Samenvatting van het vak milieugebonden orgaanpathologie
14 views 0 purchase
Course
Milieugebonden Orgaanpathologie
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Deze samenvatting bevat alle besproken hoofdstukken van het vak 'milieugebonden orgaanpathologie'. Alle 14 hoofdstukken worden uitgebreid besproken met de nodige afbeeldingen ter verduidelijking.
HOOFDSTUK 1 – INTOXICATIES
1. Inleiding
Men kan aan een toxische stof blootgesteld worden zowel accidenteel als intentioneel. Deze
blootstelling kan via verschillende wegen: inname, via de huid, oogcontact, inademing (zoals
koolstofmonoxide) of parenteraal. De meest voorkomende farmaceutische intoxicaties zijn:
analgetica, pijnstillers, sedativa, antidepressiva, drugs en antibiotica. Voor niet farmaceutische
intoxicaties ziet men vooral: alcoholen, cosmetica, planten, insecticiden, metalen en
onderhoudsproducten.
Intoxicaties presenteren zich meestal met 1 van volgende symptomen:
De meeste farmaca werken in op ofwel de orthosympaticus of de parasympathicus. Wanneer de
orthosympaticus geprikkeld wordt, zal er stimulatie zijn en zal er hypertensie, tachycardie, mydriase
en hyperthermie optreden. Wanneer de parasympathicus geprikkeld wordt, zal er onderdrukking
optreden en zal er hypotensie, bradycardie, miose en hypothermie zich voordoen. Naar elk orgaan in
het lichaam gaan zowel orthosympatische als parasympatische vezels.
Een ander ding dat men moet onthouden zijn de opiaten. Opiaten zullen de pijn onderdrukken, maar
onderdrukt ook veel van de autonome symptomen. Als men bijvoorbeeld morfine inspuit, krijgt men
niet alleen onderdrukking van de pijn, maar ook onderdrukking van de ademhaling, een kleine pupil,
een trage pols en onderkoeling. Er zijn veel farmaca die een kleine pupil geven. Alles wat het
zenuwstelsel gaat onderdrukken geeft een kleine pupil. Alles wat het zenuwstelsel gaat stimuleren zal
een vergrote pupil geven.
Daarnaast zijn er bij acute intoxicaties ook nog bijkomende tekens. Heel wat organische
oplosmiddelen hebben een acetongeur. Cyanide heeft een amandelgeur en pesticiden zoals
organofosfaten hebben een lookgeur. Verder geeft een intoxicatie met zware metalen een dispositie
in bot en onder de huid.
2. Stimulerende producten
2.1. Amfetamines
Amfetamines zijn synthetische producten, voorbeelden zijn: MDA, MDMA, MDEA en PMA. De
zustermoleculen van amfetamines zijn metamfetamines zoals meth. Amfetamines zullen de
sympathicus gaan stimuleren. Door de opwinding zal men orgaanfalen krijgen. Andere symptomen
zijn: hallucinaties, intracraniële bloeding door hoge BD. Daarnaast ervaart men nog voorbijgaande
blindheid, cardiomyopathie en koorts. De orgaanfalen ontstaan dus door de maximale stimulatie van
de sympathicus.
1
,Vroeger werden amfetamines gebruikt om vermagering te bewerkstelligen, nu uiteraard niet meer.
Het effect is ook zeer variërend. Personen kunnen al sterven na 1 inname, andere patiënten gebruiken
het wekelijks. Maar hoe dan ook, er zal altijd orgaanschade zijn.
2.2. Cocaïne
Cocaïne is het meest krachtige natuurlijk voorkomend stimulans van het CZS. Het wordt uit een plant
gehaald. Men moet kerosine toevoegen aan cocaïnebladeren. Daarna gaat men cocaïne hydrochlorine
met natriumcarbonaat mengen en dit geeft cocaïne samen met CO2 bij opwarming. Het CO2 geeft een
krakend geluid, dit is crack. Dus crack is opgewarmd cocaïne. Cocaïne wordt altijd als een lijntje
voorgesteld op een glazen plaat. Dit is zodat men alles kan opsnuiven tot de laatste korrel.
In de geneeskunde wordt cocaïne nog gebruikt als een anestheticum. De neus-keel-oorartsen
gebruiken het nog om bloedloos (door vasoconstrictie) kleine operaties uit te voeren.
Cocaïne werkt stimuleren en geeft opwinding. Grote firma’s hebben vroeger cocaïne op de markt
gebracht. Coca cola is afgeleid van cocaïne, maar vanaf het verboden werd, werd cocaïne vervangen
door cafeïne.
