Hoofdstuk 12 Sparen en investeren
Sparen is het niet-consumeren van het besteedbaar inkomen. Dit is het inkomen na
aftrek van inkomstenbelasting en sociale premies en na bijtelling van uitkeringen.
Sparen is ook het uitstellen van consumptie. Het vergroten van de toekomstige
consumptie door de huidige consumptie te verminderen.
Het economisch proces vindt gedurende een bepaalde periode plaats: dag, maand, jaar.
Dit zijn stroomgrootheden: worden per tijdseenheid gemeten. (inkomen, consumeren
en investeren)
Arbeid en kapitaal zijn productiefactoren en vormen de economische structuur. Deze is
opgebouwd uit voorraadgrootheden. Deze grootheden worden op een bepaald
moment gemeten.
Kapitaalvorming is een belangrijk middel voor de instandhouding en uitbreiding van de
productie. Investeren is het aanschaffen van kapitaalgoederen. Kapitaalgoederen zijn
goederen die zijn bestemd om andere goederen te produceren. Kapitaalgoederen zijn
gebouwen, machines, auto’s, pc’s en de infrastructuur. Kapitaalgoederen worden
bedrijfsmatigs gebruikt. De totale jaarproductie van een land bestaat uit
consumptiegoederen en kapitaalgoederen.
De totale productie van kapitaalgoederen heeft een tweeledig doel:
- de vervanging van versleten of verouderde kapitaalgoederen:
vervangingsinvesteringen. De slijtage van kapitaalgoederen betekend een
waardevermindering. Deze waardevermindering noem je afschrijvingen.
- Uitbreiding van kapitaalgoederen; hierdoor neemt de productiecapaciteit toe.
Uitbreidingsinvesteringen: hierdoor kan je meer produceren.
Uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen samen noemen we bruto-
investeringen.
Productiefactoren zijn grond, arbeid en kapitaal.
Arbeid is het geheel aan productieve kennis en vaardigheden. We noemen dit ook wel
human capital. Menselijk kapitaal is ook het resultaat van doelbewuste investeringen:
huidige consumptie wordt verminderd om het gewenste kapitaal voor te brengen.
Onderwijs is een doelbewuste keuze; je ruilt je huidige inkomen/consumptie in voor je
toekomstige inkomen/consumptie. Je betaald geld voor school dus kunt dit niet voor
consumptieve doeleinden en je stopt tijd in school dus hebt minder tijd voor een
bijbaantje of vrije tijd. Ruilen over tijd nu je bestedingsmogelijkheden verminderen,
later vergroten.
Al deze kosten zijn de opofferingskosten van de investering in human capital.
Onderwijs heeft ook een signaalfunctie; het geeft aan dat je over bepaalde
bekwaamheden beschikt. De werkgever hoeft niet te testen of de werknemer over
kwalificaties beschikt.
Onderwijs maakt hoge lonen mogelijk door de hogere arbeidsproductiviteit en goed
opgeleide mensen. Maar de kosten voor onderwijs zijn erg hoog. Onderwijs verbetert de
kwaliteit van de productiefactor arbeid. Het richt zich vooral op het verwerven en
ontwikkelen van nieuwe inzichten. Opgedane kennis heeft ook gevolgen voor anderen.
Dit zijn externe effecten; de handelingen van iemand beïnvloeden de welvaart van een
ander, zonder dat dit uitdrukkelijk de bedoeling is. Wanneer de welvaart toeneemt is er
sprake van positieve externaliteiten. Wanneer de welvaart afneemt zijn er negatieve
externaliteiten.
, Onderwijs heeft positieve externe effecten; toenemende kennisniveau samenleving.
Wanneer het beter opgeleide deel van een bevolking emigreert is er een vlucht van
menselijk kapitaal; brain drain.
In een onderneming moet er worden geïnvesteerd voor er een opbrengst wordt genoten.
Een onderneming van zelfstandige zonder personeel; één persoon verricht alle
werkzaamheden en is de eigenaar.
Een balans is een opstelling van bezittingen, schulden en het eigen vermogen van een
onderneming op een bepaald tijdstip.
Een balans is in 2 zijden verdeeld: een actiefzijde en passiefzijde. De activa zijn de
bezittingen van de onderneming (kapitaal of kapitaalgoederen). De passiva zijn het
eigen vermogen en het vreemd vermogen (de schulden) van de onderneming.
Op de balans staan voorraadgrootheden. op een bepaald ogenblik.
Activa:
- Vast kapitaal; gaat langer mee. Auto/gebouw
- Vlottend kapitaal; veranderd in de loop van een jaar vaak van omvang en
samenstelling.
- Liquide middelen; kasgeld en tegoed op bankrekening.
Op de passiva zie je op welke manier de onderneming is gefinancierd:
- eigen vermogen
- lang vreemd vermogen; vermogen dat een onderneming gedurende een aantal
jaren ter beschikking staat (hypothecaire lening)
- kort vreemd vermogen; moet binnen enkele maanden worden terugbetaald.
Crediteuren (schuld aan leveranciers) of bank
Een resultatenrekening is een overzicht van de opbrengsten en kosten en het daaruit
voortvloeiende resultaat over een bepaalde periode. Dit overzicht is het verschil tussen
de omzet en de kosten van de omzet. Verdiensten noem je ook wel opbrengsten van de
onderneming. De omzet en kosten berekenen we over een bepaald tijdsverloop en dit
zijn dus stroomgrootheden.
Hoofdstuk 13 Pensioen
In de loop der tijd zijn verschillende pensioenregelingen ontstaan voor mensen die geen
inkomen meer verwerven na de pensioengerechtigde leeftijd. Het meest gebruikte
middel voor pensioen is sparen. Dit moet je ver van te voren doen. Je kan ook niet of
nauwelijks voor je pensioen sparen:
- Je verdient niet voldoende geld om weg te leggen
- Je raakt werkeloos
- Spaargeld is aantrekkelijk om uit te geven
In Nederland 2 instituties:
- Verplichte pensioendeelname; iedereen in loondienst is verplicht deel te nemen
in een pensioenfonds. Je betaald premie en ontvangt later uitkering.
- Een basispensioen; iedereen in nl ontvangt vanaf 65-jarige leeftijd AOW.
Voor uitkering van AOW moet je aan aantal pensioenrechten hebben voldaan; je hebt
gedurende een aantal jaar een deel van het inkomen als pensioenpremie afgedragen aan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miloujongbloed. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.