Beeld: Didactiek
Beeldaspecten in de lagere school
Bij iedere activiteit moet je rekening houden met de beginsituatie
Groot aanbod beeldaspecten, gebaseerd op haalbaarheid en nuttigheid
De doelen werden gekoppeld aan de leeftijd
1) Licht
= schematische weergaven (zonnetje zonder schaduw) doorbreken door opdrachten te geven die
aansluiten bij het gevoelsmatige: namelijk de relatie tussen licht en sfeer
Belangrijk: aspecten – sfeer – fantasie – gericht waarnemen
- Begrippen licht
o Lichtbron = dat wat licht geeft
o Kunstlicht = lamp, zelf te regelen
o Natuurlijke licht = zon, maan en bliksem
o Diffuus licht = egaal licht, gelijkmatig
o Direct licht = licht dat zo van de lichtbron op iets valt
o Indirect licht = licht dat van een lichtbron komend eerst ergen op valt en dan
weerkaatst
o Clair – obscur = licht-donker, uitdrukking bij praten over beeldende kunst om aan te
geven dat het contrast tussen licht en schaduw groot is
o Lichtrichting: licht dat van een bepaalde kant komt
Tegenlicht: gezien naar je toe
Meelicht: gezien van je af
Zijlicht: licht van rechts of links
o Eigenschaduw: schaduw die een object heeft aan de onbelichte kant
o Slagschaduw: schaduw van een object op de grond of op een ander object
o Silhouet: een vlakke, egaal gekleurde, meestal donkere vorm die bepaald wordt door
zijn omtrek
o Weerkaatsing = lichtstralen die terugkaatsen of een ander richting kaatst
2) Ruimte
= meestal tekenen ze plat en hebben ze nog geen inzicht
- Begrippen
o Ruimtesuggestie = geen echte ruimte omdat het oppervlak plat is, wel ruimte
suggereren in je tekening
o Standpunt = punt waarop iets bekeken wordt
o Ruimtelijk = als iets drie dimensies heeft of lijkt te hebben (breedte, diepte, hoogte)
o Afsnijding = als iets getekend is alsof het buiten het kader v.d. tekening doorgaat
o Overlapping = gedeelten v. e. object worden niet getekend
o Omklapping = rabattement, vorm van ruimte-afbeelding zonder ruimtesuggestie
o Perspectief = verzamelnaam enkele vormen ruimtesuggesties
, o Lijn perspectief = vorm ruimtesuggestie, d.m.v. verdwijnpunten en een horizon tot
stand komt
o Parallelprojectie = manier van tekenen waarbij alle evenwijdige lijnen ook precies
evenwijdig worden getekend
o Kikvorsperspectief = van een laag standpunt gezien, een hoge horizon
o Vogelperspectief = van een hoogstandpunt gezien, laag horizon
o Horizon = ogenschijnlijke scheiding tussen lucht en aarde
3) Lijn
= de lijn is basis, niet allen krabbel maar schrift, tekening, alles met visuele afbeelding, lijnen
maken vormen en vormen maken volumes
- Begrippen
o Lineair = uit lijnen opgebouwd
o Lijnsoort = concrete eigenschappen zoals dik, dun, recht, gebogen, onderbroken,
gebroken, gegolfd
o Arcering = veel lijnen evenwijdig aan elkaar getekend
o Lineaire en picturale schilder = de ene drukt zich uit met lijnen en de ander is het
vlak een uitgangspunt, de ene schept precieze contouren met scherpe lijnen en
verkiest de tekening en de andere voorkeur aan vage overgangen, kleuren en
verftoetsen
4) Vorm
= sporen van motorisch handelen,
- Begrippen
o Vorm = een samenhang, kunnen tweedimensionaal of driedimensionaal
o Vlak = tweedimensionale vorm
o Beeldvlak = vlak waarin tweedimensionaal beeld zich bevindt.
o Contour = de omtrek
o Kader = de afbakening van een beeldvlak.
o Patroon = regelmatige herhaling van een of meer vormen.
o Restvorm = bv. tussen bladeren een lichte achtergrond, vormen die overblijven
tussen de eigenlijke vorm van het object of tussen delen v.h. object
o Vormsoorten = voorwerpen die voldoende visuele overeenkomsten vertonen
5) Kleur
= ze spreken onze gevoelens en zintuigen aan
= kleur ontstaat uit licht
= het spectrum = vaste rangschikking van kleuren, steeds hetzelfde en in een vaste volgorde die
terugkomen
- Begrippen
o Soorten kleuren
Primaire kleuren (hoofdkleuren en geen verfvermenging): geel, rood
en blauw
Secundaire kleuren: vermenging pr. Kleuren bv. geel + blauw = groen
Tertiaire kleuren bv. oranje + groen = mosgroen nog een vermenging
o Tint = het onderscheid tussen verschillende kleuren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller katovandenbilcke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.