100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Inleiding Bestuursrecht $5.91   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges Inleiding Bestuursrecht

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van de hoorcolleges van het eerstejaarsvak Inleiding Bestuursrecht van de bachelor Rechtsgeleerdheid.

Preview 3 out of 18  pages

  • May 11, 2021
  • 18
  • 2017/2018
  • Class notes
  • M.k.g. tjepkema e.a.
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges Bestuursrecht

HC 1

Bestuursrecht ziet op de verhouding tussen het bestuur (overheid) en burgers.

Kern: overheid voert macht uit over burger; eenzijdig vaststellen van de rechtspositie van burgers in
het algemeen belang. Besluit (subsidie/vergunning krijg je wel of niet) is vertaalslag van
belangenafweging door overheid van belang aanvrager en belang eventuele anderen die daar last
van hebben. Individuele besluiten: beschikkingen.

Patersven: nieuw bestemmingsplan zodat je permanent kon wonen in recreatiewoningen. Kwam bij
Raad van State (hoogste orgaan).

Bestuursorganen: voeren publiekrechtelijke bevoegdheden uit. Bijv. college van B&W,
gemeenteraad. Rechtspersonen zoals gemeente heeft zelf niet bevoegdheid, maar wel organen
binnen de gemeente.

Welke bevoegdheden: moet bij wet zijn toegekend (volgende week; attributie, delegatie en
mandaat).

Rechtsnormen: moeten rechtszekerheid scheppen voor burgers, duidelijkheid. En overheid wordt
zelf aan regels gebonden. Materiële normen: beginselen van behoorlijk bestuur (hoofdstuk 2 en 3
Awb). Proportionaliteit bij maatregelen bijv. Algemene leidraad voor bestuursorgaan bij
publiekrechtelijke bevoegdheden.

Zorgen dat aan de regels houden: bijv. verzoek op handhaving. Welke burgers kunnen iets doen?
Buurman die last heeft is een belanghebbende. Die kan opkomen tegen besluit bestuursorgaan.

Rechtsbescherming: soms civiel procederen met advocaat. Bij appelaat besluit kan je naar
bestuursrechter. Dus 2 wegen: ligt aan wat voor soort handeling welke rechter je moet zijn.

Week 6 wordt killing, zorg dat je dan bij bent!

Sinds 1994 Awb. Hiervoor vooral in bijzondere bestuurswetten. Verhouding Awb tot bijzondere
wetten is belangrijk.

APK keuring is een besluit. Groei van de bevolking – meer mensen – waarborgen verkeersveiligheid –
APK, gordels etc. Technische ontwikkeling: opkomst bedrijven – meer aandacht voor veiligheid.
Rampen en crises: door meest recente economische crisis een wet herstel (?). Verzorgingsstaat
gedachte: vroeger nachtwakerstaat – nu groei sociale zekersheidswetgeving. Europese integratie:
toename notie dat normen niet alleen op nationaal maar ook Europees niveau moeten worden
vastgelegd. Groei van vooral bijzonder bestuursrecht. Ontwikkeling sinds begin vorige eeuw.

Waartoe dient Awb:

 Bevorderen eenheid: bijv. bezwaartermijnen. Dat voor iedereen gelijk is.
 Systematiseren en vereenvoudigen – sinds Awb moet je bij bijzondere wetgeving ook naar
Awb kijken voor de ‘algemene regels’ – dus minder vanaf geweken = duidelijker.
 Codificeren van jurisprudentie: beginselen behoorlijk bestuur zijn bijv. codificatie
jurisprudentie. Algemeen ontwikkelde notie wordt wet.
 Regelen van algemene onderwerpen die niet goed passen in bijzondere regelgeving – bijv.
doorzendplicht. Algemene notie.

Awb is spil tussen bijzondere wetgeving. Uniformerende werking Awb. Vorm van rechtseenheid.

,Voorbeeld: verblijfsvergunning is een besluit, moet dus aan normen voldoen van Awb.

Dwingend recht: afwijken niet mogelijk. soms afwijking, maar alleen uitdrukkelijk en middels andere
wet formele zin. Bijv. bezwaartermijn 4 weken bij Vreemdelingenwet (art. 69).

Regelend recht: afwijking wordt uitdrukkelijk toegestaan. Awb bevat wel hoofdregel. Kan ook een
materiële wet zijn, bij zin: tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

Gelaagde opbouw Awb: begint algemeen, daarna steeds specifieker.

Van het bestuur: instrumentele functie. Toekennen bevoegdheden om taken uit te oefenen.

Voor het bestuur: normerende functie. Regels waar het bestuur zich aan moet houden – richtlijnen.
Een besluit kan voorwaarden bevatten – besluit zelf bevat info over regels. Behoorlijk bestuur: bijv.
zorgvuldigheidsbeginsel, evenredige belangenafweging.

Tegen het bestuur: waarborgfunctie. Rechtsbescherming, en bevoegdheid om streep te halen door
een besluit.

Bestuursorgaan weet van politiek bedrijven.

Administratief beroep is op zijn retour.

Vrije bevoegdheden: bij toetsing vrijheid, kijkend naar motivering voor besluit = marginale toetsing.

Gebonden bevoegdheden: zelf vol kijken of het recht op de juiste manier is toegepast.



