100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Burgerlijk Recht $5.97   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Burgerlijk Recht

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de hoorcolleges en werkgroepen van het eerstejaarsvak Inleiding Burgerlijk Recht van de bachelor Rechtsgeleerdheid

Preview 4 out of 31  pages

  • May 11, 2021
  • 31
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Inleiding Burgerlijk Recht

Week 1: Totstandkoming van rechtshandeling en overeenkomst &
nietigheid
Goederen: art. 3:1 BW  goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.
 Zaken: art. 3:2 BW  zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
- Onroerende zaken: art. 3:3 lid 1 BW. Is een maatschappelijk belang bij, belangrijk dat
goed gedocumenteerd is. Alle onroerende zaken zijn daardoor registergoederen (art.
3:89)
- Roerende zaken: art. 3:3 lid 2 BW.
 Vermogensrechten: art. 3:6 BW
- Eigendom: art. 5:1 BW  recht op een zaak, volste recht dat bestaat. Als eigenaar kun je
anderen uitsluiten van gebruik en de afgescheiden vruchten. Als je eigenaar bent kun je
anderen afweren. Aan eigendom zijn bevoegdheden verbonden. Eigendom is een
absoluut recht (jegens iedereen) en heeft twee aspecten: exclusiviteit en gevolg (droit de
suite; het eigendomsrecht blijft op de zaak rusten, ook al raakt zij in handen van iemand
anders). Is ook een zakelijk recht = recht op een zaak.
- Beperkte rechten: art. 3:8 BW, wanneer bepaalde bevoegdheden door eigenaar worden
afgesplitst en aan iemand anders worden gegeven. Regel: bij conflict tussen twee
beperkte rechten gaat het oudere beperkte recht vóór (prioriteitsbeginsel).
- Vorderingsrecht: relatie tussen personen waarbij de een schuldeiser/crediteur is en de
ander schuldenaar/debiteur. Is een relatief recht, het gaat enkel over de betrokken
personen. Is een persoonlijk recht = aanspraak jegens een persoon. Regel: bij conflict zijn
beide vorderingsrechten gelijkwaardig. Bronnen van vorderingsrechten:
o Overeenkomst (art. 6:213)
o Onrechtmatige daad (art. 6:162)
o Zaakwaarneming (art. 6:198)
o Onverschuldigde betaling (art. 6:203)
o Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212)
 Altijd moet duidelijk worden waar de vordering op gebaseerd is. Waarom zou de
gepretendeerde schuldenaar moeten betalen?

Absolute rechten Relatieve rechten
Eigendom Vorderingsrecht
Relatie Persoon – goed Persoon – persoon
Reikwijdte Jegens een ieder Louter jegens de ander
Exclusiviteit Ja, gerechtigde bij uitsluiting Nee, derden behoeven zich in
van anderen beginsel niet aan te trekken
van relatief recht
Gevolg Recht blijft rusten, ook als het Recht geldt alleen tussen de
goed in andere handen komt twee personen

Berlips/Blaauboer arrest
Berlips verkocht land aan o.a. Blaauboer. Spraken af dat Berlips de weg zou ophogen en bestraten.
Na een aantal jaren nog niks gebeurd, vroeg Blaauboer of er nog iets zou gebeuren. Berlips gaf aan
dat hij het land in eigendom aan weduwe Maks had overgedragen. Blaauboer gaat naar Maks, Maks
vindt niet dat zij de afspraak moet nakomen, want afspraak is met Berlips. Hoge Raad heeft zich
hierover uitgelaten en heeft bepaald dat een afspraak tussen twee personen een afspraak moet

