100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociale zekerheidsrecht begrepen $5.55   Add to cart

Summary

Samenvatting Sociale zekerheidsrecht begrepen

1 review
 249 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een grote, overzichtelijke samenvatting van het hele boek. Het is veel, maar wel duidelijk beschreven en zo goed mogelijk de kern eruit gehaald. Soms is nadere uitleg nodig dus grotere stukken. Succes ermee!

Preview 3 out of 57  pages

  • Yes
  • October 19, 2014
  • 57
  • 2014/2015
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: huig • 8 year ago

avatar-seller
Samenvatting Sociale zekerheidsrecht begrepen

Hoofdstuk 1, Inleiding in de sociale zekerheid
1.1 Inleiding
Solidariteit
Ieder mens komt in zijn leven in aanraking met ‘sociale risico’s’. Dit zijn kosten die
voortvloeien uit bijvoorbeeld een bezoek aan de huisarts of specialist of aan het wegvallen
van een inkomen door het overlijden van een partner of ten gevolge van het verloren gaan
van werk. De sociale zekerheid zorgt ervoor dat de sociale risico’s die een individu loopt zo
veel mogelijk worden verdeeld over alle werknemers en werkgevers of zelfs alle inwoners
van Nederland. Een belangrijk uitgangspunt van sociale zekerheid is dan ook collectiviteit en
solidariteit: het gezamenlijk dragen van de individuele risico’s.

Verzorgingsstaat
De verzorgingsstaat wordt zo genoemd omdat een uitgangspunt van de Nederlandse sociale
zekerheid is dat de overheid een belangrijke rol speelt bij het opvangen van de verschillende
sociale risico’s. In die verzorgingsstaat rust op de overheid de verplichting om de burger te
vrijwaren tegen aan gebrek aan gezondheid, een gebrek aan inkomen, enzovoort. De
overheid is een belangrijke rol in de sociale zekerheid gaan spelen vanaf het begin van de 20e
eeuw toen de Ongevallenwet (1901) ontstond. In 1929 trad de Ziektewet (ZW) in werking.
Deze wet keerde bij ziekte gedurende een aantal maanden een uitkering van 80% van het
loon uit aan arbeiders in vaste dienst. Tot en met de Tweede Wereldoorlog bestond ook de
Steunregeling aan werklozen en de Kinderbijslagwet in 1939.

De ontwikkeling van sociale zekerheid kwam na de Tweede Wereldoorlog in een
stroomversnelling, die mede door internationale verdragen zoals het Europees Verdrag tot
bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het
Europees Sociaal Handvest (ESH). Niet langer werd het individu zelf verantwoordelijk
gehouden voor de ellendige omstandigheden waarin hij soms verkeerde, maar erkend werd
dat op de overheid de plicht rustte om de bestaanszekerheid van de burger te garanderen.
Na de jaren 50 werd het sociale zekerheidsstelsel uitgebreid mede dankzij de voorstellen van
de commissie-Van Rhijn in 1945, geïnspireerd op het door sir William Beveridge in Engeland.

Inkomenszekerheid
In eerste plaats is het fundament van de sociale zekerheid inkomenszekerheid bij
inkomensderving. De wetten Werkloosheidswet (WW), de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen (WIA) en de Algemene Ouderdomswet (AOW) zorgen ervoor dat de
uitkeringsgerechtigde kan terugvallen op een inkomen in de vorm van een periodieke,
meestal maandelijkse, uitkering om het verlies aan inkomen op te vangen. Soms gaat dit ook
om een tegemoetkoming/bijdrage die de overheid verstrekt voor bepaalde kosten.
Voorbeelden hiervan zijn de kinderbijslag en de Wet maatschappelijke ondersteuning
(WMO).

1

,Het ‘sociale minimum’, de ondergrens van de sociale zekerheid, vormt een kernbegrip voor
de waarborgfunctie (inkomenszekerheid). De sociale zekerheid garandeert in de situatie dat
het inkomen lager is dan het geldende sociale minimum, dat zij een inkomen op
minimumniveau zullen uitkeren. De netto (minimum)uitkering is gekoppeld aan het
nettoloon. Stijgt het minimumloon, dan stijgen ook de uitkeringen (loonindexering). Dit
wordt ook wel de ‘koppeling’ genoemd. De koppeling is in de jaren 80 in de wet gekomen,
de Wet Koppeling met Afwijkingsmogelijkheid.

Het wettelijk minimum bedraagt € 1485 bruto (2014) per maand voor werknemers van 23
jaar of ouder. Het sociale minimum is van het wettelijk minimum afgeleid en bedraagt:

 Voor een gezin 100% van het wettelijk minimumloon;
 Voor een alleenstaande ouder 90% van het minimumloon;
 Voor een alleenstaande 70% van het minimumloon.

Collectiviteit
De grondgedachte van sociale zekerheid – collectiviteit en solidariteit – valt en staat bij de
maatschappelijke politieke bereidheid gezamenlijk financieel bij te dragen aan behoud van
het stelsel. Die bereidheid is niet alleen in het belang van anderen, maar ook in het belang
van jezelf. Deze zekerheid verhoogt het welzijn van mensen, omdat iedere nieuwe inwoner
van Nederland erop kan vertrouwen dat ziekte of werkloosheid niet gelijkstaat aan een
veroordeling tot de bedelstaf.

