100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Goederenrecht $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Goederenrecht

 10 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de hoorcolleges, werkgroepen en jurisprudentie van het derdejaarsvak Goederenrecht van de bachelor Rechtsgeleerdheid

Preview 3 out of 17  pages

  • May 11, 2021
  • 17
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Goederenrecht
Week 1: Goederen en hun verkrijging
Goederenrecht gaat om de vermogensrechtelijke verhouding van een persoon tot een goed (bijv. eigenaar,
bezitter, houder, beperkt gerechtigde). Goederenrecht is dwingend recht (geen ruimte of van af te wijken),
want er is vaak een derde in het spel. Verbintenissenrecht is regelend recht. Beide zijn vermogensrecht (Boek
3 BW). Goederen: art. 3:1  zaken en vermogensrechten.

Overdracht
Art. 3:84 BW – 3 cumulatieve eisen, overdracht is rechtsgevolg dat intreedt wanneer aan eisen is voldaan.
1. Geldige titel
 = causa, rechtsgrond uit verbintenis, die tot overdracht verplicht;
 Problemen: bij titelgebrek vernietiging of nietigheid – geen contract (3:53).
2. Beschikkingsbevoegdheid
 Bevoegdheid om te vervreemden (overdragen) en te bezwaren (beperkt recht op te vestigen);
 BB hoort bij rechthebbende van het goed;
 In beginsel volledig BB, tenzij het goed is bezwaar met een beperkt recht;
 BB wordt rechthebbende ontnomen bij faillissement en BB wordt beïnvloed door beslag;
 Regels BB voornamelijk dwingend recht, kan niet contractueel van worden afgeweken;
 Problemen: met derden; beschikken door/aan tussenpersoon.
3. Levering
 Rechtshandeling waarbij je 2 partijen nodig hebt.
 Roerende zaken: art. 3:90. Is bezitsverschaffing door koper in staat te stellen dezelfde macht over
het goed te verschaffen die jij had. Feitelijke handeling en wilsovereenkomst. Context bepaalt of het
een leveringshandeling is (sleutels overhandigen bij huurovk is geen levering). Opties:
o Art. 3:114 – bezitsoverdracht (feitelijke handeling)
o Art. 3:115 sub a – constituto possessorio (bezitter wordt houder voor nieuwe bezitter);
o Art. 3:115 sub b – brevi manu (houder wordt bezitter);
o Art. 3:115 sub c – longa manu (houder van de een wordt houder van de ander).

Beperkte rechten: vestiging, overdracht en afstand van beperkt recht via art. 3:84 jo. 3:98 (schakelbepaling).
Overdracht is een vorm van opvolging onder bijzondere titel (art. 3:80 lid 3).
o.o.a.t.: iemand treedt in de schoenen van de voorganger, met alle rechten en plichten: ook schulden (art.
3:80 lid 2). Art. 6:249 en art. 4:182 BW.
o.o.b.t.: je verkrijgt een specifiek goed. De verkrijger is in beginsel niet gebonden aan de verbintenissen van
zijn voorganger die zien op het verkregen goed (Blaauboer/Berlips). Verbintenissen hebben relatieve werking,
alleen tussen debiteur en crediteur. Maar er is wel gebondenheid, ook van de o.o.b.t., als sprake is van een
goederenrechtelijk recht dat rust op het goed, zoals een beperkt recht.

Beperkte rechten
Art. 3:8 BW – een beperkt recht bezwaart een meer omvattend recht.
Numerus clausus: alleen wettelijk bepaalde beperkte rechten kunnen worden gevestigd.
Droit de suite: het beperkt recht volgt een goed, ook als het goed wordt overgedragen.

Beperkte rechten:
 Genotsrechten
o Erfdienstbaarheid (art. 5:70 BW)
 Gaat over vanwege zaaksgevolg. Is een afhankelijk recht, van de eigendom in kwestie
o Opstalrecht (art. 5:101 BW)
o Recht van erfpacht (art. 5:85 BW)
o Vruchtgebruik (art. 3:201 BW)
1

,  Zekerheidsrechten
o Hypotheekrecht (art. 3:227 en 3:260 BW)
o Pandrecht (art. 3:227 en 3:236 BW)




Beginselen
 Nemo plus: je kan niet meer overdragen dan je zelf hebt + je kan niet meer krijgen dan je
rechtsvoorganger had. Ligt besloten in art. 3:84. Als jouw rechtsvoorganger niet rechthebbende was
wordt jij dat ook niet, en als die een goed bezwaard met een beperkt recht had krijg jij dat ook.
 ‘prior tempore, potior iure’ / prioriteitsbeginsel: oudere goederenrechtelijke aanspraak gaat voor op
jongere goederenrechtelijke aanspraak. Chronologie is belangrijk.
 ‘soms bescherming van goede trouw’: art. 3:86 BW – bij gebrek in beschikkingsbevoegdheid.

Verkrijging
Originair: verkrijging door de creatie van een nieuw recht of het opgaan in een ander recht. Geen sprake van
opvolging – recht ontstaat nieuw. In beginsel vervallen alle eventuele vroegere rechten van anderen op het
goed, dus de originaire verkrijger is in beginsel niet gebonden aan oudere goederenrechtelijke aanspraken van
anderen (geen droit de suite). Originaire verkrijger is ook niet gehouden aan oudere contractuele afspraken.
Voorbeelden: vinderschap, natrekking en bestanddeelvorming, zaaksvorming, eigenlijke vermenging.
- Bijv. B huurt huis van A en koopt nieuwe voordeur van C. C behoudt eigendom totdat de deur is
afbetaald. B monteert de deur in het huis van A – de deur wordt bestanddeel van de hoofdzaak (het
huis), de deur bestaat dan technisch gezien niet meer – rechten hierop verdwijnen, dus ook eigendom
van C. Originaire verkrijging van A.
Derivatief: verkrijging door opvolging. Het recht wordt ontleend aan een voorganger en gaat dus over in het
vermogen van de verkrijger. Bijv. overdracht (3:84).

