Zeer uitgebreide aantekeningen inleiding in de filosofie. Alle hoorcolleges gegeven in het eerste jaar van de bachelor pedagogische wetenschappen aan de RUG. Tentamen afgesloten met een 9,0.
Het document bevat heel veel voorbeelden zodat de stof goed te begrijpen is.
Hoorcollege 1
Filosofie: waar gaat dat over: Wat is filosofie?
Waar gaat het niet over?
IKEA bedrijfsfilosofie: het aanbieden van een ruim assortiment degelijk ontworpen, functionele
woonartikelen tegen dusdanig lage prijzen dat zoveel mogelijk mensen zich deze kunnen veroorloven.
o In het dagelijks taalgebruik is dit filosofie
o Mar niet zoals het in deze cursus is > hier is het de overkoepelende werkwijzen, de richtlijn van
IKEA, het verdienmodel van IKEA verpakt als reclameleus
Hoe bedoelen wij het in deze cursus: het bevragen of problematiseren van dingen!
Kunnen we dit bekritiseren: Het is een ruim assortiment, want iedereen die er is geweest weet dat je de
hele IKEA door moet om bij de kassa uit te komen, ongelofelijke hoeveelheid spullen. Hoe functioneel is
het eigenlijk? Als je door de IKEA loopt, dan zie je zo veel dingen van: “wat is dat eigenlijk, wat moet ik
daarmee?/”, dus je hebt wel vraagtekens bij hoe functioneel het is. Daarnaast komen mensen vooral bij de
IKEA om ideeën op te doen wat ze wel eens nodig zouden kunnen hebben. Degelijk ontworpen, als dat
echt zo zou zijn, dan zou je er thuis minder moeite mee hebben om het in elkaar kunnen zetten. Tegen zon
laag mogelijke prijs is wel waar, verhoudingsgewijs zo. Maar kan wel ten opzichte van de duurzaamheid
houdt het niet met iedereen rekening.
Zo’n bedrijfsfilosofie kan dus bekritiseerd worden, het is de filosofie om zulke vragen te stellen en om op een
kritische manier ter discussie te tellen en door te vragen.
Filosofie is dat je de zekerheden en vanzelfsprekendheden, dat je die bevraagt en ter discussie stelt.
Op internet vindt hij nog een IKEA filosofie:
IKEA managementfilosofie: https://www.mt.nl/business/leiderschapslessen-van-ingvar-kamprad-ikea/
77514
De baas van IKEA, wordt geïnterviewd en hier wordt zijn filosofie onder vaag gesteld. Zijn 5 punten die
hij belangrijk vindt. Het gaat hier om principes, werkwijzen, uitgangspunten en worden als een soort
zekerheden uitgezet (zo moet je het doen) > maar dat is juist geen filosofie > je moet deze
“zekerheden” bevragen! Hoe zou je dit ter discussie kunnen stellen.
o Bijvoorbeeld: een van de dingen die opvalt > Kamprad, het maken van fouten, zijn eigen
levensgeschiedenis als voorbeeld nemen > in de jaren 40 heeft hij heel heftig met pro-NAZI
groepen meegedaan (heel nadrukkelijk steun betuigd), pas later heeft hij daar excuses voor
aangeboden. Nu zegt hij dat excuses aanbieden, als mensen tekortkomingen hebben dan is dat
goed (dat staat in zijn interview).
o Een echte filosofische vraag: hoe heftig mag de fout zijn? Tot wanneer kun je iemand zijn
excuses aannemen?
Filosofie zoals ik het niet bedoel:
Wat is het niet: onderwijsfilosofie van Sjef Drummen(Agora-onderwijs: vernieuwingsconcept):
“eigenaarschap … bestaat alleen wanneer je geen curriculum hebt! … Hoe kun je nou eigenaar zijn
wanneer anderen bepalen wat jij moet leren?” > leerling moet eigenaar zijn van het eigen leerproces
o Je mag geen programma klaar hebben voor leerlingen, je kunt geen eigenaar zijn wanneer
anderen bepalen wat jij moet leren.
“De leerling moet eigenlaar zijn van zijn of haar leerproces. Zoals bijvoorbeeld in een lesauto waarbij de
leerling aan het stuur zit. De coach zit ernaast om bij te sturen waar nodig.”
o Eigenlijk heel raar: in een lesauto is de leerling letterlijk aan het sturen, maar figuurlijk is hij niet
aan het sturen want de rijinstructeur die grijpt in als er iets mis gaat en vertelt precies wat er
moet gebeuren. Eigenlijk een dwingende vorm ten opzichte van de leerling > dit is directe
instructie.