Door stimulatie van het CZS krijgt men symptomen zoals: euforie, tremor, vallende ziekte, koorts en
daarna depressie: coma en respiratoire depressie. Sympathicomimetisch krijgt men: hypertensie,
tachycardie, mydriase, diarree, plotse dood, hartinfarct, spierafbraak en koorts. De hartproblemen
ontstaan door de vasoconstrictie ter hoogte van de coronairen waardoor er zuurstoftekort ontstaat.
2.3. Planten
Planten kunnen ook intoxicaties veroorzaken. Vooral de hallucinogenen worden veel gebruikt. Dit zijn
plantenproducten die hallucinaties veroorzaken. Een voorbeeld is Peyote, dit zijn cactussen. Er zijn ook
hallucinogene paddenstoelen. Deze planten stimuleren de sympathicus.
3. Onderdrukkende producten
3.1. Marijuana
Marijuana komt van de plant cannabis sativa. Het zijn de gedroogde bloemen van mannelijke, maar
vooral vrouwelijke planten. Men heeft de mannelijke en vrouwelijke planten nodig voor een plantage.
Marijuana wordt vooral gerookt, maar men kan het ook oraal innemen. Wanneer men het oraal
inneemt, zal men meer moeten innemen omdat het een sterk first pass effect heeft.
Marijuana werkt onderdrukkend en geeft symptomen zoals: rood doorlopen ogen, kleine pupillen, en
bij adolescenten kan het psychose geven.
3.2. Heroine
Heroïne is ook een onderdrukkend product en wordt in het lichaam omgezet tot morfine. Het wordt
meestal versneden met witgekleurde producten. Deze producten zijn bijvoorbeeld: paracetamol,
quinine of talk. Heroïne geeft ook orgaanfalen, niet alleen door het onderdrukkend effect van de drugs,
maar ook door de contaminanten.
Wanneer men bijvoorbeeld heroïne versnijd met talk en men spuit dit IV in. Dan komt het in de
longcapillairen terecht en dit kan voor een obstructie zorgen. Als de patiënt dan overlijd door longfalen
of onderdrukking van de ademhaling, kan men tijdens de autopsie talkkristallen terugvinden in de
longen.
2
, 3.3. Opioiden
Opioiden zoals fentanyl wordt nog gebruikt in het ziekenhuis. Opiaten worden omgezet tot morfine in
het lichaam waardoor het zeer moeilijk te detecteren is in het bloed omdat het meteen naar het CZS
gaat of in het vet wordt opgenomen.
Wanneer men verslaafden ziet, ziet men meestal niet de onderdrukkende tekens. Vanaf dat ze aan het
afkicken zijn, ziet men craving en hieraan kan men zien dat ze verslaafd zijn. Dan is er de omgekeerde
symptomatologie, ze zijn dan opgewonden, hebben gedilateerde pupillen en hebben tremor. Als
laatste worden deze drugs vaak niet steriel doorgegeven via een naald en ziet men vaak hepatitis en
AIDS bij verslaafden.
3.4. Andere
Gamma hydroxybutyraat wordt ook wel vloeibare ecstasy genoemd. Dit is eigenlijk een slechte naam
omdat van ecstasy geraakt men opgewonden. Van vloeibare ecstasy gaat men niet meer ademen. 1
van de voorlopers van dit product is lactone en dit wordt gebruikt in de vloeistof om velgen van een
auto te kuisen. Als men dan daar natriumhydroxide of ontstopper erbij doet, dan ontstaat gamma
hydroxybutyraat.
Stikstofoxide of lachgas wordt ook als drug gebruikt. Het wordt medisch gebruikt als slaapmiddel en
wordt dan met zuurstof gemengd. Lachgas zit ook als dragergas in spuitbussen met slagroom. Het
wordt ingeademd zonder zuurstof en kan zeer gevaarlijk zijn. Het inactiveert vitamine B12 en kan acute
neurologische schade veroorzaken dat maanden tot jaren kan duren om te herstellen, als het herstelt.
Lachgas is zeer verslavend.
Er zijn ook nog heel wat andere producten die verslavend zijn zoals bijvoorbeeld lijm snuiven. Deze
dingen geven nierinsufficiëntie, leverfalen enzovoort.
Alcohol is toxisch en niet alleen voor volwassenen. Wanneer de moeder wanneer ze zwanger is alcohol
inneemt, wordt de foetus er prenataal aan blootgesteld. Dit leidt tot foetaal alcohol syndroom. Er
komen dan afwijkingen voor in 3 tot 4 orgaansystemen: craniofaciale dysmorfie, groeiachterstand
prenataal en postnataal, CZS dysfunctie en verschillende misvormingen ter hoogte van het cardio,
urogenitaal en hemangioom. Dit komt doordat er een vitamine B deficiëntie is.
