Economie Hoofdstuk
PARAGRAAF 1 Waar gaat economie over?
Economie is het bestuderen van de keuzes die mensen maken (tav consumeren en
produceren) in het streven naar welvaart. De keus voor het één sluit de keus voor het
ander uit of beperkt het.
Als mensen een bepaalde keuze maken heeft dit gevolgen voor henzelf maar ook voor
anderen. Voor ondernemingen die een bepaald product maken maar ook voor de
werknemers die bij hen in dienst zijn.
Keuzes maken houdt ook in dat de keuze voor het een de keuze voor iets anders uitsluit
of beperkt. Keuzes staan centraal in de economie.
Behoeften
Behoeften zijn dingen die een mens op een bepaald moment wilt. Je wilt deze behoeften
graag voorzien maar wanneer kiest je voor de ene behoefte kan je vaak de andere
behoefte niet vervullen. Behoeften worden steeds veranderd.
Goederen
Goederen zijn middelen die nodig zijn om behoeften te voorzien. Veel goederen zijn
alternatief aanwendbaar, dit houdt in dat ze op verschillende manieren kunnen
worden gebruikt. (van hout kan je een boomhut maken maar ook papier) Als we voor
het een kiezen moeten we het ander opgeven.
Tijd is ook alternatief aanwendbaar, je kan je tijd namelijk ook anders indelen.
Er zijn ook goederen waarvoor je niks opoffert, dit zijn vrije goederen
(voorbeeld: lucht)
Schaarste
Schaarste is de spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen
om die behoeften te voorzien.
Er is sprake van schaarste als:
- Er in vergelijking tot onze behoeften niet genoeg middelen zijn
- De middelen voor verschillende doeleinden kunnen worden gebruikt (alternatief
aanwendbaar)
Zeldzaamheid is niet hetzelfde!
Welvaart
Welvaart is de mate van behoeftebevrediging.
Hoe meer je je behoeften kan voorzien, hoe welvarender je je voelt. Éen van de manieren
om de schaarste terug te dringen is meer produceren.
Je moet rekening houden met volgende zaken :
- Mensen stellen behoeften telkens aan, dus meer produceren hoeft niet perse te
helpen.
- Produceren van goederen brengt neveneffecten mee die verlagen welvaart
- Welvaart is een subjectief begrip: iedereen ervaart het op een eigen manier.
, Paragraaf 2 Kiezen
Je moet altijd keuzes maken, bijna alles is namelijk alternatief aanwendbaar.
De budgetlijn
Om de consequenties van de verschillende keuzemogelijkheden te bekijken, kunnen we
een budgetlijn gebruiken. Iemand heeft altijd een maximumbudget ter beschikking, dit is
het budget. Je kan dit uitgeven aan meerdere producten of aan 1 product. Om al deze
mogelijke combinaties te laten zien hebben we de budgetlijn.
Symbolen budgetlijn:
y budget
p1 prijs product 1
q1 hoeveelheid product 1
p2 prijs product 2
q2 hoeveelheid product 2
y = p1 x q1 + p2 x q2
Of anders:
q2= p1 : p2 x q1+ y : p2
Opofferingskosten of alternatieve kosten
Opofferingskosten of alternatieve kosten bestaan uit het opgeofferde alternatief.
Als je kiest voor een avond uit = 25 euro, loop je inkomsten van werk mis je moet dan
kijken hoeveel dat is en welk werk jij ziet als aangenamer. De aangenaamste moet je mee
rekenen
PARAGRAAF 3 De woningmarkt: kopen of huren?
Als je een woning wil moet je kiezen of je wilt kopen of huren. Een aantal factoren spelen
een rol bij deze keuze.
Sommige factoren uit te drukken in geld. Bij uitrekenen hiervan, let op alle voordeel en
alle maandelijkse/jaarlijkse lasten. Let ook op opofferingskosten! Koopwoning zou in
waarde kunnen stijgen.
Keuze ook beïnvloed door andere factoren dan geld:
- opzegtermijn huurwoning
- ligging
- grootte van het huis
Het keuzeproces word dus niet alleen beïnvloed door in euro’s uit te drukken kosten
maar ook door allerlei niet-monetaire factoren. (niet in geld uit te drukken)
PARAGRAAF 1 Waar gaat economie over?
