Deelvraag 1: “Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht
tussen de Europese grootmachten, 1871- 1918?’
Frankrijk was sinds Lodewijk XIV de machtigste mogendheid op het Europese continent. Dat
veranderde in de loop van de 19e eeuw door Pruisen. Op het Congres van Wenen kreeg
Pruisen er grote gebieden in West-Duitsland bij. De bevolking van Pruisen nam snel toe terwijl
de Franse bevolking langzaam groeide. Rond 1865 produceerde Pruisen veel meer kolen en
staal dan Frankrijk, waardoor het een sterk leger en een sterke wapenindustrie kon opbouwen.
Duitse nationalisten wilden één grote Duitse staat waarin de kleinere staten en staatjes
zouden opgaan. Bismarck, de Pruisische kanselier maakte daar gebruik van en wakkerde in
1870 het nationalisme aan door een oorlog tegen Frankrijk uit te lokken. In deze Frans-Duitse
oorlog werd Frankrijk verslagen. In het paleis van Versailles werd op 18 januari 1871 het
Duitse keizerrijk uitgeroepen en de Pruisische koning, Wilhelm I werd de keizer van Duitsland.
Het Duitse keizerrijk was politiek, militair en
economisch de sterkste mogendheid. Maar
daarnaast waren er drie andere sterke
mogendheden: Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije en
Rusland. Bismarck wilde het machtsevenwicht
handhaven en was bang dat Frankrijk steun zou
zoeken bij een andere mogendheid. Daarom sloot
Bismarck allianties met Oostenrijk-Hongarije en
Rusland, waarbij ze beloofden elkaar in een oorlog
te helpen of ten minste neutraal te blijven (=
alliantiepolitiek) Bismarck trad op als bemiddelaar in
conflicten zoals bleek op de Conferentie van Berlijn
(1884-1885) waarin afspraken werden gemaakt
over kolonievorming in Afrika. Bismarck wilde geen
koloniën maar de Duitse nationalisten wel en dus
verwierf Duitsland grote gebieden in Oost, West- en
Zuidwest-Afrika.
In 1888 volgde Wilhelm II zijn vader op. Hij wilde zelf
de politieke leiding hebben en ontsloeg daarom in 1890 Bismarck. Wilhelm II voerde een
'Weltpolitik' en wilde een wereldimperium opbouwen. Daarvoor had hij een oorlogsvloot nodig
om de Engelsen te kunnen uitdagen. (Vlootwet). Er ontstond een wapenwedloop tussen
Engeland en Frankrijk. Engeland won die wedloop en had in 1914 de grootste en sterkste
vloot ter wereld.
Duitsland verwierf alleen enkele kleine eilandjes en wat gebied in China. In het begin van de
20e eeuw richtte Duitsland zich meer op het Europese continent. Nationalisten wilden dat
Duitsland zich naar het oosten zou uitbreiden. De 'Drang nach dem Osten'werd ingegeven
doordat de snelgroeiende bevolking meer voedsel, grondstoffen en 'Lebensraum' nodig zou
hebben. Daarnaast nam het militarisme in Duitsland snel toe. Duitse jongens moesten een
dienstplicht van twee jaar vervullen. Omdat de Duitse economie steeds sterker werd namen
de zorgen van Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland toe. Daardoor zochten Duitsland en
Oostenrijk-Hongarije elkaars steun, er ontstonden bondgenootschappen. Duitsland keek met
argwaan naar Rusland omdat dat land zijn invloed verder naar het westen wilde uitbreiden.
, Dat leidde ertoe dat de Duitse legerleiding in 1912 de conclusie trok dat een oorlog
onvermijdelijk was en die beter dan maar snel kon komen.
De Eerste Wereldoorlog
Een plan van Von Slieffen om in zes weken tijd in het westen Parijs te omsingelen en daarmee
Frankrijk te verslaan lag al klaar. Daarna zou het zegevierende leger naar het oosten reizen
om Rusland te verslaan. Maar aan het westfront liep het helemaal anders en slaagden
Frankrijk en Engeland erin het Duitse offensief te stoppen en ontstond er een jarenlange
loopgravenoorlog. Daarnaast mobiliseerde Rusland de troepen sneller dan verwacht
waardoor er een tweefrontenoorlog was ontstaan. Omdat burgers in deze oorlog ook zwaar
werden getroffen (thuisfront) spreken we van de eerste totale oorlog.
Achterblijvers moesten de economie draaiende houden waardoor er voedseltekorten
ontstonden. De Engelse vloot blokkeerde de havens waardoor er ook geen voedsel kon
worden ingevoerd. De onvrede onder het volk nam toe en in de herfst van 1918 bleek dat de
Duitse nederlaag onvermijdelijk was (de VS was ook gaan deelnemen aan de oorlog). Er
ontstond muiterij op de Duitse oorlogsvloot en arbeiders sloten zich bij de muitende matrozen
aan en eisten verandering. Er was sprake van een revolutie.
Op 9 november riepen de sociaaldemocraten in Berlijn de republiek uit. De keizer vluchtte
naar Nederland en op 11 november werd er een wapenstilstand gesloten.
2. Welke factoren leidden tot de ondergang van de Republiek van Weimar, 1919-1933?
In 1919 was in
Duitsland een
parlementaire
democratie ontstaan,
althans op papier.
Berlijn was te onrustig
dus was men in
Weimar bijeen en
ontstond er een
nieuwe grondwet.
Democraten kregen
bij de verkiezingen
een meerderheid,
maar de oude
machtsgroepen
hadden zich niet neergelegd bij de komst van de democratie en wilden terug naar een staat
waarin het leger en de bureaucratie de dienst uit maakten(leger en de landeigenaren). Zowel
van links al van rechts werd de democratie aangevallen.
Straatgeweld
Op 4 januari 1919 brak er in Berlijn de Spartacus- opstand uit. De regering moest de hulp va
het leger inroepen om de linkse opstand neer te slaan. De leiders van de opstand Rosa
Luxemburg en Karl Liebknecht werden vermoord. Overal in Duitsland was er sprake van
straatgevechten en duizenden doden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nk18092. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.