In dit document vind je een samenvatting voor het Kunst algemeen examen van 2021. De kernpunten worden weergegeven in een kader. Daaronder staat een samenvatting van het kader. Het is gebaseerd op de syllabus van van Kunst algemeen 2021
Kunst Algemeen Syllabus samenvatting
examen 2021
De tekst die staat in een tekst vak bij elk hoofdonderwerp komen van examenblad.nl met de
onderwerpen die in het examen 2021 voorkomen. Je kan de stukken tekst in het kader gebruiken om
te kijken of je de begrippen kent die bij elk onderwerp horen. Er onder staat een complete
samenvatting van de boeken ART-History van de 16 e, 17e, 19e en 20e eeuw.
De informatie die hierin verwerkt is komt uit het kunst algemeen boek (ART-History) de informatie is
betrouwbaar
Ik ben een 6 vwo leerling met het vakkenpakket NT/NG, ik heb deze samenvatting gemaakt voor
eigen gebruik
Hofcultuur 16e en 17e eeuw
Accenten binnen het onderwerp:
- paleizen, villa's, tuinen;
- commedia dell'arte, komedie/tragedie, hofmuziek, opera, comédie-ballet, hofdans, hofballet, Monteverdi;
- verschuiving van religieuze aandacht naar wereldlijke macht;
- Italiaanse hoven (hof van Mantua, de familie Medici);
- Versailles: tuinen, exterieur, interieur en wandtapijten (Lodewijk XIV);
- vorstelijke verzamelingen.
Specificaties van het onderwerp vanuit domein B invalshoeken voor reflectie:
- Kunst en religie, levensbeschouwing
- Visies op geschiedenis: christelijke heilsgeschiedenis, mythologische en historische visies op geschiedenis via
scheppingsverhalen uit de oudheid en via klassieke historieschrijvers. Pogingen om - allegorisch - deze twee werelden te
verbinden.
- Bijvoorbeeld:
- oudheid, klassieke mythologie: liefde van de goden;
- humanisme: portretten en individualisering.
- Voorbeelden: Ovidius ('Metamorfosen'); Lodewijk XIV als Apollo, zonnegod, keizercultus.
Kunst en esthetica
- Schoonheid als eenheid van delen, maat, verhouding, symmetrie, orde.
- Klassieke theorieën over schoonheid.
- Werkelijkheid en ideaal.
- Ontwikkelingen in de muziek: prima en seconda prattica, akkoordbegrip.
- Commedia dell'arte: eenheid van persoon en rol.
- Retorica en affectenleer.
- Natuur: wetten van de (goddelijke) natuur gezocht, 'schone natuur'.
- Originaliteit: inventiviteit binnen de bestaande kaders.
- Voorbeelden: Plato, Aristoteles, Alberti, Vasari, Bellori.
Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht
- Ontworsteling aan 'ambacht'; naar 'artes liberales', ook theoretische kennis. Naast 'vrije ondernemer' toch grootste status als
'hofkunstenaar'.
- Opleiding: onder Lodewijk XIV zeer gecentraliseerd in 'academies'.
- Opdrachtgevers: naast het hof ook kerkvorsten, patronage.
- Organisatie samenleving: streven van vorsten naar sterkere, centrale macht, ook economisch.
- Verzamelingen: vorsten verzamelen oudheden en eigentijdse kunst → status van de vorst.
Kunst en vermaak
- Thema's zoals liefdes der goden hebben ook een vermaaksfunctie.
- Monodie, specifiek instrumentale muziek.
