Samenvatting Inleiding Bestuursrecht
Week 1: Inleiding tot het bestuursrecht en de Awb
Bestuursrecht ziet op de verhouding tussen het bestuur (overheid) en burgers.
Kern: overheid voert macht uit over burger; eenzijdig vaststellen van de rechtspositie van burgers in
het algemeen belang. Besluit (subsidie/vergunning krijg je wel of niet) is vertaalslag van
belangenafweging door overheid van belang aanvrager en belang eventuele anderen die daar last
van hebben. Individuele besluiten: beschikkingen.
Bestuursrecht van oudsher vooral bijzonder bestuursrecht. Algemene wet bestuursrecht vanaf 1994.
Groeifactoren van het bestuursrecht: groei van de bevolking, technische ontwikkelingen, rampen en
crises, verzorgingsstaat, Europese integratie.
Functie Awb:
Bevorderen eenheid – bijv. bezwaartermijnen, voor iedereen gelijk;
Systematiseren en vereenvoudigen – sinds Awb ook bij bijzonder bestuursrecht algemene
regels van Awb van toepassing, minder afwijking, meer duidelijkheid;
Codificeren van jurisprudentie – algemeen ontwikkelde notie wordt wet;
Regelen van algemene onderwerpen die niet goed passen in bijzondere regelgeving
Kernbegrippen uit de Awb:
• Bestuursorgaan (1:1 Awb)
• Belanghebbende (1:2 Awb)
• Besluit (1:3 Awb)
• Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (a.b.b.b.) (o.a. in 3:2-3:4 Awb)
• Bezwaar en beroep (hfst 6, 7 en 8 Awb)
De Awb is de spil tussen bijzondere wetgeving en heeft een uniformerende werking. Zorgt voor een
vorm van rechtseenheid. Maar, aan de andere kant heb je ook al het bijzondere bestuursrecht met
een eigen karakter, dus tegenover uniformering staat flexibiliteit. Dat wordt ingebouwd doordat je
van algemene regels Awb kan afwijken. In de Awb vinden we:
Dwingend recht
- Afwijking van Awb niet mogelijk. Mag je alleen van afwijken als uitdrukkelijk in een wet
in formele zin staat: ‘in afwijking van de Awb..’. Voorbeeld: art. 6:7 Awb;
Regelend recht
- Awb bevat hoofdregel maar staat afwijking uitdrukkelijk toe: ‘tenzij bij wettelijk
voorschrift anders is bepaald’, zie bijv. 4:1 Awb. Kan ook materiële wet zijn.
Aanvullend recht
- Bijzondere wet bevat hoofdregel maar wanneer daarin niets staat, geldt Awb, zie bijv.
4:13 Awb
Facultatief recht
- De bijzondere wetgever kan een bepaling uit de Awb van toepassing verklaren (bijv. afd.
3.4 Awb)
Gelaagde opbouw Awb: begint algemeen, daarna steeds specifieker.
Functies van het bestuursrecht:
• Van het bestuur: instrumentele functie – toekennen bevoegdheden voor uitoefenen taken;
• Voor het bestuur: normerende functie – regels waar het bestuur zich aan moet houden;
- Gelede normstelling: normstelling vindt plaats op meerdere niveaus van regelgeving, dus
niet alleen naar wet in formele zin kijken, maar ook naar onderliggende regelgeving;
o Voordeel: normen veranderen, hoeft dan niet via parlement, dichtbij burgers;
o Nadeel: minder democratisch, complexer en minder rechtszekerheid;
• Tegen het bestuur: waarborgfunctie – rechtsbescherming tegen eenzijdig overheidsingrijpen.
1
,Geschiedenis rechtsbescherming
Begin 20e eeuw Kroonberoep & administratief beroep: beroep bij ander bestuursorgaan dan het
bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Tot 1985, toen het Kroonberoep is afgeschaft in
Arrest Benthem:
Benthem had een vergunning gekregen, maar regionale gezondheidsinspecteur ging hiertegen in
beroep en de Kroon vernietigde vergunning. Kroonberoep = bij Koning en ministers. Benthem zei:
Kroonberoep is geen bestuursrechtelijke instantie maar een administratieve instantie. Beriep zich op
art. 6 lid 1 EVRM (sprake van burgerlijke rechten en plichten). Vraag of hinderwetvergunning een
burgerlijk recht is; volgens EHRM wel, want zonder vergunning geen gebruik van je eigendom (hier
LPG installatie) en negatief effect op waarde onderneming.
Afdeling geschillen van bestuur van de Raad van State is een adviesorgaan, dus valt niet onder art. 6
EVRM (geen power of decision, niet onpartijdig en onafhankelijk). De Kroon is ook niet onpartijdig en
onafhankelijk recht, want ministers zijn verantwoording verschuldigd aan het parlement.
Vanaf ca 1950: ontstaan van rechtsbescherming in bijzondere gerechten (CBB, CRvB). Vanaf jaren 70:
Afdeling rechtspraak van de Raad van State (algemene bestuursrechter, naast bijzondere).
Sinds 1994: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) en de Algemene wet
bestuursrecht met ‘standaardrechtsgang’ (bezwaar, beroep, hoger beroep), naast bijzondere
rechters (CRvB en CBB).
Rechterlijke toetsing
Vrije bevoegdheden: marginaal toetsen
- Kon het bestuur in redelijkheid tot zijn besluit komen? Toets richt zich vooral op de
motivering van het besluit.
- Terughoudend toetsen door rechter, vanwege vrijheid in keuze.
Gebonden bevoegdheden: ‘vol’ toetsen
- Rechter kan zelf vaststellen of van bevoegdheid op juiste wijze gebruik is gemaakt / of
recht op juiste wijze is toegepast.
