Samenvatting VIPR
Week 1: VPR – Inleiding in de rechtsvergelijking
Er is niet dé common law of dé civil law, het gaat om rechtsfamilies. Ergens stammen de systemen allemaal af
van het Romeinse recht. Hierdoor lijken bijvoorbeeld de Nederlandse, Franse en Spaanse regelingen over
terugvordering bij diefstal op elkaar.
Bij common law is een groot gedeelte van privaatrecht niet in een wetboek vastgelegd, maar in uitspraken. De
uitspraken van rechters zijn de eerste gezagsbron.
Romeins recht als ius commune
Val van het Romeinse rijk. Romeinse recht komt in Europa door versplintering; stammenrecht van volkeren.
Zodra die niet meer rondtrekken stolt het tot gewoonterecht en gaat het van elkaar verschillen. Ook
versplinterd overheidsgezag, want geen keizer meer. Oplossing is een groot leger, daarvoor wordt land
gegeven aan baronnen die voor mankracht zorgen (= feodaliteit / leenrecht).
In de 11e eeuw wordt het boek ‘Digesten’ ontdekt, het hart van de wetgeving van keizer Justinianus. In die tijd
waren er veel handelsrelaties, bij handel kwam de vraag op welk recht gold. Werd gekozen voor de neutrale
optie, het recht dat al dichtgetimmerd is Romeins recht. Stichting van universiteiten, overal in Europa werd
hetzelfde Romeinse recht gegeven. Zo werd toch iets van eenheid geschapen. In principe werd eerst het
lokale gewoonterecht toegepast, maar als dat geen uitkomst bood greep je terug naar het Romein recht;
enorm toepassingsgebied. Interpretatio passiva = universitair geschoolde juristen herdefiniëren lokale termen
in Romeinse termen. Romeins recht volgt het recht van de rede. Er worden glossen bij geschreven:
opmerkingen in de kantlijn. Dit raakt gestandaardiseerd overal hetzelfde wetboek met hetzelfde
commentaar. Is niet de primaire rechtsbron, maar het is geschreven, toepasbaar in de moderne praktijk en
wordt als redelijk gezien. Wanneer rechtbanken worden opgericht, wordt door de vorsten gezegd dat de
hoogste recht moet spreken naar Romeins recht. Renovatio imperii = de intentie om het Romeinse rijk te
herstellen / te doen herleven.
Codificatie naar nationale wetboeken
Verlichting en natuurrecht: alle mensen willen vrijheid en geluk, daaruit logisch regels afleiden. Vaak is de
uitkomst ongeveer hetzelfde als Romeins recht, maar op basis van een andere manier van denken en een
anders beginsel. Ook in streektaal in begrijpbare taal opgeschreven wetboeken.
Romantiek en nationalisme: recht is cultuur en geschiedenis. Een mens is een product van emotie. Denken
aan overkoepelende identiteit. Als uiting nationale verbondenheid kom je via een ander uitgangspunt tot
dezelfde uitkomst wetboeken die uitdrukking geven aan het bijv. Nederlands zijn.
Dit is niet het einde van Romeins recht, want in de wetboeken wordt het gewoonterecht afgeschaft van de
verschillende stammen/dorpen (want je bent allemaal Nederlanders). Er wordt gezocht naar regels die voor
iedereen acceptabel zijn, daarmee kom je weer uit op Romeins recht.
In civil law geldt gebonden rechtersrecht. Het primaat ligt bij de wetgever, de rechter spreekt recht volgens de
wet. De wet wordt niet getoetst aan een hogere reden, rationaliteit of eigen rechtvaardigheidsgevoel (geen
natuurrechtelijk denken). Oud idee uit Rome. Als wetgever het er niet mee eens is, moet de wet veranderd.
Onafhankelijke ontwikkeling van de common law
Definiërend moment Engelse geschiedenis: Battle of Hastings 1066. Finaal de pan in gehakt door Willem de
Veroveraar. Hij gaf Angelsaksische adel de keuze: onthoofding of overdragen van hun grond en terug lenen in
ruil voor legers. Kopieerde bestuursapparaat van NL, eenheid van staat en van recht. Later adel in opstand,
komt tot akkoord: Magna Carta macht van de koning gelimiteerd, behalve meer inspanning voor vaste
koninklijke rechtbanken op 1 plek. Hiervoor had koning universele rechtsmacht, reisde rond. Vaste plek voor
rechtspraak was 300/400 jaar eerder in Engeland dan op het vasteland. Hofraad werd de rechtbank in
Londen, kon eigen identiteit verwerven. Vanaf dat moment: custom of the court; dit is de common law in
vergelijkbare gevallen gelijk recht toepassen, door de ontwikkeling van een eigen gewoonte. Dit wordt
ondersteund door de vorming van Inns of court; daar kwamen advocaten bij elkaar, groeiden gildes. Er was
geen universiteit in Londen, dus je kwam bij een gilde door een patroon die je meenam en het vak leerde.