Rechtspraak
Kuikenbroederij
Dubbele levering bij voorbaat van al het huidige en toekomstige pluimvee. Faillissement. Levering door
bezitsverschaffing c.p. bij voorbaat van een roerende zaak werkt niet tegenover iemand die het goed al eerder
bij voorbaat heeft geleverd (art. 3:97 lid 2 BW). Machinaal uitbroeden van eieren is zaaksvorming – kuiken en
ei zijn verschillende zaken (EVB ei ‘vervalt’). Wanneer er sprake is van nieuw gevormde zaak wordt bepaald
door verkeersopvatting. Uitgebroeide ei is geen natuurlijke vrucht van de kip (art. 3:9 BW).
2

, Zeeland aluminium company (Zalco)
Vloeibaar aluminium bezwaar met pandrecht, faillissement, productieproces gaat door – meer stoffen
toegevoegd, uiteindelijk stopt proces en stolt aluminium. Sprake van vermenging (5:5), is originaire verkrijging,
want nieuwe zaak. Bij vermenging onderscheid tussen hoofdzaak en bestanddelen, wanneer gelijksoortig is er
sprake van een nieuwe zaak (art. 5:14 jo 5:15) – dan ontstaat van rechtswege gemeenschappelijke eigendom
en een nieuw pandrecht op het aandeel in de nieuwe zaak van de oude zaak waar pandrecht op rustte.

Dépex/ curatoren Bergel
Verkoop onder eigendomsvoorbehoud. Faillissement, curatoren stellen: apparatuur is na installatie door
natrekking onroerend geworden als bestanddeel van de fabriek. Dat de apparatuur nodig is voor het
productieproces, betekent niet dat de apparatuur bestanddeel van het gebouw is. Invulling verkeersopvatting
(art. 3:4 lid 1): zijn de zaken op elkaar afgestemd of is bij ontbreken van de zaak de hoofdzaak incompleet.

Portacabin
Of een gebouw duurzaam verenigd is met de grond (art. 3:3 BW), hangt ervan af of het naar aard en inrichting
bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Daarbij moet worden gelet op de naar buiten kenbare
bedoeling van de bouwer of opdrachtgever. Of het technisch mogelijk is het gebouw te verplaatsen, is niet van
belang. Portacabin was hier onroerend.

Teixeira de Mattos
Als iemand gedurende een periode voor verschillende personen niet-geïndividualiseerde roerende zaken
onder zich heeft en niet kan worden vastgesteld aan wie de nog aanwezige zaken toebehoren (danwel voor
wie deze worden gehouden), dan kan de revindicatie niet slagen. Aandelen aan toonder waren bij de bank in
een gezamenlijke kluis bewaard en serienummers niet genoteerd. Faillissement, aandelen behoren aan bank.

Leaseplan/IBM
Een verkrijger onder eigendomsvoorbehoud (houder) van zaken die feitelijk bij een huurder (sub-houder) zijn,
kan het bezit van die zaken verschaffen aan een derde door middel van een bezitsverschaffing longa manu.
Deze wijze van bezitsverschaffing kan ook bij voorbaat geschieden.


Week 2: Vermogen en verhaal
Vermogen is het geheel aan goederen en schulden. Je kunt de goederen uitwinnen voor de schulden.
Uitgangspunt: elk persoon (natuurlijk en rechtspersonen) heeft 1 vermogen (anders kan je goederen immuun
maken voor verhaal). Dus je kan niet zelf aan vermogensdeling doen.
Art. 3:276 BW – verhaalsrecht op alle goederen door schuldeiser voor zijn vordering.
Verhalen strekt tot inning van de vordering en geschiedt meestal door dwang (executie en uitwinning), maar
kan ook op makkelijkere manier: debiteur betaalt bij vordering of de crediteur kan verrekenen (6:127;
verrekeningsverklaring of 6:140; rekening-courant verhouding, gebeurt van rechtswege).

Bankrekening
Saldo op de bankrekening is giraal geld en een vorderingsrecht op naam uit de rekening-courantverhouding
met de bank. Bank is geen houder – bank is debiteur als jij geld op rekening zet. Verrekening boekingen vindt
automatisch plaats (6:140). Als de bank failliet gaat, heb je een concurrente vordering op de bank van jouw
saldo. Het afhalen van geld van je rekening, is nakomen verbintenis van bank uit rekening-courant.

Verhaal op bankrekening ‘moeilijke versie’ vergt:
1. Bestaan van de geldvordering
2. Verkrijgen van executoriale titel tot betaling van geldschuld (authentieke akte of veroordelend vonnis)
 dan verhaal op de goederen van de schuldenaar mogelijk
 Executoriale titel zet materiele recht om iets te krijgen van debiteur om in iets tastbaars (3:296)
 Bij specifiek goed: beslag tot levering/ afgifte
 Bij geld (genus): verhaalsbeslag. Art. 3:297 = bevrijdende werking executie (doen alsof betaald is)

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulettevanoosten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added