,1. Inleiding op de hofcultuur
Middeleeuwen -> renaissance: veranderingen op gebied van politiek, godsdienst, wetenschap en
kunst -> domeinen waar de elite het voor het zeggen heeft -> er is continuïteit en verdere
ontwikkelingen van processen die reeds in de middeleeuwen zijn begonnen
Verandering wetenschap -> wetenschappelijke revolutie: uitvindingen Europa: drukpers, papier,
kompas, telescoop en buskruit
Ontdekkingsreizen -> landkaart (aanvulling nieuwe ontdekkingsreizen), telescoop, kompas en sextant
(een instrument om de zonnestand te meten); mercatorkaarten (platte 3D weergave)
Kritiek kerk: veel geld verdient met verkoop van ambten, aflatenhandel
-> Maarten Luther begin reformatie door stellingen op kerk
Belangrijkste bron van inspiratie: klassieke oudheid
Humanisme -> drijvende kracht achter de geest van vernieuwing
-> menselijk; mens maat voor alle dingen; rede allesbepalend; vrijheid, streven van geluk
2. Het hof en de hoveling
Macht: lokale krijgsadel -> Leenstelsel
Liefde is bij huwelijk nauwelijks belangrijk -> hofcultuur en hoofse liefde
Politiek doel: behouden en vergroten van de macht
3. De erfenis van de klassieken
Klassieke oudheid: periode westerse geschiedenis begin rond 700 v.C. en eindigt in 476
-> Griekse filosofen: Plato en Aristoteles
Na de middeleeuwen: kunstenaars en filosofen zijn in deze periode gefascineerd door de klassieken
-> combinatie van oude principes en eigentijdse variant
Griekse visie: kunst en schoonheid vormt de basis voor de ideeën
Plato -> schoonheid: geometrie, cirkel, rechte lijn, vierkant; geen imitatie van de wereld, maar eerder
een abstractie; verstand voor gevoel
Aristoteles -> kunst: is de toeschouwer een overtuigende illusie tonen, een kopie van de natuur; les
meegeven; gevoel, aardse
Mythologie: geheel van de mythen en legendes waarmee in de klassieke oudheid de oorsprong van
het bestaan van de mensen wordt verklaard
Romeinse rijk: kunst is vooral propaganda met als doel de keizer en wereldheerschappij te
verheerlijken
Beeldende kunst
- Mens centraal -> geïdealiseerde figuren, gestileerd, geproportioneerd; geen emoties tonend;
portretten (niet geïdealiseerd)
Bouwkunst
- Architraafbouw: liggende stenen balken, die rust op zuilen (verticale staanders); dragende
zuilen; kapitelen, de versierde bovenste uiteinden; schoonheid, harmonie, evenwicht;
Gulden snede (verhoudingen, 1 : 1,35); timpaan, dakgevel aan de voor- en achterzijde
- Nieuw: halfronde boogconstructies en koepels (sterk), beton
Theater
- Tragedie: ernstig van aard en kennen zelden een happy end, onmacht van de mens om aan
zijn noodlot te ontsnappen -> 3 dagen tragedie, dan vierde dag komedie gevolgd door
saterspel; acteurs dragen masker en vrouwenrollen worden door mannen gespeeld
Klassieke Griekse drama: 5 bedrijven (dramastructuur)
1. Expositie: hoofdrollen geschetst, qua karakter, achtergrond en motieven (protagonist-held,
antagonist-schurk)
, -> ook conflict
2. Conflict -> motorisch moment
3. Dramatisch hoogtepunt: climax
4. Catastrofe: crisis
5. Afloop: peripetie -> is tevens de moraal en het leermoment voor het publiek
Eenheden
- Eenheid van tijd, plaats en handeling
- Tijd: 24 uur – Plaat: dezelfde plaats – Handeling: een verhaallijn zonder subplots
Muziek (inclusief dans en dichtkunst)
- Pythagoras: ontwikkeld eerste muziektheorie en toonladder
- Dissonant -> tooncombinaties die niet lekker in het oor liggen
- Artes liberales: de zeven vrije kunsten
4. Renaissance, de geest van vernieuwing (15e eeuw in Florence)
Renaissance:
De wedergeboorte van de klassieken -> klassieke elementen terughalen (romeinse zuilen,
rondbogen, rechthoekige vensters)
Rijke families investeerden in de bouw van kerken/gebouwen
- Humanisten: wijzen op de absolute schoonheid en hoge moraal van de klassieke oudheid
- Mens staat centraal
- God: veel abstracter -> volmaakt en perfect
- Perfectie: geometrische vormen (cirkel, vierkant, bol, kubus)
- Vitruviaanse mens (da Vinci): mens past in cirkel en vierkant -> ideale vorm
Kunst en cultuur -> vooral hofcultuur omdat ze voornamelijk beperkt blijft tot de wereldlijke en
kerkelijke hoven -> mythologie en naakt terug bij hoven
Mythologie:
- Opdrachtgever: kerk/adel
- Bezit van kunst met klassieke, mythologische onderwerpen statusverhogend
Acceptabel voor de kerk: heidense bronnen verbinden aan christendom
Neoplatonisme: is een filosofie die de klassiek visie van Plato met de christelijke leer verbindt
-> platonische liefde wordt gekoppeld aan de aardse, hoofse liefde
-> ideale levensweg van de mens: van aardse en lichamelijk begeerte via geestelijke verlangen naar
verlichting en wijsheid in God
Naakt in de kunst -> gedegen kennis van de anatomie nodig om een lichaam correct te kunnen
weergeven (mythologie en religie)
Wetenschap: is vooral het onderzoek naar oorzaak en gevolg en dat onderzoek is empirisch van
opzet (intensief bestuderen van verschijnselen uit de natuur)
Schoonheid: Alberti -> goed kunstwerk: onmogelijk om iets weg te halen of toe te voegen zonder
afbreuk te doen aan het geheel; harmonie tussen alle delen van een werk in relatie tot elkaar
Schoonheid Renaissance:
- Evenwichtig maatgebruik, zuivere symmetrie, afgewogen wiskundige verhoudingen
Onderscheid in vier affecten (basisemoties): 1. Flegmatisch 2. Cholerisch 3. Sanguinisch 4.
