Samenvatting Pathologie van het bewegen (hoorcolleges)
8 views 0 purchase
Course
Pathologie Van Het Bewegen (B_PATHOLOGIE)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Hi! Dit is een samenvatting van de hoorcolleges van pathologie van het bewegen! Deze samenvatting bevat de volgende onderwerpen:
- CVA
- (hoofd) pijn
- ACL
- schouderklachten
- Parkinson
- Rugklachten
- Hart en inspanning
- Cerebrale parese
- Duchenne
Ik heb voor de 3 deeltoetsen...
Hoorcolleges pathologie van het bewegen
Hoorcollege 1 : veroudering
Hoorcollege 2: hoofdpijn
Voorbereiding
meest voorkomende hoofdpijn is de primaire hoofdpijn, spanningstype hoofdpijn en
migraine. hoofdpijn wordt vaak geassocieerd met nekpijn.
interventies zoals: zelfmanagementstrategieën, farmacologische en niet-farmacologische
interventies. lichamelijke behandelingen is een veel voorkomende interventie om hoofdpijn
aan te pakken.
→ neurofysiologische modellen worden voorgesteld om de hoofdpijn te begrijpen en deze te
linken aan fysieke behandeling en de relatie tot nekpijn.
173 miljard euro per jaar als zorgkosten voor hoofdpijn
De meest voorkomende primaire hoofdpijn wereldwijd zijn spanningstype hoofdpijn (TTH) en
migraine. Deze soorten hoofdpijn worden vaak geassocieerd met nekpijn.
trigemino-cervicale complex (TCC) : van de medulla tot de 1e en de 2 cervicale segmenten.
pericraniale spieren kan de dura mater bereiken door ortho- en antidromische geleiding door
axon collateralen en mogelijk de meningeale functies beïnvloeden en hoofdpijn genereren bij
de mens. deze bevinding op ondergeschikte afferente verbindingen komt overeen met de
anatomische en functionele relatie van de dura en suboccipitale spieren in het bovenste
cervicale gebied bij de mens. Daarom is de neuro-anatomische verbinding van oftalmische
en cervicale nociceptieve afferenten op tweede orde neuronen aan de pars caudalis van de
TCC cruciaal om het optreden van hoofdpijn en nekpijn te begrijpen.
Het naast elkaar voorkomen van hoofdpijn en nekpijn kan worden verklaard door
gerefereerde pijn: pijn afkomstig van de nek wordt waargenomen als afkomstig van het
hoofd en omgekeerd.
Hoofdpijn die waargenomen wordt als frontale en occipitale en in de bovenste nek het
resultaat zijn van overlap van nociceptieve informatie op het niveau van tweede orde
neuronen.
migraine: Hoofdpijn tijdens een migraineaanval lijkt voornamelijk te zijn gebaseerd op
activering van de trigeminovasculaire routes door verhoogde viscerale nociceptieve A δ- en
C-vezelsinvoer van de dura en intracraniële vaten op de TCC. Deze invoer is vaak beperkt
tot het territorium van de oogheelkundige zenuw, maar kan zich als pijn uitstrekken naar het
occipitale gebied van de kop dat wordt geïnnerveerd door de grotere occipitale zenuw C2.
Deze resultaten geven aan dat hoofdpijn en nekpijn kunnen worden waargenomen als
verwezen pijn.
Klinische waarnemingen hebben aangetoond dat intracraniële nociceptieve inbreng van
slagaders, maar ook extracraniale nociceptieve input afkomstig van de wervelslagader
pijnlijke gevoelens kan opwekken in het gebied van het voorhoofd.
,pijnprikkels toedienen (door oplossingen en stimulatie) boven de bovenste cervicale dorsale
wortels hebben aangetoond dat ze hoofdpijn veroorzaken.
Mechanische nociceptieve afferente stimuli - door een stevige druk te geven aan
myofasciale structuren van bovenste cervicale segmenten (C0-3) - lokken ook de typische
hoofdpijn van de patiënt uit bij patiënten met cervicogene hoofdpijn , TTH en migraine.
