Fenotype De eigenschappen van een individu die je ziet in het
uiterlijk. Het fenotype wordt bepaald door het genotype en
milieufactoren.
Genotype Alle genen in een cel. Erfelijke eigenschappen zitten in je
genen. Het genotype bepaalt voor een groot het fenotype.
Gen Deel van een chromosoom dat informatie bevat voor een
erfelijke eigenschap of een deel ervan.
Allel Een van de genen in een genenpaar
Milieufactoren Licht, lucht, vochtigheid, temperatuur, voeding,
opvoeding, ziekten en verwondingen.
Zygote Bevrucht eicel met 46 chromosomen. Bevat voor de helft de
chromosomen van je moeder en de andere helft van je vader.
→ Sommige eigenschappen worden (vrijwel) uitsluitend door het
genotype bepaald, zoals de oogkleur of de bloedgroep van een
mens. Andere eigenschappen door milieufactoren, zoals een
litteken of de lengte van nagels. Bij veel eigenschappen stelt het
genotype grenzen en milieufactoren bepalen hoe dicht de
grenzen worden benaderd.
→ De individuen van een eeneiige tweeling hebben hetzelfde
genotype, en kan dus alleen uit twee meisjes of twee jongens
bestaan. Bij eeneiige tweelingen die gescheiden zijn kan
onderzocht worden welke invloed milieufactoren en genotype
hebben op het fenotype. Twee-eiige tweelingen kunnen
verschillend zijn van geslacht.
, Biologie T4
DNA-sequentie Volgorde van de vier bouwstenen, waaruit een
DNA-molecuul is opgebouwd. Het is de code voor erfelijke informatie.
Genexpressie Het tot uiting komen van een gen. In je hoofdhuidcellen
staan cellen ‘aan’ voor hoofdhaar en in cellen in je ogen staan ze ‘uit’.
Verschilt per cel(weefsel). plaatsvinden. Deze wijzigingen in de
genexpressie zijn omkeerbaar, maar soms stabiel en erfelijk.
→ In lichaamscellen komen genen in paren voor. In geslachtscellen
komen de genen en chromosomen in enkelvoud voor. Bij
bevruchting worden de genen samengevoegd en staat het
genotype van de nakomeling vast.
Homozygoot Het allelenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee
gelijke allelen (dezelfde genen).
Heterozygoot Het allelenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee
ongelijke allelen (verschillende genen
Dominant allel Een allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype. Het
kan een homozygoot of heterozygoot zijn.
Recessief allel Een allel dat alleen tot uiting komt wanneer er geen
dominant allel aanwezig is. Het allel is homozygoot voor het
eigenschap.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amiliapalas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.