- Verplichting hoe te handelen, rechter kan vol na gaan of verplichting is nagekomen.
Via art. 93 Grondwet mag aan het EVRM worden getoetst, Unierecht heeft directe werking via Van
Gend en Loos.
Week 2: Bestuursorganen
Bestuursorgaan kan eenzijdig burger binden, maar dat moet wel wettelijke grondslag hebben.
De overheid: bestuursorgaan?
1. Wetgever in formele zin
- Nee, zie art. 1:1 lid 2 sub a Awb
2. Rechtspraak
- Nee, zie art. 1:1 lid 2 sub c Awb
3. Openbaar bestuur ? (deel overheid dat bestuurt en besluiten neem)
- Ja! Zie art. 1:1 lid 1 Awb
Waarom is het van belang om te weten of je met een bestuursorgaan te maken hebt: de Awb is
alleen van toepassing op het handelen van bestuursorganen. Geen bestuursorgaan, dan ook geen
besluit (art. 1:3 Awb), geen besluit, dan ook geen bestuursrechtelijke rechtsbescherming (bezwaar,
beroep). Aan de bestuursrechtelijke rechtsbescherming kleven andere eigenschappen dan bij de
civiele rechter. Hangt samen met de inrichting van bestuursrechtspraak:
Cultuur van goede toegang: geen verplichting om advocaat in te schakelen, lage
griffierechten, geen procesrisico (als je verliest, dan krijg je geen kostenveroordeling) en
relatief informele procedure.
2
, Procedurele rechtvaardigheid / ongelijkheidscompensatie: lage eisen aan een beroepsschrift,
actieve rol bestuursrechter (materiële waarheidsvinding), ambtshalve aanvullen van de
rechtsgronden (vertaalslag van aangevoerde gronden en bijbehorende juridische gronden)
Veel van deze elementen vind je niet (of in mindere mate) bij de civiele rechter.
Er zijn twee soorten bestuursorganen, in art. 1:1 lid 1 sub a en sub b.
A-organen (sub a)
Hanteert een formeel criterium: niet kijken naar de inhoud, maar de manier waarop het orgaan
wordt ingesteld. Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. Wij zijn
geïnteresseerd in wie organen van die rechtspersonen zijn. Rechtspersoon is een civiel begrip.
Hoe weet je wat een orgaan is: een zelfstandige plaats en/of functie hebben in een bepaalde wet.
Art. 2:1 BW lid 1: De staat, provincies, gemeenten, waterschappen alsmede alle lichamen waaraan
krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten rechtspersoonlijkheid.” Het
bestuursorgaan is het orgaan van die rechtspersoon. Lid 1 bevat de meest zichtbare categorie van
bestuursorganen > organen van de standaardoverheid. Formele wetgever roept
rechtspersoonlijkheid in, dat is hier de Awb. Normaal krijg je rechtspersoonlijkheid door naar een
notaris te gaan. Dit is een unieke manier: door middel van wetgevingsprocedure op grond formele
wet wordt rechtspersoonlijkheid toegekend = publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid.
Art. 2:1 BW lid 2. Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten
slechts rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt. Bijvoorbeeld,
openbare universiteiten, Commissariaat voor de Media, het UWV etc. Hier is het niet het BW dat het
toekent, maar een andere bijzondere formele wet, op grond waarvan een ander lichaam
rechtspersoonlijkheid krijgt toebedeeld. Volgt dezelfde systematiek als bij lid 1, maar dan dus vanuit
een andere formele wet. Openbare universiteiten zijn de rechtspersonen, dan kijken naar de organen
binnen uni die zich bezig houden met bestuur, bijv. college, dat is dan het bestuursorgaan.
Functie van een rechtspersoon
Bestuursorgaan heeft publiekrechtelijke bevoegdheden, maar privaatrechtelijk moeten er ook
rechtshandelingen worden verricht. Dat doet de rechtspersoon. Is nodig om de overheid
privaatrechtelijk aan te spreken. Als wethouder iets verkeerd doet, is de gemeente aansprakelijk.
Functie = privaatrechtelijk aanspreekpunt:
- Sluit overeenkomsten en verricht andere privaatrechtelijke rechtshandelingen
- Beheert geld
- Is aansprakelijk uit onrechtmatige daad (niet de individuele gezagsdragers (wethouders bijv.)
maar de rechtspersoon (gemeente bijv.) wordt in rechte aangesproken)
Privaatrechtelijke rechtspersoon: art. 2:3 BW.
B-organen
Materieel criterium: particuliere instellingen (vooral stichtingen) waaraan een deel van de
overheidstaak is opgedragen – inhoudelijk moet er openbaar gezag zijn.
“Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed”. Deze instellingen Zijn ‘met enig
openbaar gezag’ bekleed, d.w.z. zijn voor een deel van hun activiteiten bevoegd eenzijdig rechten of
plichten voor een ander in het leven te roepen of bindend vast te stellen.
Categorie 1. Oefenen bevoegdheden uit op basis van enig wettelijk voorschrift – democratische
legitimatie. Voorbeeld: Stichting Vakbekwaamheid Horeca; Examencommissie is bevoegd om
examens af te nemen, dat is publiek gezag. Stichting, dus geen A orgaan. Wel B-orgaan, als aan haar
een publiekrechtelijke bevoegdheid tot het bepalen van de rechtspositie van andere rechtssubjecten
is toegekend. Ander voorbeeld: garagebedrijf. In wegensverkeerswet art. 72 jo. 78; APK keuring
wordt afgegeven door garagebedrijf, voor dat onderdeel is garage een bestuursorgaan.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulettevanoosten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.