Pagina 1 van 18
,Juristen gingen patronen herkennen in feitencomplexen, ontwikkelden eigen juristenjargon. Er werden
aantekeningen gemaakt van rechterlijke uitspraken (law reporting), die werden doorgegeven in gildes.
Uitspraak rechter was mondeling. Aantekeningen werden gebundeld in een jaarboek. Dit systeem van
uniform recht bestond al 300 jaar toen ze vanuit Bologna kwamen met Romeins recht, dat was toen voor
Engeland niet aantrekkelijk.
Vroeger werd bij niet duidelijk bewijs het Godsoordeel gebruikt, bijv. handen verbranden en als het binnen
een week geheeld is, is dat een wonder en had hij gelijk want God stond hem bij. Paus wilde dit niet meer,
want je kunt God niet dwingen tot een wonder. Oplossing in civil law: gerechtelijk onderzoek, de rechter als
waarheidsvinder, actieve rechter.
In common law: het is een probleem van feitelijke aard, daar hoef je geen rechten voor te hebben
gestudeerd, dus zij haalden 12 eerlijke mannen van de straat (jury). Die horen het aan en kijken of ze
overtuigd zijn, feitelijke oordeel in handen van een jury. Jury is nu vaak afgeschaft, want met een jury moet
het proces kort zijn omdat iedereen naar huis moet om bijv. brood te bakken en het proces moet mondeling.
Rechter als scheidsrechter. Common law is geen voorstander van vordering tot nakoming in natura (bijv.
aflevering koe), want de jury moet naar huis dus je gaat niet wachten tot de beslissing is uitgevoerd alle
veroordelingen uitgedrukt in een geldbedrag. In principe is er ook geen hoger beroep, want het recht heeft al
gesproken. Er geldt een verlofstelsel. Engelse rechters spreken in hun eentje recht via een mondeling vonnis.
Hoger beroep is typisch voor civil law, hogere rechter kijkt of rechter de regel goed op feiten heeft toegepast.
Status van de rechterlijke beslissing
Er is wel sovereignty of parliament met betrekking tot wetten, maar rechtsvorming wordt aan rechterlijke
uitspraken gelaten (er worden ook niet zoveel wetten gemaakt). Overeenkomst Romeins recht en Engels
recht: je moest een formuliertje halen om een rechtszaak te kunnen starten = writ. Rechtbanken
concurreerden op procesrecht, want rechters kregen per vonnis betaald. Pas tegen het einde van de 19 e eeuw
zijn de rechtbanken samengevoegd; hoger en lager.
Stare decisis: blijf bij je beslising. Als eenmaal op een bepaald feitencomplex uitspraak is gedaan, moet een
andere rechter dit volgen. Dit is niet een natuurlijk idee in common law, is ook snel aan onttrokken door
rechters. Precedentenrecht is niet slaafs volgen andere rechter, maar een rechter met autoriteit die kijkt naar
redenering waarom in eerdere uitspraak tot dit vonnis is gekomen = ratio decidendi. Die redenering is gedaan
op basis van een bepaald feitencomplex, je hoeft alleen die redenering te volgen als het feitencomplex in een
nieuwe zaak exact hetzelfde is. Gaat om autoriteit van de uitspraak. Daar wordt aan afgedaan door een
discenting opinion. Engelse rechter beschikt over nog twee instrumenten om onder strenge gevolgen
precedentenstelsel uit te komen. Distinguishing: er is nu een ander feitencomplex, dus daarom kan je
afwijken van de eerdere uitspraak. Persuasive authority: het zijn net niet dezelfde feiten, maar je leest in een
andere uitspraak een algemene regel die je op dit feitencomplex kan toepassen (=uitbreiding).
Rol van billijkheid
In civil law oordeelt de rechter niet naar billijkheid.
In common law was er een rechter die wel naar billijkheid oordeelde, een geestelijke, de lord chancellor. Die
gaf procesformulieren (writs) en had een eigen gerechtshof dat recht sprak naar Rooms katholieke noties van
rechtvaardigheid en billijkheid (equity). Was keeper of the Kings conscience. Keek wie er in zijn hof schone
handen had, het ging om geweten. Risico op willekeur: verschillende lords vinden verschillende dingen billijk.
Oplossing is weer reporting van de rechtszaken, hiermee wordt het voorspelbaar. Achterliggende gedachte is
nog steeds billijkheid, maar dat zie je niet meer terug. Is technisch systeem geworden, vooral trustrecht.
Heeft het zo moeten zijn? Nee.
In Engeland werd ook Romeins recht gedoceerd op de universiteit en er waren ook revolutionairen en
verlichtingsdenkers die een wetboek wilden. Dit haalde het allemaal niet, omdat Engeland al zo vroeg was
begonnen in 1066. Hun rechtsstelsel is niet gebaseerd op de rede, maar op geschiedenis; historisch product.