Melancholisch
-> affectenleer: schrijft voor hoe emoties moeten worden verbeeld of muzikaal verklankt
Perspectief: Centraal perspectief -> gebouwen op een meetkundige manier weer te geven
Renaissance -> zelfbewustzijn groter -> naam onder kunstwerk
, Uomo Universale: mensen die op alle terreinen van de kunsten grote vaardigheden bezitten
-> Da Vinci is het ideaalmodel -> niet veel afgemaakte werken, want komt veel dingen tegen die veel
interessanter zijn en gaat dan daar mee bezig -> Mona Lisa erg beroemd want wel afgemaakt
Mecenaat: daarbij werken wetenschappers en kunstenaars als componisten, schilders, beeldhouwers
en schrijvers langdurig voor het hof
-> statusverhogend, beroemd, veel geld
Een uitgebreide verzameling wordt gezien als het toppunt van veelzijdige kennis -> geld investeren
Galerij is de ruimte bij uitstek voor de nieuwe vorm van machtsvertoon
Met rijkdom graag andere rijken imponeren -> spectaculaire feesten
Bouwkunst
- Grondplan
- Medaillons: vormen die geheel overeenstemmen met die van het oude Rome en die passen
bij de orde en harmonie van de renaissance
- Kapel: voorbeeld centraalbouw
Centraalbouw: term die wordt gebruikt voor gebouwen die alzijdig symmetrisch zijn -> plattegrond:
cirkels of vierkant -> perfectie, verwijzing goddelijk -> de alzijdige symmetrie maakt het onmogelijk
iets aan het totaal van het gebouw te veranderen zonder de symmetrie te verstoren
Gevelindeling: is statisch met veel horizontale en verticale lijnen en blijft tamelijk vlak
Palazzo’s -> adelijke stadspaleizen -> grote, gesloten blokken met een gevelindeling in drie lagen, die
door kroonlijsten van elkaar zijn gescheiden
-> onderste verdieping: ziet er meestal uit als een vesting, met weinig, vaak kleine ramen die
voorzien zijn van traliewerk
-> begane grond: kantoren en opslagplaatsen
-> bovenverdieping: prachtig ingericht met al van plafond- en wandschilderingen
-> Open binnenplaats: Atrium: omgeven door een zuilengalerij
Adel trekt in zomer naar het platteland
-> typische villa: beneden zijn de voorkamers en werkruimten voor het personeel, eerste verdieping
voor eigenaar en familie
-> tuin: schakel tussen villa en chaos natuur
Tuinen in renaissance: streng geordend en laten zien dat ze renaissancemens in staat is de natuur te3
beheersen en naar eigen inzicht te ordenen
Contrareformatie
- Kritische geestelijken eisen een aanhoudende hervorming en beginnen nieuwe kerken te
stichten
- Door de verandering in stijl die de contrareformatie vraagt, gaat de periode van de
renaissance geleidelijk over in die van de barok -> korte periode: Maniërisme
Maniërisme
- 1520-1580
- Stijl: verbetering van de bestaande, traditionele stijlen
- Breekt als regel met de beeldende en bouwkunstige traditie en combineert bestaande zaken
op een ongebruikelijke manier om tot iets nieuws te komen
Bouwkunst:
- Verdwijning centraalbouw
- Klassieke kruisvormen, langgerekt schip
- Plattegrond kerk: kruisvorm -> strenge gevel: indeling met kroonlijsten en dubbele pilaster ->
bekroond door een timpaan met twee voluten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iristaken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.