Economie is het bestuderen van de keuzes die mensen maken (tav consumeren en
produceren) in het streven naar welvaart. De keus voor het één sluit de keus voor het
ander uit of beperkt het.
Als mensen een bepaalde keuze maken heeft dit gevolgen voor henzelf maar ook voor
anderen. Voor ondernemingen die een bepaald product maken maar ook voor de
werknemers die bij hen in dienst zijn.
Keuzes maken houdt ook in dat de keuze voor het een de keuze voor iets anders uitsluit
of beperkt. Keuzes staan centraal in de economie.
Behoeften
Behoeften zijn dingen die een mens op een bepaald moment wilt. Je wilt deze behoeften
graag voorzien maar wanneer kiest je voor de ene behoefte kan je vaak de andere
behoefte niet vervullen. Behoeften worden steeds veranderd.
Goederen
Goederen zijn middelen die nodig zijn om behoeften te voorzien. Veel goederen zijn
alternatief aanwendbaar, dit houdt in dat ze op verschillende manieren kunnen
worden gebruikt. (van hout kan je een boomhut maken maar ook papier) Als we voor
het een kiezen moeten we het ander opgeven.
Tijd is ook alternatief aanwendbaar, je kan je tijd namelijk ook anders indelen.
Er zijn ook goederen waarvoor je niks opoffert, dit zijn vrije goederen
(voorbeeld: lucht)
Schaarste
Schaarste is de spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen
om die behoeften te voorzien.
Er is sprake van schaarste als:
- Er in vergelijking tot onze behoeften niet genoeg middelen zijn
- De middelen voor verschillende doeleinden kunnen worden gebruikt (alternatief
aanwendbaar)
Zeldzaamheid is niet hetzelfde!
Welvaart
Welvaart is de mate van behoeftebevrediging.
Hoe meer je je behoeften kan voorzien, hoe welvarender je je voelt. Éen van de manieren
om de schaarste terug te dringen is meer produceren.
Je moet rekening houden met volgende zaken :
- Mensen stellen behoeften telkens aan, dus meer produceren hoeft niet perse te
helpen.
- Produceren van goederen brengt neveneffecten mee die verlagen welvaart
- Welvaart is een subjectief begrip: iedereen ervaart het op een eigen manier.
, Paragraaf 2 Kiezen
Je moet altijd keuzes maken, bijna alles is namelijk alternatief aanwendbaar.
De budgetlijn
Om de consequenties van de verschillende keuzemogelijkheden te bekijken, kunnen we
een budgetlijn gebruiken. Iemand heeft altijd een maximumbudget ter beschikking, dit is
het budget. Je kan dit uitgeven aan meerdere producten of aan 1 product. Om al deze
mogelijke combinaties te laten zien hebben we de budgetlijn.
Symbolen budgetlijn:
y budget
p1 prijs product 1
q1 hoeveelheid product 1
p2 prijs product 2
q2 hoeveelheid product 2
y = p1 x q1 + p2 x q2
Of anders:
q2= p1 : p2 x q1+ y : p2
Opofferingskosten of alternatieve kosten
Opofferingskosten of alternatieve kosten bestaan uit het opgeofferde alternatief.
Als je kiest voor een avond uit = 25 euro, loop je inkomsten van werk mis je moet dan
kijken hoeveel dat is en welk werk jij ziet als aangenamer. De aangenaamste moet je mee
rekenen
PARAGRAAF 3 De woningmarkt: kopen of huren?
Als je een woning wil moet je kiezen of je wilt kopen of huren. Een aantal factoren spelen
een rol bij deze keuze.
Sommige factoren uit te drukken in geld. Bij uitrekenen hiervan, let op alle voordeel en
alle maandelijkse/jaarlijkse lasten. Let ook op opofferingskosten! Koopwoning zou in
waarde kunnen stijgen.
Keuze ook beïnvloed door andere factoren dan geld:
- opzegtermijn huurwoning
- ligging
- grootte van het huis
Het keuzeproces word dus niet alleen beïnvloed door in euro’s uit te drukken kosten
maar ook door allerlei niet-monetaire factoren. (niet in geld uit te drukken)