Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is de verantwoordelijkheid van een organisatie voor
de effecten van haar besluiten en activiteiten op de maatschappij en het milieu door transparant
en ethisch gedrag. MVO houdt in dat organisaties aandacht voor mensenrechten,
consumentenbelangen en sociale, ethische en milieukwesties in hun activiteiten en kernstrategie
integreren in nauwe samenwerking met hun stakeholders om:
• zoveel mogelijk gedeelde waarde te creëren voor hun eigenaren aandeelhouders en voor hun
andere stakeholders en de samenleving als geheel;
• mogelijke negatieve effecten op te sporen, te voorkomen en te verminderen.
Merk op dat het niet enkel gaat over organisaties als louter commerciële bedrijven, maar ook over
ziekenhuizen, culturele sector, overheidsinstellingen etc want zij hebben ook impact op mens en
maatschappij.
Corporate social Responsibility is de Engels term. Opvallend: de Europese commissie legt heel
sterk de link met competitiviteit en innovatie. Zij zeggen dus dat MVO je positie kan versterken,
doordat je bv gemakkelijker toegang kan krijgen tot extern kapitaal of betere relaties met klanten/
personeel. Zij zijn duurzaamheid dus ook als iets dat kan leiden tot betere resultaten.
De essentiële kenmerken van MVO, afgeleid uit bovenstaande definities zijn dus:
1. Impact van organisatie op maatschappij en milieu
2. Geïntegreerd in kernactiviteiten en strategie
3. Gedeelde waarde: voordelen voor de organisatie én stakeholders
1. Impact van organisatie op maatschappij en milieu
Volgens het wereldeconomisch forum zijn de belangrijkste risico’s die op ons afkomen
(gepubliceerd in 2020) milieugerelateerd. Dan denken we aan extreme weersomstandigheden,
natuurrampen, biodiversiteit die achteruit gaat,… Bovendien blijken de environmental risks heel
erg gelinkt aan geopolitcal risks en sociaal risks. Want vb door de klimaatveranderingen zijn er
veel meer vluchtelingen omdat het op sommige plaatsen onhoudbaar wordt. Zo is de
klimaatverandering indirect toch geen ver-van-ons-bed-show!
Ook de mode-industrie is problematisch: niet alleen op vlak van kinderarbeid, maar ook omdat bv
katoen heel veel water vereist bij het kweken. Ook chemicaliën, bleken, verven is enorm
vervuilend. Er zijn nog allerlei voorbeelden, vb avocado-kweek, mobiliteit/files, massa online
bestellingen/terugsturen via weinig betaalde chauffeurs…
Concept: The triple Bottom line (TBL / 3 P’s),
geïntroduceerd door John Elkington.
De bedoeling is dat bedrijven gaan
nadenken over zowel people, profit als
planet wanneer ze beslissingen gaan
nemen. De 3 P’s staan niet los van elkaar
maar beïnvloeden elkaar. Je moet steeds
een evenwicht zoeken en dit systematisch,
bij alles wat je doet.
Door de jaren heen kwam hier ook kritiek op
omdat dit niet ver genoeg gaat en er ten
gronde niets veranderd. Elkington vindt dit
zelf ook! Deze tekst is extra te kennen. (zie
ufora) Komt een examenvraag uit!
1
,Stakeholders
Je moet rekening houden met de stakeholders maar dit is moeilijk omdat het vaak heel diverse
groepen zijn. Daarom doen we aan stakeholder mapping: opdelen in categorieën en key
stakeholders detecteren.
We onderscheiden 4 stakeholdergroepen:
• Customer groups: klantengroepen, B2B, B2C
• Authorisers: eigenaars, aandeelhouders, raad van bestuur, overheid
• Businesspartners: WN’s, vakbonden, leveranciers, distributeurs
• External influencers: journalisten, actiegroepen, buurtbewoners
Kennen! Op het examen moet je kunnen aangeven wie tot welke stakeholdergroep behoort.
2. Verschillende invalshoeken, benaderingen van MVO (Dentchev, 2009):
Dentchev zegt dat je duurzaamheid op beoordelen op verschillende vlakken. Hij doet dit op basis
van Donaldson and Preston’s typology. Hij beschrijft de volgende benaderingen:
• Descriptieve benadering (beschrijvend): de acties en het beleid gaan beschrijven, maar is niet
waardegeladen.