1

,blijven. Berlips kan niet meer verhogen, dan waarschijnlijk wegens een wanprestatie
schadevergoeding betalen. (Syllabus p. 88)
Rechtshandeling (art. 3:33). Een geldige rechtshandeling vereist een wil die op rechtsgevolg is gericht
en die zich door een verklaring heeft geopenbaard. Gaat om vrije wil en een beoogde verandering.
Een aanbod is een rechtshandeling. Feitelijk handelen: bijv. als bij voetbal iemand per ongeluk een
ander schopt, dan is er wel een rechtsgevolg, namelijk schadevergoeding, maar het was niet
beoogd. In de regel is elke rechtshandeling vormvrij (3:37 lid 1), maar let op context, want in
veilingzaal is knipoog een bod.
 Eenzijdige rechtshandeling
o Niet gericht (bijv. aanvaarden nalatenschap, opstellen testament)
o Gericht (bijv. ontslag, is gericht tegenover werkgever)
 Meerzijdige rechtshandeling (door twee of meer personen, bijv. overeenkomst)
Art. 3:32 BW: een rechtshandeling van iemand die handelingsonbekwaam is, is vernietigbaar (jo. art.
1:381 BW; iemand die onder curatele is gesteld, is op grond van 3:32 handelingsonbekwaam.
Art. 3:33 BW: wil + verklaring moeten overeenstemmen. Als wil en verklaring niet overeenstemmen
komt er, in beginsel, geen rechtshandeling tot stand (= discrepantie tussen wil en verklaring).
Art. 3:34 BW: geestelijke stoornis. Toetsen:
 Een geestelijke stoornis (is ruim begrip, dronkenschap valt hier ook onder)
 Verband tussen de geestelijke stoornis en de verklaring. Daarbij wordt er vermoed dat dit zo
als indien de verklaring nadelig is.
- LET OP: art. 3:35 BW blijft onverlet. Dus als jij je op 3:34 BW beroept kan de ander zich
nog steeds op 3:35 BW beroepen.
Art. 3:35 BW: gerechtvaardigd vertrouwen (uitzondering op 3:33). Vereisten:
 Verklaring/ gedraging van een ander. Hoeft niet mondeling of schriftelijk, want verklaringen
en gedragingen kunnen vormvrij geschieden: art. 3:37 lid 1 BW.
 Opgevat als verklaring/gedraging van een bepaalde strekking. Dit is subjectief. Het is wat
diegene ervaart (bijv. barman ziet iemand leeg glas naar hem omhoog steken. Hij denkt
hierdoor dat diegene een nieuwe biertje wil).
 Die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs zo mocht worden opgevat. Dit is objectief.
- LET OP: Als er sprake is van art. 3:32 lid 2 (handelingsonbekwaamheid), dan is er geen
beroep op 3:35 BW meer mogelijk.

Overeenkomst (art. 6:217): komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Uit
overeenkomst ontstaan verbintenissen (zoals koopovereenkomst). Als aanvaarding iets anders
inhoudt dan het aanbod wordt er een nieuw aanbod gedaan (art. 6:225 BW).
 Ontvangsttheorie: aanbod komt tot stand door ontvangst (3:37 lid 3). Art. 3:37 lid 5:
verklaring intrekken kan als de intrekking eerder dan of tegelijkertijd aankomt.
 Verzendtheorie: op het moment dat de aanvaarding is verzonden kan je het aanbod niet
meer herroepen (art. 6:219 lid 2).
 Herroeping: wanneer er een termijn voor de aanvaarding wordt gesteld, is het aanbod
onherroepelijk voor die termijn (art. 6:219 lid 1).
Verzending aanbod  (verklaring kan worden ingetrokken, art. 3:37 lid 5)  ontvangst aanbod 
(aanbod kan worden herroepen, art. 6:219 lid 2)  verzenden aanvaarding  (aanvaarding kan
worden ingetrokken, 3:37 lid 5)  ontvangst aanvaarding.

Eelman/Hin
Koopovereenkomst: contract als vorm van verbintenissenrecht. 1954 was er nog geen
schriftelijksheidsvereiste, Eelman wilde boerderij verkopen en Hin wilde kopen voor die prijs, was
voldoende voor overeenkomst  6:217: een overeenkomst komt tot stand door aanbod en
aanvaarding daarvan (onderscheid aanbod en aanvaarding is in de praktijk niet zo duidelijk). Eelman
lijdt aan waanvoorstellingen, kwam erna erachter dat hij niet goed in staat was zijn wil te bepalen.
2

,Wil niet meer boerderij verkopen, maar Hin wil nog wel kopen. Autonomie van mensen / wil om niet
gebonden te worden wordt beschermd door art. 3:34 (geestelijke stoornis). Wetgever beschrijft
situatie waarin wij aannemen dat wil en verklaring niet in overeenstemming zijn. Dit is bescherming
van Eelman. Hin wordt beschermd in art. 3:35 door gerechtvaardigd vertrouwen. Tegen Hin, die de
verklaring van Eelman heeft opgevat als de wil van Eelman om de boerderij te verkopen, als Hin dit
redelijkerwijs mocht aannemen, kan geen beroep worden gedaan door Eelman op het ontbreken van
wil. Nu inlevingsvermogen: mocht Hin ervan uitgaan dat Eelman wilde wat hij verklaarde? Advocaten
verzamelen feiten die deze vraag kunnen beantwoorden.

Gemeente Bunde/Erkens arrest
Misverstanden kunnen leiden tot overeenkomsten waar partijen een andere wil/ ander idee hadden.
Beide partijen hadden hier een ander idee bij vergoeding van de ‘belastingschade’. Dan 3:35
toespitsen op een misverstand: wat hebben partijen over en weer verklaard en wat hebben zij –
overeenkomstig de zin die zij daaraan redelijkerwijs mochten toekennen – afgeleid uit elkaars
verklaringen en gedragingen? Kijken naar gezichtspunten:
a. Welke betekenis lag meer voor de hand?
b. Is er deskundige bijstand?
c. Is de vaststaande technische betekenis bekend bij de wederpartij?
d. Is het resultaat van de interpretatie te rijmen met het oogmerk?

Citronas BV/Gemeente-Energiebedrijf Rotterdam arrest
Energiebedrijf berekende gebruik verkeerd, vorderde later de wel gebruikte maar niet in rekening
gebrachte elektriciteit na. Hoge Raad bepaalde dat Citronas er op heeft vertrouwd en mocht
vertrouwen dat ze financiële verplichtingen had nagekomen en de afrekeningen eindafrekeningen
waren (3:35). Vanwege redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 lid 2 en 6:248 lid 2) niet navorderen.


Week 2: Vertegenwoordiging & vernietigbaarheid; wilsgebreken &
inhoud van de overeenkomst
Volmacht (art. 3:60 lid 1): een tussenpersoon T verricht in naam van achterman A een
rechtshandeling, gericht op een overeenkomst met wederpartij D.
Het verlenen van een volmacht is op zichzelf een rechtshandeling. Is vaak aanwezig in
arbeidsovereenkomst, zoals caissière van supermarkt.
 LET OP! Zodra je leest ‘in naam van’ gaat het om een volmacht en moet je in Boek 3 zijn.
 Wanneer de tussenpersoon conform volmacht handelt, handelt hij ‘krachtens toereikende
volmacht’. Gevolg wanneer hij binnen de grenzen van zijn bevoegdheid blijft (3:66): de
overeenkomst komt tot stand tussen A en D, de tussenpersoon valt er dan tussenuit.
 Wanneer de tussenpersoon onbevoegd in naam van A handelt (dus zonder toereikende
volmacht), komt er in beginsel geen overeenkomst tot stand, zowel niet tussen A en D (want
geen wil en verklaring) als tussen T en D (niet in eigen naam gehandeld). Maar tussenpersoon
staat wel in voor volmacht en is dus uit hoofde van de wet aansprakelijk voor schade (3:70).
- Uitzondering 1: A bekrachtigt de overeenkomst (3:69)
- Uitzondering 2: vertrouwensbeginsel. D nam aan en mocht onder de gegeven
omstandigheden door toedoen van A redelijkerwijze aannemen dat een toereikende
volmacht was verleend (3:61 lid 2). Gaat om vertrouwen dat is gebaseerd op
toedoen/handelen van de achterman, niet de tussenpersoon!
Lastgeving: (7:414) een obligatoire overeenkomst van opdracht waarbij de ene partij (lasthebber)
zich jegens de andere partij (lastgever) verbindt voor rekening van de lastgever rechtshandelingen te
verrichten. Is een verplichting (uit volmacht komen niet perse verplichtingen).
Vertegenwoordiging: het verrichten van een rechtshandeling in naam van een ander door iemand die
daartoe bevoegd is, met als gevolg dat de rechtsgevolgen intreden voor die ander
3