Pagina 2 van 18
, Werkgroep
Civil law is tot ons gekomen via ius commune = gemeenschappelijk recht. Dit komt vanuit het klassieke
Romeinse recht van Justinianus dat is opgetekend in Digesten. Maar het klassieke Romeinse recht is niet
hetzelfde als de codificatie door Justinianus. Romeins recht was een flexibel systeem. Met de codificatie van
Justinianus lag het vast en bij een interpretatie probleem werd dit opgelost door de keizer. Codificatie is
herontdekt rond de 12e eeuw in Frankrijk/Italië (Bologna). Het Romeinse recht werd opnieuw bestudeerd,
maar het was een heel ingewikkeld en dik boek waar geen systeem in zat. Werd becommentarieerd (glossen),
je moest studeren aan een universiteit om het te begrijpen. Ius commune werd zo genoemd, omdat het een
soort eenheid schiep in Europa dat verbrokkeld was en waar regionaal recht in verschillende delen gold. De
Koning bevorderde dat het Romeins recht aanvullend recht werd op het moment dat je een probleem had
(bijv. met interpretatie). Werd een soort informeel geldend recht.
Common law lijkt op het klassieke Romeinse recht maar heeft er niks mee te maken, want het is op een
andere manier ontstaan. Organisatie lijkt op Romeins recht, daar liep het via de Praetor die keek naar de
rechtsvraag en welke actie erbij hoorde, loste het niet zelf op maar gaf het aan een rechter die over de feiten
moest oordelen. In Engeland werd de Franse koning door het veroveren van Engeland eigenaar van alle grond
(als leenheer) en leende dat uit aan leenmannen. Hij benoemde ook de gerechtshoven. Reisde rond met zijn
royal court, dat was superieur aan alle andere vormen van rechtspraak. Met een writ van een rechter kon je
naar de court. Veel courts splitsten zich af van het koningscourt, zoals de court of common pleas
(contractenrecht) en de court of king’s bench (strafrecht).
Er was een probleem met recht en de actie die je hebt; recht hangt heel erg af van de processuele rechten die
je hebt. Bijv. bij court of common pleas gold: als je als gedaagde 12 mensen (gezworenen) kon vinden die
onder ede getuigen dat er geen contract was, dan was er geen contract. Court of king’s bench bedacht
sluiproute: in contract zit impliciet de belofte om te betalen, als je dat niet doet is er sprake van misleiding en
wordt je onderworpen aan een jury (niet die 12 gezworenen). Rechtersrecht; door deze beslissing werd de
actie verruimd. Actierecht = kijken vanuit de actie. Remedies precede right: je kijkt niet naar de subjectieve
rechten, maar de processuele rechten.
Mixed legal systems = een beetje common en een beetje civl law. Bijv. in Louisiana: gebruik van een wetboek
(codificatie; civil law), maar er wordt op precedenten gewerkt (common law). Twee criteria voor de systemen:
1. Vorm: codificatie of precedenten van belang?
2. Inhoud: hoe is het recht gesystematiseerd? Romeins recht (dogmatiek) of common law (casuïstiek)?
Geen land is zuiver het een of zuiver het ander. Gaat om rechtsfamilies. Maar burgerlijk recht is zo
allesomvattend, dat als dat gecodificeerd is, dit ook andere aspecten raakt en je spreekt van code civil.
Uitoefenen vs. doceren van recht.
In Engeland was er geen centrale opleiding, je leert het vak door het te doen/ aantekeningen te maken; het is
feiten gericht. Rechters zijn eerst barristers (advocaten) geweest. Veel autoriteit als rechter, want die beslist
of de zaak lijkt op eerdere zaken en dus hetzelfde moet worden beslist. Als de feiten vast staan moet hij
oordelen op basis precedenten; hierdoor ook geen hoger beroep mogelijk want de feiten blijven hetzelfde.
Vroeger geen hoger beroep, omdat de jury dan weg was.
In systemen met codificatie gaat het om regels en de uitleg van de regels. Je kunt in hoger beroep als je zegt
dat de regel niet goed is uitgelegd. Voor uitleg heb je een universiteit nodig; onderzoeken van het recht.
In civil law zijn rechters bouche de la lois; spreekbuis van de wet. Codificatie gaat uit van soevereiniteit van de
wetgever, die maakt regels en de uitleg daarvan gaat uit van 1 betekenis die moet worden gevonden en
toegepast. Geen dissenting opinions, want het is geen kwestie van mening, maar van wat het recht zegt.
In common law: Engelse rechter spreekt meer met gezag en op basis van waardering van de feiten komt hij
tot een oordeel. Een andere rechter kan het anders zien, maar niet beter. Rechter is alleensprekend, heeft
een groot gezag en het is zo feitelijk dat je kan zeggen met jury erbij, dat het ook niet kan worden
overgedaan. Alleen bij evidente gevallen van fouten of vooringenomenheid wordt appel verleend.
Deze tendens is versterkt door codificaties op 2 manieren:
Codificatie legt het recht vast; niet meer de rechter maar de codificatie die het recht maakt.
Verbod van interpretatie; de rechter mag geen oordeel vellen over de juistheid van de wet.
Pagina 3 van 18
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulettevanoosten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.