Samenvattend kan convergentie van cervicale en trigeminus nociceptieve afferenten op
tweede orde neuronen bij de TCC hoofdpijn veroorzaken als verwezen pijn via stimulering
van cervicale nociceptieve invoer van de bovenste cervicale segmenten door toediening van
vloeistof-irriterende middelen of mechanische druk.
aldus kunnen triggerpoints of gevoelige, pijnlijke myofasciale structuren in de bovenste
cervicale segmenten bij hoofdpijnpatiënten ofwel tevoorschijn komen of een bron zijn van
hyperexcitabiliteit van tweede orde neuronen Cl-C2
Cervicale musculoskeletale disfuncties van gewrichten en spieren zijn waargenomen bij
patiënten met migraine, TTH en cervicogene hoofdpijn.
Palpatie van triggerpoints in suboccipitale spieren en trapezius , beperkte beweging van de
cervicale segmenten C0-3 en belasting van gewrichten in de bovenste cervicale
wervelkolom zijn gerelateerd aan verschillende soorten hoofdpijn. echter geen oorzakelijk
verband kan er vastgesteld worden.
preventie: Bij patiënten met hoofdpijn, blokkerende afferente nociceptieve input door
anesthesie van de GON of in de facetgewricht C1-2 heeft bewezen effectief te zijn in het
verminderen van hoofdpijn.
De neuro-anatomische en fysiologische relatie tussen hersenstam-kernen, de (bovenste)
nek en de trigeminuszenuw moet worden opgenomen in de ontwikkeling van een fysieke
behandeling van hoofdpijn die is gericht op de cervicale wervelkolom, met name de
bovenste cervicale regio. Stimulatie van proprioceptieve input door actieve oefeningen voor
nekspieren kan de exciteerbaarheid van tweede orde neuronen op de TCC en activatie van
het supraspinale DNIC-systeem door stimulatie van myofasciale A δ verlagen- en C-vezels
door handmatige druktechnieken aan de bovenste cervicale wervelkolom kunnen een
toegevoegde waarde hebben
classificatie en discussie:
hoofdpijn te classificeren volgens de ICHD III-criteria en om cervicale musculoskeletale
disfuncties te bepalen bij patiënten met migraine, spanningshoofdpijn en cervicogene
hoofdpijn.
In hun klinische oordeel moeten clinici rekening houden met alle verzamelde
patiëntgegevens: hoofdpijnsymptomen en nekpijn, gerelateerde cervicale musculoskeletale
dysfunctie, tests op pijngevoeligheid in de cervico-cephalische en extra-cervico-cephalische
regio's (drukpijndrempels) en reproductie van hoofdpijn door druk of rek op musculoskeletale
structuren. Het begrijpen van onderliggende neurofysiologische mechanismen (lokale
nociceptieve provocatie, verwezen pijn, gegeneraliseerde hyperexcitabiliteit) blijft een
,uitdaging, maar is noodzakelijk om patiënten te identificeren die baat kunnen hebben bij de
behandeling van de nek.
NHG standaard hoofdpijn
Onder hoofdpijn wordt in deze standaard verstaan: spanningshoofdpijn, migraine,
medicatieovergebruikshoofdpijn en clusterhoofdpijn. Medicatieovergebruikshoofdpijn is in de
plaats gekomen voor middelengeïnduceerde hoofdpijn.
Overige vormen van hoofdpijn worden alleen besproken als ze berusten op een zeer
ernstige aandoening.
combi’s mogelijk: migraine en spanningshoofdpijn, migraine en
medicatieovergebruikshoofdpijn of spanningshoofdpijn en medicatieovergebruikshoofdpijn
voorkomen
Spanningshoofdpijn: tweezijdige, drukkende of knellende, matig intense hoofdpijn,
gedurende minuten tot dagen. De hoofdpijn neemt niet toe bij fysieke activiteit en is niet
geassocieerd met misselijkheid, maar foto- of fonofobie kunnen wel aanwezig zijn. De
hoofdpijn kan activiteiten storen, maar niet verhinderen. spanning of spierspanning zijn geen
primaire oorzaken al kunnen beide factoren wel intermediair of verergerend zijn, net als
bijvoorbeeld oververmoeidheid of een ‘verkeerde houding’. we praten over chronisch als het
=> 15 dagen per maand.
