X bepaalde dat de mensen deze aflaat
konden kopen met geld, dat geld ging dan naar de bouw van de nieuwe
Sint-Pieterskerk.
- Uit protest hiertegen schreef Luther in 1517 een brief met 95 stellingen, waarin hij
onder meer het geloof in aflaten aanviel. Daarmee begon de protestantse Reformatie
of Hervorming, waardoor het christendom in West-Europa uiteenviel in de katholieke
kerk en de protestantse kerken.
- Door zijn brief verbande de paus Luther uit de kerk. De paus wilde dat de Duitse
keizer Karel V hem ter dood veroordeelde. Karel gaf Luther nog een kans berouw te
tonen op een rijksdag. Maar Luther weigerde zijn kritiek in te trekken. Hij werd
vogelvrij verklaard, maar kreeg asiel van de keurvorst van Saksen.
- Door publicatie van teksten die Luther had vertaald van Erasmus kreeg Luther veel
aanhang. Hij riep de Duitse vorsten op de kerk in hun gebied te hervormen en een
aantal deed dat, waardoor de kerk splitste. In Duitsland ontstond een nieuwe kerk,
onder celibaat, heiligenverering, kloosters, geestelijken en andere zaken die niet op
de Bijbel waar gebaseerd. Deze Lutherse kerk had wel dominees, die de Bijbel
uitlegden en kerkdiensten leidden
- Johannes Calvijn was nog strenger dan Luther en stelde \dat de mens door en door
slecht is. God bepaalde welke mensen naar de hemel gingen. Volgens Calvijn
hadden mensen daar zelf geen invloed op, maar Luther stelde dat de mensen met
een goed geloof wel naar de hemel zouden gaan. Calvijn vond dat gelovigen een
vroom leven moesten leiden vol Bijbelstudie, soberheid en zelfbeheersing. Nog een
verschil was dat Luther vond dat de onderdanen de overheid moesten gehoorzamen.
Maar Calvijn vond dat de overheid moest handeling in overeenstemming met de
Bijbel en het ware geloof. Van Calvijn mocht het volk onder leiding van hoge edelen
en andere bestuurders in opstand komen.
- De leer van Calvijn kwam bekend te staan onder het calvinisme, het calvinisme
werd verspreid en kreeg vooral invloed in Frankrijk, Schotland en de Nederlanden.
- In 1555 werd bij de Godsdienstvrede van Ausburg afgesproken dat elke Duitse vorst
mocht bepalen of zijn land katholiek of luthers werd.
- In Frankrijk ontstonden vanaf 1562 godsdienstoorlogen tussen katholieken en
hugenoten, zo werden de Franse calvinisten genoemd. In 1598 kwam daar een eind
aan met het Edict van Nantes: een wet waarin stond dat Frankrijk katholiek was,
maar ook de hugenoten rechten hadden.
- In Engeland brak koning Hendrik VIII zich af van de paus en liet zich door het
parlement benoemen tot hofd van de church of England, ook de anglicaanse kerk
genoemd. In 1563 liet koningin Elizabeth I de leer van de Engelse staatskerk
vastleggen. Volgens deze leer kan de mens alleen gered worden door het ware
geloof dat alleen uit de Bijbel kan worden afgeleid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leaasselt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.61. You're not tied to anything after your purchase.