, o Klopt deze metafoor dus eigenlijk wel (vraagt de filosoof zich af). Je zou met het oog op
eigenaarschap de dwang om bijvoorbeeld de vraag te stellen als: “wat betekent eigenaarschap
dan eigenlijk?”
“Geen klassen, geen vakken. Leraar is coach. We doen alleen nog maar wat goed is voor kinderen. …
kinderen zijn van nature nieuwsgierig en willen graag leren de school hoeft dat alleen maar te
ondersteunen.”
o De leraar moet eigenlijk volgen.
Dit heet in de volksmond een filosofie > maar is eigenlijk een soort reclae van kijk eens hoe wij het doen. Dit is
het omgekeerde van filosofie.
Waarom? Omdat er een uitgesproken mening is dat dit is hoe het moet, er zit een zekerheid in. Maar je moet
je juist afvragen hoe het zou moeten. Filosofie is het omgekeerde van overtuigingen en het hebben van vaste
dingen.
Het afvragen van dingen.
Niet! Het hebben van vastigheid
Zelf bepalen wat je leert > klinkt als eigenaarschap. Maar wat gebeurt er met leerlingen die het niet willen (die
het niet zelf willen bedenken) > die liever een duidelijk en vast programma hebben.
Deze leerlingen moeten in zulk onderwijs zelf kiezen terwijl ze dat niet willen > dan zijn ze toch niet de baas van
hun eigen leerproces
Een filosoof vindt dus een soort spanning of een paradox in zo’n theorie.
Je kunt overal op internet filosofieën vinden > zijn duidelijk geen filosofieën zoals we hier in de cursus
bedoelen.
Bedrijfsfilosofie, managementfilosofie, filosofie van het voetbal, filosofie van de opvoeding,
onderwijsfilosofie.
Zijn vaak overtuigingen en regels, terwijl wij > ter discussie stellen, vragen, etc.
Maar dit hoeft niet per se steeds heel abstract te zijn > we hoeven er niet boven te staan > het heeft
niets te maken met Esoterie en spiritualiteit
Wat is het niet: Estorie, spiritualiteit > worden vaak geassocieerd met filosofie maar dat bedoelen wij niet!!
Esoterie: er is meer dan we meemaken (zie op de website, je ziet dan titels die overeenkomen met wat
we bedoelen met esoterie en spiritualiteit)
Vergelijking: https://ramsj.nl/producten/esoterie-spiritualiteit/
Een van zijn dochters: zegt dat hij een platte filosofie heeft > ze zegt: er is meer dan jij denkt. Ze gelooft in
astrologie, straling, etc. > esoterische dingen
Vindt dat een van de aanwijzingen dat er meer is dan dat jij denkt > er is vaak regelmaat in de cijfers op
de klok wanneer jij kijkt > het kan gewoon geen toeval zijn: er moet een soort betekenis in zitten
Dan is hij nuchter: “de kans dat de klok regelmaat laat zien (digitale wekker), dat is 1 op 60. Alle keren
dat je kijkt en geen regelmaat zien, dat vergeet je. Wanneer je wel regelmaat ziet, dan valt het op. Dus
in je herinnering denk je misschien vaak regelmaat ziet.
o Dat rekenen en naaan wat er mis gaat in de redenering, dat is filosofie. We zoeken helderheid
en zekerheid.
o We zoeken geen verlossing, de waarheid, rust of etc.!!!!!!!!
Maar wat is filosofie wel? > dit is een hele filosofische vraag en hier hebben mensen heel lang hun hoofd over
gebroken.
We moeten eigen antwoorden vinden op wat filosofie eigenlijk is.
Eerst kunnen we dat allee maar een beetje aanvoelen.
,Hier gaan we samen, of alleen even over nadenken zodat je je filosofische gedachten stimuleert (in het
volgende college komt hij er even op terug zodat je een idee hebt)
Oefening 1:
Twee tekeningen van Calvin & Hobbes
1. Verbeeldt een pedagogisch probleem
2. Verbeeldt een filosofisch probleem
Leg uit waarom. Denk dieper dan “1 ste gaat over
moeder/kind en 2de gaat over universum”
Filosofie is een bijzonder breed vakgebied, we kunnen niet de hele filosofie bekijken dus we hebben een focus
gekozen > relevantie van dit vakgebied en deze opleiding.
Soorten filosofie > nadruk leggen op:
Epistemologie = kennisfilosofie > gaat over kennen
Ethiek = praktische filosofie > gaat over handelen
Logica = kwaliteit argumentatie
Ontologie = wat bestaat, wat is bestaan?
Impressie van waar het over gaat:
Kennisfilosofie: de laatste tijd geregeld mijn neus snuiten > het is hooikoorts, niets aan de hand. Snuffen,
snuiten en af en toe hoesten. Maar als je in de winkel komt vermijden mensen mij een beetje. Soms zelf
aangekeken en humeurig aangekeken in de bus. Nagewezen op straat > daar heb je hem weer.