Omdat de belasting- en premiedruk in Nederland hoog is, en de loonkosten voor werkgevers
hoog zijn en voor werknemers het verschil tussen bruto- en nettoloon groot zijn, is er steeds
meer aandacht gekomen voor het weer aan het werk helpen van uitkeringsgerechtigden en
voor fraudebestrijding. Hiermee wil gezegd worden dat de inwoners van Nederland wel
willen meebetalen aan de sociale zekerheid, maar dan alleen voor die mensen die het echt
nodig hebben. Dat meebetalen gebeurt op twee manieren: de financiering van de
werknemersverzekeringen (bijv. WW) en de volksverzekeringen (bijv. AOW) gebeurt door
middel van premieheffing. De werknemersverzekeringen worden opgebracht door de
werknemers en werkgevers en de volksverzekeringen door alle ingezetenen.
De sociale voorzieningen, zoals de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wmo, worden
gefinancierd uit de algemene middelen, de belastingopbrengst.

Re-integratie
Tot de jaren 90 bestond veel minder aandacht voor het weer aan het werk helpen van
uitkeringsgerechtigden. In de Algemene Bijstandswet, die tot 1996 gold, was bijvoorbeeld
nauwelijks aandacht voor deze activeringsfunctie. In theorie bestond de sollicitatieplicht wel,
die in de wet tot uitdrukking kwam door de verplichting voor de bijstandsgerechtigden om
actief te zoeken naar werk, maar in de praktijk was het opleggen van een sollicitatieplicht
meer uitzondering dan regel. Het uitgangspunt van de overheid en van de werkgevers- en
werknemersorganisaties is vandaag de dag (2014) ‘werk boven inkomen’.

2

, Privatisering
Onder invloed van de individualisering en de economische recessie van de jaren 80 is de
collectiviteit in de sociale zekerheid onder druk komen te staan. In het midden van de jaren
80 leidde dit tot bezuinigingen in de sociale zekerheid, onder meer door het verlagen van de
hoogte van de uitkering op grond van de ZW en de WW van 80 naar 70% van het dagloon.

De overheid heeft zich op de uitgaven op sommige onderdelen teruggetrokken en meer
overlaat gegeven aan private partijen. Een voorbeeld is dat de terugtredende overheid in
1996 de ZW aan de private partij heeft overgelaten. Een zieke werknemer wordt vanaf dat
jaar niet meer vanuit een centrale ziekenkas betaald, maar de individuele werkgever moet
voor een bepaalde periode minimaal 70% van het loon doorbetalen.

Naast het geheel overlaten van een deel van de sociale risico’s aan private partijen is er ook
een tendens dat de overheid bij de uitvoering van haar publieke taken meer een beroep
doet op private bedrijven. Zo besteedden gemeenten en het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) hun re-integratietaken veelal uit aan private re-
integratiebedrijven.

Marktwerking
In 2006 vond een andere verandering plaats, namelijk het verdwijnen van de
Ziekenfondswet die werd vervangen door de Zorgverzekeringswet (Zvw). Hierdoor verviel
het onderscheid tussen ziekenfonds en particulier verzekerd zijn tegen ziektekosten.
Voorheen werd er namelijk nog een onderscheid gemaakt tussen de mensen die een
bepaald loon verdiende en hoger, en mensen die daaronder zaten. Alleen de mensen die
veel verdiende, waren verplicht een verzekering af te sluiten.

Sociale partners
Zij hadden vroeger een grote rol in de uitvoering van de sociale zekerheid. De werkgevers-
en werknemersorganisaties (vakbonden) worden ‘sociale partners’ genoemd. Zij zijn
namelijk overlegpartners in met name de Stichting van de Arbeid (STAR) en de Sociaal-
Economische Raad (SER). Deze organen zijn belangrijke adviesorganen van de overheid; dit
zogeheten ‘poldermodel’ brengt met zich mee dat adviezen van de STAR en de SER leidend
kunnen zijn voor de inhoud van nieuwe wetgeving. De uitvoering van de publieke sociale
zekerheid behoort tot het publieke domein. Het UWV en de Sociale Verzekeringsbank (SVB)
zijn zogeheten ZBO’s (zelfstandige bestuursorganen).

Eigen verantwoordelijkheid
De overheid doet tegenwoordig een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de
burger dan voorheen. Volgens sommigen is daardoor een einde gekomen aan de
verzorgingsstaat, volgens anderen bestaat deze nog wel degelijk, maar wordt hij steeds meer
uitgekleed. Een voorbeeld waardoor er steeds meer beroep wordt gedaan op de eigen
verantwoordelijkheid, is dat het per 1 januari 2012 zo is dat een meerderjarig kind dat
inwonend is, het minimum verdiende loon zijn ouder(s) moest onderhouden, zodat deze

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Robin123x. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.55. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.55  7x  sold
  • (1)
  Add to cart