100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie $5.79
Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfseconomie

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document heb ik een samenvatting gemaakt van bedrijfseconomie. Hierin heb ik belangrijke hulpmiddelen, voorbeelden en formules verwerkt.

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • Hoofdstuk 11, 12, 13 en 14.
  • May 10, 2021
  • 16
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Kostprijs berekenen
Zonder afval/uitval

Soorten variabele kosten:
 Proportioneel
- Variabele kosten per product blijven gelijk
- Totale kosten stijgen
 Degressief
- Variabele kosten per product dalen
- Totale kosten stijgen
 Progressief
- Variabele kosten per product stijgen
- Totale kosten stijgen

Constante/vaste kosten zijn onafhankelijk van de productieomvang

Variabele kosten per stuk =
Verschil totale kosten / verschil productie

(Kosten p2 – kosten p1) / (productie p2 – productie p1)

Constante kosten per periode =
Totale kosten – (totale productie x variabele kosten per stuk)

Totale kosten bij een bepaalde productieomvang =
Vaste kosten per periode + (productie x variabele kosten per stuk)

Standaard kostprijs =
Constante kosten + Variabele kosten
Normale productie Werkelijke productie

C + V
N W

Integrale standaardkostprijs =
(Zelfde als standaard kostprijs)

Vaste kosten + Variabele kosten

Vaste kosten = totale vaste kosten / normale productie
Variabele kosten = totale variabele kosten / werkelijke productie

Totale kosten =
Totale vaste kosten + Totale variabele kosten

(Als de variabele kosten van bijvoorbeeld periode 2 nog niet bekend zijn doe je:
Vaste kosten + (verwachte productie x variabele kosten P1))

,Integrale commerciële standaardkostprijs =
Integrale standaardkostprijs + verkoopkosten


Capaciteit




Rationele capaciteit
1=N 2=S 3=R 4=O Aantal machines
Q1 … – +% capaciteit
Q2 – – +%
Q3 … – +%
Q4 … – +%
Totaal


Stap 1 = Normale productie
Stap 2 = Seizoensinvloed
Stap 3 = Reservecapaciteit
Stap 4 = Ondeelbaarheid machines

Overcapaciteit = O – N
(Naar oorzaken de rationele-overcapaciteit laten zien!)

Check = Overcapaciteit = (O – N)
1=S = (S – N)
2=R = (R – S)
3=O = (O – R) +
Check = overcapaciteit

Als er een vraag is met verschillende machines waarvan je er 1 moet uitrekenen, kan het zijn dat een
andere machine eigenlijk gunstiger is. Omschrijf dan bij de berekening van de rationele-capaciteit,
welke machine het beste is.

Stel je moet de rationele capaciteit berekenen van machine RW23 waar je 160.000 eenheden per
jaar mee kan produceren en je komt uit dat je maar 140.800 eenheden gaat maken en machine ODI
kan 150.000 eenheden per jaar produceren, valt je keuze toch op ODI.

, De rationele overcapaciteit bereken je dan ook met ODI.

Als je moet omschrijven, waarom er sprake is van een irrationele overcapaciteit en hoeveel het
verlies bedraagt als gevolg van deze overcapaciteit, omschrijf dan of het terecht of onterecht was om
RW23 aan te schaffen. In dit geval was het onterecht want ODI, had beter geweest, de rationele
beslissing was geweest om ODI aan te schaffen. Het verlies bedraagt dan €prijs van RW23 - €prijs van
ODI = €… aan constante kosten per jaar verlies.


Break-evenpunt
Break-evenafzet =
Q = C / (p – v) (Altijd naar boven afronden!)

Q = Afzet
C = Constante kosten
P = Verkoopprijs
V = Variabele kosten

Als je wilt uitrekenen hoeveel er verkocht moet worden om een winst na belasting te halen van een
bepaald bedrag, gebruik je de volgende formule;

Q = (C + Winst) / (p – v)

Aangezien het na belasting is, is het goed om de winst eerst een op een rijtje te zetten en te kijken
wat de winst voor belasting is. Dat doe je zo:

Winst voor belasting (100%) = €…,-
Vennootschapsbelasting (20%) = €…,-
Winst na belasting (80%) = €…,-

In de formule Q = (C + Winst) / (p – v), gebruik je dan de winst voor belasting (100%).

Break-evenomzet =
Q (break-evenafzet) x P (verkoopprijs)

Break-evenomzet (zonder de afzet te weten) =
Omzet
Totale variabele kosten –
Dekkingsbijdrage (= 25% van de omzet)

C/db
Constante kosten / 25% (0,25) dekkingsbijdrage = afzet

Veiligheidsmarge =
Hoeveel % de afzet of omzet kan dalen zonder dat de onderneming verlies maakt.

Werkelijke afzet – break-evenafzet x 100%
Werkelijke afzet

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jessicavink1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.79
  • (0)
Add to cart
Added