Migraine: herhaaldelijk optredende unilaterale hoofdpijn gedurende 4 tot 72 uur. De
hoofdpijn is vaak pulserend, matig tot heftig qua intensiteit en verergert bij fysieke
inspanning, gaat vaak gepaard met misselijkheid en/of foto- en fonofobie en verhindert de
dagelijkse activiteiten.
Medicatieovergebruikshoofdpijn: aspecifieke hoofdpijn veroorzaakt door overmatig gebruik
van medicatie voor hoofdpijn: paracetamol of NSAID’s ≥ 15 dagen per maand, triptanen ≥ 10
dagen per maand gedurende drie maanden.
Uiteindelijk belanden de patiënten in een vicieuze cirkel met (bijna) dagelijks optredende
hoofdpijn en dagelijkse inname van geneesmiddelen voor de hoofdpijn. Bijkomende
verschijnselen zijn: vermoeidheid, misselijkheid, snelle irritatie, concentratiestoornissen,
rusteloosheid, angst en depressie
Clusterhoofdpijn: herhaaldelijk optredende, zeer heftige intense eenzijdige pijn van het
aangezicht en/of hoofd gedurende 15 tot 180 minuten variërend van eenmalig om de dag tot
8 maal per dag. De pijn gaat vaak gepaard met een ipsilateraal rood en/of tranend oog,
neusverstopping, ooglidoedeem, pupilvernauwing en/of hangend ooglid, verhoogde
zweetsecretie van voorhoofd/gelaat en onrustig gevoel en bewegingsdrang.
, bij kinderen vanaf ongeveer 6 jaar komen spanningshoofdpijn en migraine voor. De
prevalentie van spanningshoofdpijn in de algemene bevolking is hoog (ongeveer 60%) en
neemt af met het toenemen van de leeftijd.
Dit zijn onder andere alcohol, histamine, nitraten, lange vliegreizen of verblijf op grote
hoogte, zoals in de bergen.
De prevalentie van migraine in de algemene bevolking bedraagt ongeveer 15%.2) De
prevalentie van migraine (bij vrouwen en mannen) daalt met het stijgen van de leeftijd. Beide
soorten hoofdpijn komen meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Patiënten met
spanningshoofdpijn kunnen ook migraine hebben, en andersom. Ongeveer 4 van de 5
patiënten met spanningshoofdpijn of migraine rapporteren in de loop van de tijd een andere
vorm van hoofdpijn.
De totale prevalentie van de chronische vormen van de diverse soorten hoofdpijn in de
algemene bevolking bedraagt enkele procenten (2 tot 4%), waarbij naar schatting ongeveer
de helft tot bijna tweederde medicatieovergebruikshoofdpijn heeft.3)
Clusterhoofdpijn komt weinig voor in de algemene bevolking. De incidentie in de
huisartspraktijk is 0,1 per 1000 patiënten.4) Deze vorm van hoofdpijn komt vaker voor bij
mannen dan bij vrouwen.
voor alleen hoofdpijn gaan mensen niet vaak naar de huisarts. indien de mensen wel naar
de huisarts gaan is het bij de helft de bezorgdheid naar een hersentumor. er wordt gevraagd
naar medicatie echter niet vragen zoals praktische consequenties.
behandeling : Start met behandeling van medicatieovergebruikshoofdpijn wanneer deze
aanwezig is. Spanningshoofdpijn en migraine zijn namelijk niet te herkennen en te
behandelen wanneer er ook sprake is van medicatieovergebruikshoofdpijn.
Aantekeningen Hoorcollege hoofdpijn
je ervaart verschillende soorten pijn.
verschil tussen mannen en vrouwen
pijn is afhankelijk van verschillende factoren.
de marathonloopster ervaart geen pijn, maar er zijn systemen (binnen je lijf/ hersenen) om
de pijn weg te nemen.
pijn modulerend systeem om door te kunnen gaan.
rene descartes heeft gekeken wat nou pijn is. het is een fysieke ervaring waarop ook een
fysieke reactie op plaatsvindt. → 1 baansysteem
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentHMS4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.