Hoorcolleges VIPR
Week 1: Inleiding in de rechtsvergelijking
Rechtsvergelijking en rechtsgeschiedenis hebben veel met elkaar te maken.
Vak 2 delen: vergelijkend privaatrecht & internationaal privaatrecht.
In werkgroepen oefenen, eerst met oude tentamenvragen en bij internationaal met stappenplannen.
Literatuur in reader, in uitgeklede vorm op blackboard.
Voorbeeld zaak Hof Den Bosch, om set graafmachines verhuurd door Spaans bedrijf aan ander
spaans bedrijf. Huurder had machines verkocht aan Nederlander. Verhuurder zei: huurder heeft
machines verduisterd, maar ik nog steeds eigenaar. Koper te goeder trouw. Roerende zaken,
beschermd tegen beschikkingsonbevoegdheid vervreemder. Volgens Nederlandse recht simpel, maar
eerste vraag: welk recht van toepassing, welke rechter bevoegd? Als Spaans recht toegepast, hele
andere uitkomst.
Oud BW: terugvorderen als zaak kwijt geraakt, verloren of door diefstal. Spaans: als je zaak
ilegalmente bent kwijtgeraakt, valt ook verduistering onder. Naar Spaans recht zou eigenaar nog
binnen 3 jaar kunnen terugvorderen. Frans: 3 jaar revindiceren als je verloren bent of gestolen is.
3 stelsels die allemaal bijna dezelfde woorden gebruikt, revindiceren, 3 jaar termijn. Maar trekken of
heel breed of toegespitst op bezit.
Groot gedeelte privaatrecht is bij common law niet in wetboek vastgelegd, maar in uitspraken.
Inhoud komt wel vaak overheen met inhoud wetboeken.
Verklaring: ergens lang geleden stammen systemen allemaal af van het Romeinse recht. daarom
Spanjaarden behandelen verduistering hetzelfde als diefstal. NL en FA net iets afgeweken.
Namibië in civil law traditie door kolonisatie Duitsland. Maar Japan is gewoon gaan zoeken naar
meest moderne wetboek, hebben van Duitsland privaatrecht en Frankrijk iets anders recht gehaald.
Uitspraak rechters eerste gezagbron. Blijkt dat in binnenste nog steeds Rooms-Hollands recht is.
Er is niet DE common law of DE civil law. Gaat om rechtsfamilies. Lijkt op elkaar.
Inleiding op de rechtsvergelijking
Val van het Romeinse rijk. Hoe Romeinse recht in Europa? Als bijproduct van versplintering. Wat
komt in plaats Romeinen? Stammenrecht van volkeren, soms opgetekend en soms niet. Zodra niet
meer rondtrekken stolt het tot gewoonterecht en gaat van elkaar verschillen, worden niet meer stam
maar inwoner gebied. Gekoppeld aan verplintering is versplinterend overheidsgezag, geen keizer
meer. Warlords/ vorst. Oplossing is groot leger, daarvoor land geven aan baron die in ruil voor
mankracht zorgt. Baronnen vinden hun grond. Geen eenheid. Hoe toch iets van eenheid geschapen?
Bologna in 11e eeuw met studie Romeins recht, dat is basis voor alle universiteiten. Er wordt 1 boek
ontdekt: Digesten, hart wetgeving keizer Justinianus. In Bologna was gewoonterecht. Klimaat die tijd:
handelsrelaties, zee rustiger. Bij handel vraag om welk recht gaat. Kiezen neutrale optie, wat al
dichtgetimmerd is Romeins recht. is oud, eerbiedwaardig, commercieel relevant. Je leert overal
hetzelfde, maakt niet uit waar je studeert, en je kan overal in Europa aan het werk.
In principe eerst gewoonterecht van lokale plaats, maar als dat geen uitkomst biedt dan teruggrijpen
naar Romeins recht. enorm toepassingsgebied voor Romeins recht, want gewoonterecht werd
beperkt uitgelegd.
Gewoonterecht ook Romeinser door universitair geschoolde juristen die lokale dingen in Romeinse
termen herdefinieren = passieve interpretatie.
Gildenstructuur: je hebt universitaire graad nodig voor advocatuur/rechterlijke macht. Is in civil law.
Romeinse recht penetreert overal in Europa, tot bij vorsten bekend wordt en die gaan rationaliseren.
Wordt gevolgd omdat het het redelijke recht is. Volgen het recht van de rede.
Glosse: opmerking in de kantlijn. Zo becommentarieëren. Soort Middeleeuws tekst en commentaar,
scheelt boeken. Raakt gestandaardiseerd. Vanaf dat moment zelfde wetboek met zelfde
,commentaar. Niet als primaire rechtsbron (again), maar omdat het geschreven is, toepasbaar in
moderne praktijk, toepasbaar in universiteiten, wordt als redelijk recht gezien en is oud (traditie).
Laatste zetje van vorsten zelf. Als rechtbanken opgericht, wordt gezegd dat hoogste rechter recht
moet spreken naar Romeins recht.
Verlichtingsdenkers. Alle mensen willen vrijheid en geluk, daaruit logsich regels afleiden. Heel vaak is
uitkomst ongeveer hetzelfde als ROmeine recht, maar andere manier van denken en ander beginsel.
En in streektaal in begrijpbare taal opgeschreven wetboeken.
Romantici: recht is cultuur, geschiedenis. Ik ben product van emotie. Dan denken aan
overkoepelende identiteit, een geist. Als uiting nationale verbondenheid kom je via ander
uitgangspunt tot zelfde uitkomst: wetboeken die uitdrukking geven aan het Nederlands zijn.
Is niet einde Romeinse recht. in wetboek wordt gewoonterecht van Friesland, Deventer etc.
afgeschaft, want we zijn allemaal Nederlanders. Zoeken naar regel die voor iedereen acceptabel is,
dan kom je weer uit op Rome.
Gebonden rechtersrecht
Verhouding regel en rechter. Hoe gaat rechter mee om? Waren regels voor, bepalingen gelden nu
nog steeds. Rechter moet volgens de wet recht spreken – wet wordt niet getoetst aan hogere reden
of rationaliteit of eigen rechtvaardigheidsgevoel (dus geen natuurrechtelijk denken). Is oud idee dat
uit Rome komt. In civil law: primaat ligt bij wetgever, rechter spreken daarvandaan recht. als
wetgever niet mee eens is, moeten ze wet veranderen. Is anders in common law.
Common law
Een definierend moment in Engelse geschiedenis in 1066. Battle of Hastings, finaal de pan in gehakt.
Willem de Veroveraar. Zegt tegen Angelsaksiche adel: jullie hadden bij moeten erkennen,
hoogverraad dus kop eraf, maar alternatief: jullie dragen grond aan mij over en jullie lenen terug in
ruil voor legers. Was geen land meer waarover Koning niet de baas was. Kon bestuursapparaat van
hier kopieren. Kon eenheid smeden van staat en van recht. later baronnen weer in opstand, dwingen
slappe Jan Zonderland tot akkoord: Magna Carta. Alle macht koning gelimiteerd, behalve meer
inspanning voor vaste koninklijke rechtbanken op 1 plek. Koning reisde met gevolg van stad naar
stad, als land uitgeput trokken ze verder. Koning sprak ook recht als baas in Engeland. Koning had
universele rechtsmacht, daar kon je procederen. Maar probleem als hij rondreist. Men wilde vaste
plek voor rechtspraak. Gebeurde hier ook 300/400 jaar eerder dan op vaste land. Hofraad, nu als
rechtbank, zat in Londen terwijl koning door het land zwierf. Instelling kon eigen identiteit
verwerven. Vanaf dat moment: custom of the court. Gewoonte van de rechtbank. Dit is de common
law. Heeft dus niet te maken met gewoonte- of gemeenschappelijk recht. common = in vergelijkbare
gevallen gelijk recht toegepast, omdat ze eigen gewoonte hebben ontwikkeld. Wordt ondersteund
door vorming van Inns of court. Herbergen bij het hof, waren plekken waar advocaten bij elkaar
kwamen. Zijn gildes van advocaten die groeien, krijgen ook institutionele sturctuur, eigen geheugen
en eigen identiteit. Versterkt custom of the court. Voor gilde heb je geen universitaire graad nodig,
want geen uni in Londen. Wel: patroon die je meeneemt en vak leert. Juristen herkennen patronen in
feitencomplexen. Ook ontwikkeling eigen taal, maar niet Romeins. Engeland was Frans.
Juristenjargon was ondoordringbaar als je niet die stage liep bij een patroon. De Inns of court bestaat
nog steeds. Iedere procesadvocaat in Engeland is verplicht zich aan te sluiten bij een van de gildes.
Formeel ook nog steeds geen universitaire graad nodig voor barrister, is iets anders voor solliciters.
Waar haal je kennis, als nog niet zaak over is geweest? Noteren rechterlijke uitspraken,
aantekeningen. Die werden in gildes bewaard en doorgegeven. Dat is law reporting; op schrift stellen
uitspraak rechter, niet door rechter zelf want die deed mondeling op zitting, maar aantekeningen
studenten. Wordt een yearbook, daarna commercieel door mensen met snel steno handschrift
(nominate reports).
Hadden dus ook al 300 jaar dit systeem, geüniformeerd in recht toen ze vanuit Bologna kwamen met
Romeins recht. was voor Engeland hierdoor niet aantrekkelijk.
, In Engeland wordt je rechter na advocaat en advocaat voor de Koning, dus meest succesvolle
advocaten. Hebben veel autoriteit. Spreken ook in hun eentje recht, mondeling in vonnis. Niet meer
rechters nodig.
Godsoordeel: handen verbranden, als binnen een week geheeld is wonder en had hij gelijk want God
stond hem bij. Was als bewijs niet duidelijk was. Paus wilde niet meer, want theologisch: je kunt God
niet dwingen tot een wonder. Paus verbood dat geestelijken bij zaken aanwezig zouden zijn. hoe
oplossen?
In civi llaw: gerechtelijk onderzoek, rechter is waarheidsvinder. Zet hiervoor alle middelen in. Rechter
actief op zoek naar waarheid.
In common law: probleem feitelijke aard, halen 12 eerlijke mannen van de straat, want feitelijk dus
hoef je geen rechten voor hebben gestudeerd. Die horen het aan, passief, en die kijken of wel of niet
overtuigd. Feitelijke oordeel in handen jury. Vaak nu jury afgeschaft. Wel in VS nog aanwezig. Door
jury: proces moet kort want mensen moeten naar huis om brood te bakken etc, en proces moet
mondeling. Rechter kijkt ernaar als scheidsrechter. Ondervraagt niet zelf, laat beide partijen vragen.
Common law houdt traditioneel niet van vordering tot nakoming in natura, zoals aflevering van een
koe. Standpunt: mensne moeten naar huis dus we gaan niet wachten tot beslissing is uitgevoerd, dus
je moet genoegen nemen met geld. Van oudsher standpunt: alle veroordelingen uitgedrukt in
geldbedrah/ schadevergoedingsvordering. Tweede punt jury: jury komt met feitelijke vaststelling,
gaat van hieruit kijken naar patronen. Engelsen houden niet van hoger beroep. Hebben verlofstelsel.
In principe heeft het recht al gesproken.
Denken in termen hoger beroep is typisch voor civil law, hogere rechter kijkt of rechter de regel goed
op feiten heeft toegepast.
Sttus rechterlijke beslissing
Er is wel sovereignty of parliament mbt wetten. Maar doen ze niet zveel. Rechsvorming wordt aan
rechterlijke uitspraken gelaten.
Klassiek romeins recht en engels recht dit bij elkaar: je meost formuliertje halen voor rechtszaak. kan
zijn dat procesrecht aan vast lag dat iemand eed kon zweren dat het niet zo was. Rechtbanken
concurreren op procesrecht, want andere rechtbank had niet dat procesrecht met eed. Waarom?
Rechters kregen per vonnis betaald. Pas tegen einde 19 e eeuw rechtbanken samengevoegd met
hogere en lagere rechter.
Stare decisis: blijf bij je beslising. Als eenmaal op bepaald feitencompelx uitspraak is gedaan, moet
andere rechter dit volgen. Ook uitspraken hogere rechter volgen. Is niet natuurlijk idee in common
law, is ook snel aan onttrokken. Discenting opinion. Rechter kan onder gevolgne precedentenstelsel.
Kan zeggen dat ander feitencomplex is (distinguishing), dus anders beslissen. Of wel persuisive
authority, omdat ik algemene regel in lees.
Rol van billijkheid?
In civil law: rechter oordeelt niet naar billijkheid.
In common law: wel naar billijkheid oordelen, een geestelijke. Lord chancellor. Die gaf
procesformulieren en had eigen gerechtshof dat recht sprak naar Rooms katholieke noties
rechtvaardigheid, billijkheid. Keek wie er in zijn hof schone handen had, ging om geweten. Was
politieke figuur, geen jurist. Bij koning in ongenade kop eraf. Risico van willekeur, verschillende lors
vinden verschillende dingne billijk. Weer reporting als oplossing. Wordt voorspelbaar. Achterliggende
gedachte nog steeds billijkheid. Zelfde maatstaf in middeleeuwen als nu, nog steeds naar geweten.
Heeft niet zo moeten zijn, want Engeland had universiteit waar Romeins recht werd gedoceerd en er
waren revolutionairen en verlichtingsdenkers die wetboek wilden, maar dat haalde het allemaal niet,
omdat Engeland zo vroeg is begonnen in 1066. Is niet gebaseerd op rede, maar geschiedenis,
historisch product.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulettevanoosten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.