Week 2: Bestuursorganen

Bestuursorgaan kan eenzijdig burger binden, maar dat moet wel wettelijke grondslag hebben.
De overheid, wie is dat? De rector van de uni is ook onderdeel van bestuursorgaan; je P is een
besluit. Rechter ook, kan uitspraken doen die burgers binden, doen dat ook eenzijdig met
onmiskenbaar rechtsgevolgen, hoe verhoudt dat zich tot de Awb. Baas Nederlandse Bank is een NV
(privaatrechtelijke rechtspersoon), beschikt voor een deel van zijn taak over publiekrechtelijke
bevoegdheden. Stichting (privaatrechtelijke rechtspersoon) heeft ook publiekrechtelijke
bevoegdheden, bijvoorbeeld examens afnemen. Overheid is dus divers en uiteenlopend.

Overheid:
Wetgever in formele zin: geen bestuursorgaan, want art. 1:1 lid 2 sub a Awb. Ze maken wetten, wat
onmiskenbaar besluiten zijn en wetten die grote groepen burgers binden, maar is geen
bestuursorgaan in de zin van Awb. Ook 1 e en 2e Kamer (en Staten-Generaal) geen bestuursorgaan.
Rechtspraak: ook geen bestuursorgaan, want art. 1:1 lid 2 sub c Awb.
Wat blijft over: openbaar bestuur. Deel van de overheid dat zich bezig houdt met besturen en het
nemen van besluiten (art. 1:1 lid 1 Awb).

Waarom van belang om te weten of je met een bestuursorgaan te maken hebt? De Awb is alleen van
toepassing op het handelen van bestuursorganen. Geen bestuursorgaan, dan ook geen besluit (art.
1:3 Awb). Geen besluit = geen bestuursrechtelijke rechtsbescherming (bezwaar, beroep). Bij een
besluit kan je in beroep bij de bestuursrechter. Aan de bestuursrechtelijke rechtsbescherming kleven
andere eigenschappen dan bij de civiele rechter. Hangt samen met de inrichting van
bestuursrechtspraak:

,  Cultuur van goede toegang > geen verplichting om advocaat in te schakelen, lage
griffierechten, geen procesrisico (als je verliest, dan krijg je geen kostenveroordeling) en
relatief informele procedure.
 Procedurele rechtvaardigheid / ongelijkheidscompensatie > lage eisen aan een
beroepsschrift, actieve rol van de bestuursrechter (materiële waarheidsvinding), ambtshalve
aanvullen van de rechtsgronden (zelf vertaalslag van de aangevoerde gronden en welke
juridische gronden daarbij horen).
Veel van deze elementen vind je niet (of in mindere mate) bij de civiele rechter.
Er zijn twee soorten bestuursorganen, in art. 1:1 lid 1 sub a en sub b.
A-organen (sub a)
Hanteert een formeel criterium: niet kijken naar de inhoud, maar de manier waarop het orgaan
wordt ingesteld. Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. Wij zijn
geïnteresseerd in wie organen van die rechtspersonen zijn. Rechtspersoon is een civiel begrip.

Art. 2:1 BW lid 1: De staat, provincies, gemeenten, waterschappen alsmede alle lichamen waaraan
krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten rechtspersoonlijkheid.” Het
bestuursorgaan is het orgaan van die rechtspersoon. Lid 1 bevat de meest zichtbare categorie van
bestuursorganen. Formele wetgever roept rechtspersoonlijkheid in, dat is hier de Awb. Normaal krijg
je rechtspersoonlijkheid door naar een notaris te gaan. Dit is een unieke manier: door middel van
wetgevingsprocedure op grond formele wet wordt rechtspersoonlijkheid toegekend =
publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid.

Lid 2. Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten slechts
rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt. Bijvoorbeeld,
openbare universiteiten, Commissariaat voor de Media, het UWV etc. Hier is het niet het BW dat het
toekent, maar een andere bijzondere formele wet, op grond waarvan een ander lichaam
rechtspersoonlijkheid krijgt toebedeeld. Volgt dezelfde systematiek als bij lid 1, maar dan dus vanuit
een andere formele wet. Openbare universiteiten zijn de rechtspersonen, dan kijken naar de organen
binnen uni die zich bezig houden met bestuur, bijv. college.

Functie van een rechtspersoon:
Bestuursorgaan heeft publiekrechtelijke bevoegdheden, maar privaatrechtelijk moeten er ook
rechtshandelingen worden verricht. Dat doet de rechtspersoon. Is nodig om de overheid
privaatrechtelijk aan te spreken. Als wethouder iets verkeerd doet, wordt de gemeente aansprakelijk
gehouden.
 Privaatrechtelijk aanspreekpunt:
- Sluit overeenkomsten en verricht andere privaatrechtelijke rechtshandelingen
- Beheert geld
- Is aansprakelijk uit onrechtmatige daad (niet de individuele gezagsdragers (wethouders
bijv.) maar de rechtspersoon (gemeente bijv.) wordt in rechte aangesproken)

B-organen
Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed. Deze organen zijn niet in het leven
geroepen voor alleen bestuurs dingen, hebben het slechts voor een deel. Zijn vaak particuliere
instellingen (vooral stichtingen) waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen. Zijn ‘met enig
openbaar gezag’ bekleed, d.w.z. zijn voor een deel van hun activiteiten bevoegd eenzijdig rechten of
plichten voor een ander in het leven te roepen of bindend vast te stellen. Hier gaat het om een
materieel criterium: binnen de stichting op zoek gaan naar iets dat duidt op openbaar gezag.

Lid 1. Oefenen bevoegdheden uit op basis van enig wettelijk voorschrift – democratische legitimatie.
Voorbeeld: Stichting Vakbekwaamheid Horeca; Examencommissie is bevoegd om examens af te
nemen, dat is publiek gezag. Stichting, dus geen A orgaan. Is het dan een B-orgaan? Is aan haar een

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulettevanoosten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.91
  • (0)
  Add to cart