4. Diagnose
Men begint met het afnemen van bloedstalen en urinestalen. 99% van de diagnoses worden gesteld
op urinestalen omdat de meeste farmaca in de urine terechtkomen, als er geen nierinsufficiëntie
optreedt. Bloed komt minder voor omdat veel producten vetoplosbaar zijn en dus direct uit het bloed
gaan naar vet of hersenen. Spijtsera zijn afgenomen stalen om te voorkomen dat mijn te weinig stalen
initieel heeft afgenomen.
Van de meeste producten zal men niet moeten weten hoeveel er werd ingenomen omdat het niet
belangrijk is voor de behandeling. Men moet gewoon weten is het ingenomen of niet. Voor enkele
stoffen is het echter wel belangrijk: paracetamol, CO, ethyleenglycol of antivries enzovoort. Hiervan
wil men de absolute spiegel weten, want de behandeling is anders.
Men gaat ook een grondig klinisch onderzoek uitvoeren: routine biochemie en hematologie. Men kan
een arterieel bloedgas nemen om na te gaan of er alkalose of acidose is. Men kan ook het
methemoglobine nagaan. Bij de anion gap gaat men na of er onbekende anionen in het bloed zijn.
Scans kan men ook doen. Soms is de osmolariteit gestegen in het perifere bloed en dit komt doordat
er osmotisch actieve deeltjes circuleren zoals aceton.
3
, 5. Behandeling
De behandeling bestaat uit 4 zaken, zowel voor acute als chronische intoxicatie. Het begint met de
ondersteuning van de vitale functies. Dan belet absorptie en adsorbeer. Bevorder eliminatie en gebruik
het antidotum.
5.1. Ondersteuning vitale functies
Veel producten geven een opgewonden bewustzijn en andere producten geven een verminderd
bewustzijn. Het is dus belangrijk om de ademhaling en hartslag te ondersteunen. Veel patiënten
hebben ook een laag suikergehalte, daar moet men dus ook naar kijken.
5.2. Belet absorptie en adsorbeer
Bij een chronische blootstelling zal men als eerste de patiënt verwijderen uit het toxisch milieu.
Patiënten wassen wanneer er contaminatie is via de huid. Organofosfaten of organische
oplosmiddelen worden via de huid opgenomen en men zal de patiënt moeten wassen met water en
zeep om verdere absorptie te voorkomen. het zal zelden of nooit voorkomen dat men een stof
chemisch gaat neutraliseren. In vele labo’s staan oogspoelingen en douches, dit is om voldoende en
langdurig te spoelen bij blootstelling.
Er is een bijgeloof dat men de patiënt melk moet laten drinken of moet laten braken bij een intoxicatie.
Dit is fout! Braken bij verminderd bewustzijn heeft een groot risico op aspiratie. Melk is calciumrijk en
vetrijk en bindt dus zeer veel producten. Hierdoor zal men juist meer opnemen.
Actieve kool wordt altijd gegeven bij een intoxicatie. Het is verbrande koolstof en door de miljoenen
gaatjes worden de toxische producten geadsorbeerd en kunnen ze niet meer door de darmwand gaan.
Men mag dit NIET geven bij etsende of corrosieve producten. Bij deze intoxicaties bekijkt men de
maagwand met behulp van een gastroscopie en door de actieve kool zal men de wand niet meer
kunnen bekijken en evalueren op brandwonden.
Vroeger werden er maagspoelingen gedaan, dit gebeurt niet meer. Vaak kwamen intoxicaties uren
later binnen om behandeld te worden en tegen dan was het toxisch product vaak al uit de maag.
Daarnaast is er ook een groot risico op aspiratie.
5.3. Eliminatie
Men kan de eliminatie bevorderen door de urine alkalisch of zuur te maken. Veel producten worden
gereabsorbeerd in de urine. Stoffen gaan van de urine naar het bloed wanneer ze niet geladen of niet-
geïoniseerd zijn. Afhankelijk van de pKa van het toxisch product kan men het meer of minder water/
vet oplosbaar maken. Alkaliniseren doet men via bicarbonaat en verzuren doet men via vitamine C.
Soms wordt ook kunstmatige epuratie gebruikt, dit is een kunstnier.
5.4. Antidota
Antidota is een therapeutische substantie gebruikt om de toxische effecten van een specifiek
xenobioticum te neutraliseren. Dit is echter niet de eerste stap bij de behandeling omdat er slechts
voor enkele stoffen een antidotum bestaat.
Er bestaan zuivere antagonisten die via de receptor het product volledig gaan antagoniseren.
Naloxone is een zuivere antagonist van morfine. Het zorgt voor reversie van de ademhalingsdepressie.
Andere antidota is bijvoorbeeld Flumazenil voor benzodiazepines.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller UndercoverStudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.08. You're not tied to anything after your purchase.