Maar het is alleen maar hooikoorts > hoe weet ik dat dat het is en niet iets ernstiger?
Een ander zou kunnen zeggen: je denkt dat je hooikoorts hebt, je wil graag dat het hooikoorts is. Je
hoopt dat het hooikoorts is.
Hoe kom ik er achter dat ik gelijk heb in dat het hooikoorts is? > mijn ervaring en herinnering zijn die
genoeg om van kennis te spreken, of moet ik er meer voor doen om dit te kunnen zeggen?
Wat betekent dat ik iets weet?
(Ook wel goed om een eigen voorbeeld te bedenken)
, Praktische filosofie: er is de laatste tijd erg veel discussie over schaduwonderwijs. De discussie over dit
onderwijs heeft er mee te maken dat het slecht is voor het onderwijs. Als ouders hun kinderen naar bijles
sturen wanneer het even niet goed gaat, dan hoeft het onderwijs minder te doen > ze hoeven zichzelf niet
steeds te verbeteren (het onderwijs). Als het even niet wil kunnen de ouders het namelijk wel even oppakken.
Daarnaast bevordert het schaduwonderwijs de ongelijkheid in de maatschappij (rijke en arme mensen, nut
inzien of niet).
Jongste dochter van hem: moeite met wiskunde, dus staan zij voor de vraag: moet ze bijles of niet? Het
gaat ten koste van andere kinderen en het onderwijs en dan kom je voor de vraag te staan, mogen we
ons kind voorrang geven ten opzichte van andere kinderen en ten opzichte van onderwijs in het
algemeen.
Heeft te maken met rechtvaardigheid, wat goed is om te doen, etc.
Mag je je eigen kind voortrekken. Als je geld genoeg hebt moet je dan niet je best doen om het voor alle
kinderen beter te maken?
Naast deze twee domeinen zijn er twee terreinen die tussen de bedrijven door aan bod komen:
Logica: de soort filosofie die zich bezighoudt met de kwaliteit van redeneringen (denk aan voorbeeld van
redenering van de leerling aan het stuur van de lesauto).
Oefening 2
Stel, de bewering
“De oppas in het dorp past op alle kleine kinderen in het dorp waarvan de ouders niet op hun
eigen kleine kinderen passen, en alleen op de kleine kinderen in het dorp waarvan de ouders
niet op hun eigen kleine kinderen passen”
Is waar.
Waarom weet je dan zeker dat de oppas zelf geen kleine kinderen heeft?
Ontologie: het nadenken of discusseren over wat bestaat, en over wat bestaan eigenlijk is. Klinkt moeilijk..
Voorbeeld: mevrouw Batstra > deze collega zegt dat ADHD niet bestaat, dit is geen stoornis. Het is een label,
een manier om kinderen en volwassenen te onderscheiden. Het is in zichzelf niets maar het is een manier van
verschillen aanduiden. Dus ADHD bestaat niet. De discussie met Laura Batstra, maar wat bedoel je dan met wat
is bestaan, want in zekere zin bestaat het wel > het bestaat als label.
Ze bedoelt volgens de filosofen niet: in dezelfde manier als allochtonen. Het bestaat alleen omdat er
grenzen zijn en wij waarde geven aan deze grenzen. Het is geen kenmerk van iemand.
Kritische zeggen dan: in zekere zin wel > allochtoon zijn is in zekere zin dat jouw ouders of grootouders
niet geboren zijn in het land waar jij leeft.
Het wel of niet bestaan van iets, of de vraag, wat is bestaan? Is een ontologische vraag.
Een ander voorbeeld:
Smurfen bestaan niet > maar dit is ook een beetje onzin. Ze bestaan wel want er zijn films die gaan
over smurfen. Er zijn allemaal verschillende smurfen en we weten hoe ze er uit zien. Dus hoe kun je
zeggen dat ze niet bestaan?
Zelfs tegen de achtergrond als iets bovenstaand, dan kun je je afvragen wat bestaan is.
Hoorcollege 2 30 maart 2020
Kennisfilosofie/epistemologie
Drie soorten variatie:
1. Oppervlakkig Grondig
2. Indirect, bemiddeld Direct, authentiek
3. Semantisch Existentieel
Hij legt de variaties uit en legt uit waarom de variaties van elkaar verschillen. Nu doen we ingewikkelder dan in
het boek van Pritchart, maar ze zijn wel belangrijk.
- Bedoeling van het college is meedenken ! Begrijpen en volgen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annekenienkedeboer64. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.79. You're not tied to anything after your purchase.