Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Werkgroepen Rechtseconomie $6.42
Ajouter au panier

Autre

Werkgroepen Rechtseconomie

 1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Uitwerking van de werkgroepen van het tweedejaarsvak Rechtseconomie van de bachelor Rechtsgeleerdheid

Aperçu 2 sur 15  pages

  • 11 mai 2021
  • 15
  • 2018/2019
  • Autre
  • Inconnu
avatar-seller
Werkgroep Rechtseconomie

Werkgroepdocent: Daniëlle Nieuwold

Mail (voor WG sheets):



Week 1

Edgeworth-box = box waarin indifferentiecurve van twee personen gespiegeld zijn weergegeven. Die
laten we met elkaar handelen, dat gebeurt in vrijheid. We gaan uit van rationeel denkende mensen;
als ze het willen gebeurt het en anders niet.

Staan twee oorsprongen in de box: omdat het gaat om een vaste hoeveelheid goederen. Heeft de 1
80%, dan heeft de ander 20%. Opoffering van het een is wat de ander erbij krijgt, altijd samen 100%.



Opgave 1

a. O1 heeft meeste Y, O2 meeste X
b. O1 staat een hoeveelheid Y af, O2 levert een beetje X in
c. Pareto-verbetering = er mag niemand op achteruit gaan, maar er moet wel minstens iemand
op vooruitgaan / verandering waarbij het nut van één of meer leden van een groep groter
wordt, zonder dat het nut van enig ander lid van de groep kleiner wordt.
- Is de ruil een Pareto-verbetering? Punten op dezelfde indifferentiecurve hebben
hetzelfde nut. Punt A en B zijn voor persoon 1 hetzelfde qua waardering/nut. Persoon 1
blijft dus gelijk. Persoon 2 gaat naar een hogere indifferentiecurve die verder van zijn
oorsprong af ligt, dus gaat hij erop vooruit. Dus het is een Pareto-verbetering.
d. Alle punten behalve I.
- Als er sprake moet zijn van wederzijdse voordelige ruil. Punt E, want iedereen moet erop
vooruit gaan.
e. Optimum: verbeteringsmogelijkheden zijn uitgeput. Punt E. wanneer indifferentiecurven
elkaar raken is verbeteringsmogelijk uitgeput. Ook D en F. eigenlijk alle punten tussen O1 en
O2 wanneer je er een lijn tussen trekt. Hangt af van uitgangssituatie, vanaf punt B naar punt
F gaat persoon 2 erop achteruit, ook al ga je van Pareto-verbetering naar Pareto-optimum.

Opgave 2

a. Mag je zeggen als over euro’s/knikkers gaat, niet bij nut. Kan alleen aan 2 voorwaarden
voldaan. Cardinale schaal: een schaal van meten, in maten en getallen uitdrukken en dat je er
metingen mee uit kan voeren.
b. Interpersonele nutsvergelijking is alleen mogelijk indien:
- Het nut van de betrokken individuen meetbaar is op een cardinale schaal;
- Bekend is hoe de nutseenheden van de betrokken individuen zich tot elkaar verhouden

Alleen indien het nut gemeten is op een cardinale schaal en de indioviduen dezelgde
nutseenheden hebben, dan kan hieruit worden geconcludeerd dat de nutswinst van individu
2 viermaal zo groot is alsd het nutsverlies van individu 1.

Opgave 3

, a. Geen Pareto-verbetering, want het nut van de fabriek neemt af met 1 miljoen/ gaat erop
achteruit.
b. Verbetering van Hicks-Kaldor, omdat de winst van de ene groter is dan de andere. Er is nu
een winst van een halve miljoen. Winnaars in staat om de verliezers te kunnen compenseren.

Opgave 4

a. Waar. Want bij Pareto gaat er niemand op achteruit en wel altijd iemand op vooruit. Dus is er
altijd een verbetering, dus ook Hicks-Kaldor.
b. Onjuist. Want bij Hicks-Kaldor kunnen er ook mensen op achteruit gaan, en dat er wel een
totale verbetering is.

Opgave 5

Criteria markt met volledige mededinging:

- Veel vragers, veel aanbieders
- Homogeen product (identiek, uitwisselbaar); bijvoorbeeld staal, grondstoffen
- Geen invloed op de prijs. In de langere termijn is de winst 0, als je als producent een
lagere prijs zet lijd je op de langere termijn verlies
- Vrije toe- en uittreding
a. MK = kosten als gevolg van 1 extra product. TK = CK + VK. GTK = TK : aantal eenheden.
b. GTK is eerst heel hoog, omdat alle constante kosten dan op 1 eenheid liggen, bij meer
eenheden worden constante kosten verdeeld over eenheden. Daarna weer omhoog, omdat
dan inefficiënt wordt en er meer kosten dan opbrengsten zijn.
- Als MK < GTK dan GTK dalend (gemiddelde lengte is 1.70, als iemand van 1.60 erbij komt
daalt het gemiddelde)
- Als MK > GTK dan GTK stijgend (iemand van 1.80 komt erbij, gemiddelde stijgt)
- MK snijdt GTK minimum (iemand van 1.70 komt erbij, gemiddelde blijft hetzelfde)
c. Aanbodcurve individuele aanbieder is gelijk aan MK. Omdat je als aanbieder alle kosten die je
maakt per eenheid product terug wil verdienen. Bij prijs van 500 en 12.000 eenheden maak
je winst, want punt ligt boven de GTK curve. Bij prijs van 300 en 4.000 eenheden maak je
verlies, omdat het punt onder de GTK curve ligt.
 MK = aanbodcurve, MITS hij boven de GTK curve ligt. In boek staat, als maar hoger is dan
GVK. Kan wel onder GTK, maar dan maak je op langere termijn verlies.
d. Zelfde als MK uit figuur 1, maar dan wel de hoeveelheid x 50, omdat je nu 50 aanbieders hebt
e. Evenwichtsprijs = 500, evenwichtshoeveelheid 600.000. Dat is waar de lijnen (vraag &
aanbod) elkaar kruisen, is marktevenwicht
f. Bij prijs van 500 in figuur 1 wordt er winst gemaakt (MK hoger dan GTK), dan komen er meer
producenten naar de markt. Er komt meer aanbod, aanbodcurve verschuift naar rechts tot
het punt dat de winst naar 0 gaat.
g. Zie f. Winst lokt toetreding uit, komen meer aanbieders. Aanbodcurve verschuift naar rechts,
er wordt meer aangeboden waardoor de prijs lager wordt. In lange termijnevenwicht
tendeert de winst naar 0.
h. Prijs van 400 en hoeveelheid van 8.000. aanbieders gaan op zoek naar minimum GTK curve,
want daaronder lijdt je verlies. Aanbodcurve is verschoven, nieuwe is prijs van 400 met
aanbod van 800.000.
i. In kosten zit vergoeding ondernemerschap inbegrepen, rendement op kapitaal. Dus de
ondernemer verdient er wel aan.

Opgave 6

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur paulettevanoosten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour $6.42. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77071 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


$6.42  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté