100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Werkgroepen Vergelijkend en Internationaal Privaatrecht $4.82   Add to cart

Other

Werkgroepen Vergelijkend en Internationaal Privaatrecht

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerking van de werkgroepen van het derdejaarsvak Vergelijkend en Internationaal Privaatrecht van de bachelor Rechtsgeleerdheid

Preview 3 out of 27  pages

  • May 11, 2021
  • 27
  • 2019/2020
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Werkgroepen VIPR
Week 1
Docent: Karel Smith. Afdeling rechtsgeschiedenis.
Verschil / vergelijking tussen civil law en common law.
Veel overeenstemming: rule of law, scheiding machten. Maar ook grote verschillen.

Civil law is tot ons gekomen via ius commune – gemeenschappelijk recht. ius commune is receptie
van de codexen van keizer Justinianus (6e eeuw, keizer Oost Romeinse rijk). Dit komt weer uit het
klassieke Romeinse Recht, opgetekend in Digesten. Maar klassieke RR is niet hetzelfde als de
codificatie door Justinianus. RR was flexibel systeem. Met codificatie lag vast en bij interpretatie
probleem werd opgelost door de keizer. Codificatie is herontdekt rond 12 e eeuw in Frankrijk/Italië
(Bologna). Romeinse recht opnieuw bestudeerd, maar was heel ingewikkeld, heel dik boek en zat
geen systeem in. Werd becommentarieerd, je had ervoor gestudeerd meoten om te begrijpen –
univeristeiten. Ius commune werd zo genoemd, want Europa was verbrokkeld en er was regionaal
recht in verschillende delen. Over heel Frankrijk niet eenduidig uniform recht. probleem als handel
aantrekt, wiens recht geldt als het mis gaat? IPR. In zuiden FA gold RR aangevuld met regionaal recht,
noorden Frankisch recht. wilden soort eenheid creëren: door ius commune. Door bestuderen
Romeins recht, werd door Koning bevorderd dat dit aanvullend recht was op moment dat je
probleem had (bijv. met interpretatie). Werd soort informeel geldend recht.

Common law. Lijkt op het klassieke Romeinse recht, maar heeft er nisk mee te maken want is op een
andere manier ontstaan. Maar hoe georganiseerd is lijkt op Romeinse recht. Via RR liep recht via de
Praetor, als je grief had ging je naar hem, hij keek ongeveer welke revhtsvraag en welke actie erbij
hoorde (=formula); kwestie juridisch duiden. Hij loste niet op, maar gaf aan een ludex (leek, een
peer), rechter die over feiten moest oordelen. Heel casuïstisch op basis feiten.
Dit was RR, nu common law. Franse koning veroverde Engeland, probeert controle te krijgen op
gebied met militairen en via recht: alle gerechtshoven worden door hem benoemd. Door veroveraar
wordt hij eigenaar alle grond Engeland (als leenheer), deelt uit aan leenmannen. Court reist rond, die
spreekt recht, is koningscourt (royal court), is superieur aan alle andere vormen van rechtspraak. Alle
met geweld, wapens veroorzaakte conflicten over grond, daarmee kon je naar court. Dan kreeg je
writ, daarmee moest je komen naar de court. Vele courts die zich afsplitsen van koninklijke court.
Zoals court of common pleas, en of king’s bench. Allemaal koninklijke (dus hoogste) rechters, die
hebben min of meer gescheiden zaken. Common pleas ging vaak over contractrecht, king’s bench
meer strafrecht.
Writ of trespass is heel beperkt, alleen als koningsvrede aangetast. Actie om bij de rechter te klagen
over gedrag, bijv. omdat iemand contract niet nakwam. Op een gegeven moment ontwikkelde
rechter een action on the case; trespass werd wijder gemaakt, werd omschrijving die je kon geven als
je schade had geleden. Rechters schrijven writ, die wordt wijder gemaakt dus meer mogelijkheid om
te klagen, dat wordt gestandaardiseerd.
Toen situatie: iemand heeft contract, A levert en B moet betalen maar doet dat niet. Normaal moet
je naar court of common pleas, die zegt dan een writ of debt, maar die is nogal archaïsch. Belangrijk
punt: processueel: als jij als gedaagde 12 mensen (gezworenen) kunt vinden die kunnen onder ede
getuigen dat er geen contract was, dan was er geen contract. Probleem met rechten en actie die je
hebt. Recht hangt heel erg af van processuele rechten die je hebt. Doorn in het oog als je schuld wil
innen.
Court of kink’s bench ging toen sluiproute bedenken. Zeggen dat sprake is van misleiding. Impliciet in
contract zit belofte om te betalen, als je niet doet maak je je schuldig aan misleiding en dat kan je
onderwerpen aan jury. Dan niet processuele recht van die 12 man. Dus dan vraag je writ voor court
of king’s bench.

,Remedies precede right: je kijkt dus niet zo naar subjectieve recht van cliënt, maar processuele
rechten, kijken vanuit de actie = actierecht.
Invloed van rechtersrecht. Door beslissing king’s bench werd actie verruimd, creëert rechten. Vooral
ook rechtersrecht omdat parlement niet aan te pas komt. In deze zin meer Romeins recht dan ius
commune.

Dit is in a nutshell verschil civil en common law.
Civil maakt duidelijk onderscheid tussen privaatrecht en publiekrecht.

Vraag 1
Mixed systems. Beetje common en beetje civil. Op moment dat je beroept op codificatie, maar wordt
op precedenten gewerkt, dat is typisch mix. Codificatie van civil, precedenten van common. In
Louisiana.
Zuid-Afrika mix, door kolonisatie. In 17e eeuw had rechtsstelsel ius commune, want dat was in
Europa. Bij probleem verwees je naar professoren want die waren het aan het studeren, die gaven
commentaren.
Twee criteria voor de systemen, via bron:
1. Vorm: codificatie of precedenten van belang?
2. Inhoud: hoe is het recht gesystematiseerd? Romeins recht (dogmatiek) of common law
(casuïstiek)?
In mixed systems gaan precedenten wel een rol spelen in Zuid-Afrika, omdat Engeland infiltreert.
Twee vormen mengen. Ook in Quebec. Vorm wordt gemengd, maar inhoud ook een beetje. Ideeën
common law gaan mengen met ideeën Romeins recht.
Geen land is zuiver het een of zuiver het ander. Maar burgerlijk recht zo allesomvattend, dat als dat
gecodificeerd is, dit ook andere aspecten raakt en je spreekt van code civil.

Vraag 2
In Engeland spreken rechters recht op basis van een writ: heirbij staan processuele rechten al vast.
Rechters zijn in feite barristers (advocaten) die het vak leren door te pleiten. Op die manier, als je
daarin zeer getraind bent kun je rechter worden. Grote rol weggelegd voor barristers. Hoe leer je het
vak? Door het te doen, als leerling aantekningen maken bij een zitting. Heel erg op feiten gericht. Er
was geen universiteit/ centrale opleiding. Je leerde door aantekeningen en die doorverkopen en
verzamelingen van maken. Als rechter veel gezag en veel autoriteit, omdat die uiteindelijk beslist of
jouw zaak lijkt op eerdere zaken en dus hetzelfde moet worden beslist of niet. Rechter is
scheidsrechter. Als feiten vast staan meot hij oordelen op basis van precedenten. Hierdoor ook geen
hoger beroep mogelijk, want dat was ook zozeer gebonden aan de feiten. Jury was maar 1 dag
aanwezig op zitting, als zaak klaar was ging jury ook weg. Hoe kun je dan nog in hoger beroep?

In systemen met codificatie gaat het om regels en de uitleg van die regels. Dan kun je in appel als je
zegt dat die regel niet goed is uitgelegd. Systeem van appel past binnen codificatie beter. Gaat om
uitleg regels aan de hand van codificatie. Daar heb je eigenlijk hoogleraar/ universiteit voor nodig, die
onderzoeken het recht. krijg je hele dogmatiek, hun oordeel is van hoog belang. Vaak ook A-G die
advies geeft aan Hoge Raad is een hoogleraar, heel wetenschappelijk.

Vraag 3
Writ hoef je nu niet meer te vragen, is nu gewoon dagvaarding. Maar Engelse rechten denkt nog
steeds vanuit acties, welke rechten je processueel hebt. Je kijkt naar acties die je hebt tegenover
andere partij en op basis daarvan kun je sommige dingen wel bewijzen of niet bewijzen.
Wij denken meer vanuit subjectieve rechten.
Manier waarop writs worden uitgelegd, zoals bij trespass, wordt uitgebreid, dan concurrentie tussen
gerechtshoven (pleas en kings bench). Inhoud writs bepalen een beetje hoe je als partij je recht
probeert te halen. Writs die nieuwe betekenis krijgen.

, Vraag 4
Bouche de la lois, in civil law: als rechter ben je doorgeefluik van het recht, spreekbuis van de wet.
Codificatie gaat uit van soevereiniteit van de wetgever. Die doet aan codificatie, daaruit volgen regels
en die uitleg gaat uit van 1 betekenis die moet worden gevonden en toegepast. Geen dissenting
opinions, want geen kwestie van mening maar van wat het recht zegt. Is fictie, maar wel het model
waarin je het giet.
In common law: Engelse rechter spreekt meer met gezag en op basis waardering van de feiten komt
rechter tot een oordeel. Bijna geen appel mogelijkheid. Andere rechter kan het anders zien, maar
niet beter. Is gewoon waardering van de feiten. Rechter is alleensprekend en heeft een groot gezag
en het is zo feitelijk dat je kan zeggen met jury erbij, dat het ook niet kan worden overgedaan. Alleen
bij evidente gevallen van fouten of vooringenomenheid wordt appel verleend. Geeft heel ander
egzag aan wat rechter doet.
Codifciaties tendens versterkt op 2 manieren. Codificatie legt vast, niet meer rechter die recht maakt
maar codificatie die recht maakt. Tweede: wet algemene bepalingen (heel oud); beoordeel niet
billijkheid. Rechter mag geen orodeel geven over jusitheid wet; verbod interpreteren in richting die jij
wil. Stel voor, lagere en hogere rechter vershcillen van mening over interpretatie. Dan beslist niet
rechter, maar is er blijkbaar leemte in de wet en die moet dan opgelost door wetgever.
Dus: codificatie en verbod van interpretatie.

Vraag 5
‘presumption against alteration of the common law’. Er is common law, dat kan je zien als the Law.
Was aanvankelijk recht van de vorsten dat voor iedereen gold. Presumption is dat de common law
centraal is. Je kunt wel statutes maken, die vullen als het ware de common law aan, maar veranderen
die niet. Tenzij je heel explicieit zegt: hier maken we nu een eind aan, een stukje common law
opheffen en zeggen dat het niet meer werkt. Voorbeeld cessie: vordering doorverkopen aan een
ander. In Engeland mocht dat niet, tot op een gegeven moment bij court of common pleas,
consturctie was waardoor wel min of meer onder die voorwaarde mocht. Maar geen writs of
processuele rechten. Toen kwam court of equity, die had aanvulling, stelde dat in aanvulling op
common law wel in bepaalde osmtandigheden cessie kon aannemen. Hier trust ontwikkeld; door
verbintenis erflater met een derde, door maatstaven fatsoen zou die ook erfenis meoten krijgne. In
equity veel geestelijken, christleijke moraal speelde grote rol. Volgens common law geen recht op
erfenis, maar nu wel recht op opbrengst uit de erfenis (=trust). Vervolgens twee verschillende
systemen, onwenselijk, toen wet gemaakt die beide dingen incorporeerde: statute. Zonder expliciet
te verklaren dat die 2 systemen niet meer geldig waren. Toen had je 3 systemne. Dan kun je cessie
hebben naar statutue, naar equity of naar common law. Verschillende vormen. Alleen bij opheffen
common law werkt het naar statute (?).

Vraag 6+ 7
Geen vordering tot nakoming in common law. Procedure: jury die moet oordelen over de feiten,
rechter is aan gebonden. Jury is maar 1 dag aanwezig, mondelinge procedure. Als dan jury uitspraak
heeft gedaan en rechter kijkt naar precedent, dan is daarna jury opgelost. Stel jury zegt dat
Rembrandt een schilderij moet maken, en hij laat leerling het schilderen. Dan vraag of het wel echt
nakoming is. in Engelse recht heb je weer nieuwe jury nodig, die geen kennis heeft van eerdere zaak.
Er ligt niks vast, want alles mondeling. Niks opgeschreven (behalve door studenten). Dan moet je
eigenlijk hele zaak terughalen, maar dat kan niet want eenmalig. Is probleem voor hoger beroep.
Transitoir systeem; zit transitie in; jury is er maar 1 dag en is daarna opgelost.
Dus geld is veel makkelijker; schadevergoeding.

Vraag 8
Comparatie van partijen is schriftelijk. In KEI vervangen door mondelinge behandeling. Gekenmerkt
als hart van de procedure. Mondelinge behandeling is kenmerkend voor common law. Civil law

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulettevanoosten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82
  • (0)
  Add to cart