, (vertegenwoordigde). Steunt op 2 pijlers: vertegenwoordigingskwaliteit (het moet duidelijk zijn dan
tussenpersoon handelde in naam van de vertegenwoordigde) & vertegenwoordigingsbevoegdheid
(tussenpersoon is tot vertegenwoordiging bevoegd).
Wilsgebreken
Uitgangspunt is een geldige rechtshandeling. Maar het kan zijn dat de wil gebrekkig is gevormd,
onder invloed van:
 Bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden (3:44) of
 Dwaling (6:228): wilsbesluit gevormd onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken;
- Lid 1: onjuiste voorstelling van zaken, causaal verband tussen dwaling en aangaan
overeenkomst (kenbaar voor wederpartij). Er is sprake van:
o Onjuiste informatie verschaffing of
o Schending mededelingsplicht of
o Wederzijdse dwaling
- Lid 2: er is geen sprake van dwaling wanneer hij berust op een uitsluitend toekomstige
omstandigheid, of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende zijn
(op basis aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of
omstandigheden van het geval).
Verschil dwaling en bedrog is opzet. Dwaling kan ongelukkige voortgang van zaken zijn, bij bedrog
moet opzet aanwezig zijn.
Een geslaagd beroep op dwaling maakt de overeenkomst vernietigbaar (6:228 lid 1), via 3:49-50.
Gevolg:
 De overeenkomst wordt geacht nooit te hebben bestaan (3:53).
- BELANGRIJK!! Omdat eigendomsoverdracht in duigen valt en eigendom weer terug gaat/
eigenlijk niet over is gegaan.
 Geleverde prestaties zijn onverschuldigd betaald (art 6:203)

Van Geest/Nederlof arrest
Nederlof verkocht auto aan Van Geest, maar had verzwegen dat auto betrokken was geweest bij een
ongeluk en dus niet voldaan aan zijn mededelingsplicht. Beroep op dwaling toch afgewezen, omdat
mw. Van Geest zichzelf onvoldoende had voorbereid en niet aan onderzoeksplicht had voldaan. Ging
in hoger beroep. Principaal cassatiemiddel (de klacht van de eiser in cassatie) zei dat schending
onderzoeksplicht niet in de weg staat van Nederlof om mededelingsplicht te schenden. Hoge Raad
bevestigde dit, dus wanneer je mededelingsplicht hebt, kun je je in het algemeen niet erop beroepen
dat de dwalende een onderzoeksplicht heeft geschonden.
 Als partij A vóór de totstandkoming van een overeenkomst aan wederpartij B bepaalde
inlichtingen had moeten geven om B voor dwaling te behoeden (= A heeft mededelingsplicht
verzaakt), dan: mag A B niet verwijten dat zij zich beter had moeten voorbereiden op de
overeenkomst (= dat B onderzoek had moeten doen) en dus: heeft A geen verweer tegen B’s
beroep op dwaling.
 Mededelingsplicht weegt zwaarder dan onderzoeksplicht
Onvoorzichtigheid en vooronderstelde ondeskundigheid wordt beschermd.

Vaststellen rechtsgevolgen overeenkomst
Art. 6:248 lid 1 bepaalt dat een overeenkomst de volgende rechtsgevolgen heeft:
 De door partijen beoogde rechtsgevolgen;
- Haviltex arrest; ‘teruggeven’ van machine. Rechtbank Breda en Hof Den Bosch zeiden:
bewoordingen zijn duidelijk, bedoelingen doen daar niet van af. Hoge Raad: woorden
moeten in context worden bekeken. Kan uit voortvloeien dat partijen iets anders hebben
bedoeld dan dat er staat. Inhoud van de overeenkomst hangt af van de zin die partijen
over en weer redelijkerwijs aan de bepaling mochten toekennen. Een zuiver taalkundige
uitleg kan meewegen, maar is niet afdoende. Haviltexen = uitleggen. Gezichtspunten:
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulettevanoosten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75057 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97
  • (0)
  Add to cart