• Normatieve benadering: als je een normatieve benadering van MVO hebt, ga je beschrijven
wat organisaties zouden moeten doen in het kader van duurzaamheid. Het is waardegeladen,
je geeft een oordeel, je zegt wat wel of niet goed is.
• Instrumentele benadering : houdt in dat je heel resultaatgericht gaat denken, brengt het op?
Als ik inzet op duurzaamheid, leidt dat dan tot meer klanten, lagere kosten, of?
In de praktijk denkt een bedrijf niet louter normatief/instrumenteel, maar is het vaak een mix.
Corporatie social responsibility (CSR1), (normatieve benadering)
Je houdt rekening met societal expectations. Vaak leidt dit tot het ontstaan van waarden en
normen in de organisatie die gedragen wordt door managers en medewerkers,
• Het model van Carroll als voorbeeld van CSR1: Hij
zegt dat organisaties 4 verantwoordelijkheden hebben:
Winstgevend zijn, voldoen aan wettelijke
verplichtingen, zich ethisch gedragen en goede doelen
steunen (=filantropie). Vanuit MVO kijken we vaak
enkel naar het ethisch gedragen en de filantropie, we
kijken naar wat een bedrijf meer doet dan door de wet
is opgelegd.
1. Winstgevend zijn of de financiële
verantwoordelijkheid: het is niet onethisch om
winst te maken. Dat is een ‘Conditio sine qua
non’ of een noodzakelijke voorwaarde. Deze
basis moet goed zitten om het andere te
kunnen doen. In deze context verwijzen we naar
een interview met Milton Friedman (Nobelprijswinnaar Economie 1976), waarin hij zegt
dat een bedrijf zoveel mogelijk winst moet maken en dat de verantwoordelijkheid over
die winst bij de aandeelhouders ligt. Nu is er geen enkel bedrijf meer dat zegt dat een
bedrijf enkel een financiële verantwoordelijkheid heeft.
2. Juridische verantwoordelijkheid : organisaties moeten gehoorzamen aan de wet.
Discussiepunt: als we onze wetten te streng maken, brengt dit dan geen concurrentieel
nadeel mee? Hoe ver moet de wet gaan?
3. Ethische verantwoordelijkheid: Wetgeving is vaak een minimum, een compromis, je
kan niet alles regelen via wetten, en de wet is ook vaak niet up-to-date, ze komt altijd
een beetje achter.
4. Filantropische verantwoordelijkheid: ze moeten iets terugdoen voor de maatschappij,
dat kan via giften, financiële steun aan projecten. Sommige grote organisaties hebben
ook eigen foundations, vb BNP Paribas Fortis Foundation of ING Philanthropic fund.
2
, We zien hier ook een trend: geld geven wordt vaak gecombineerd met employee
volunteering: het inschakelen van personeel als vrijwilligers. Dit kan zijn als helpende
hand, vb schilderwerken uitvoeren (maar wel door personeel van wie dit niet de
dagelijkse activiteit is, dus bv door administratief personeel. Daarnaast heb je ook skill
based volunteering: het personeel gebruikt de skills om een NGO te helpen. Vb een IT
bedrijf bouwt een website voor een NGO.
Bedrijven zien hier vaak zelf ook voordelen van deze manier van werken en gebruiken
het zelfs als alternatief voor een teambuilding omdat de WN’s vaak samen out of the
box gaan denken en samen werken aan 1 doel.
De 4 verantwoordelijkheden zijn onderling gerelateerd en in onderlinge concurrentie. Het is
belangrijk hier een evenwicht in te zoeken.
Corporate Social Responsiveness (CSR2), (instrumentele benadering)
Business case of CSR (belangrijk begrip)= ik ga investeren in duurzaamheid, wat brengt mij dat
op? Je maakt echt de oefening, kost-opbrengst van een duurzame investering. Er is heel veel
aandacht voor de link tussen sociale en financiële performantie. Er is een positieve link maar er
zijn geen eenduidige resultaten.
Carroll, 1979 zegt dat er in de context van CSR2 4 strategieën zijn om met CSR om te gaan. De 2
eerste neigen naar zo weinig mogelijk doen, de 2 laatste gaan naar een positieve benadering.
1. Reactive: bedrijven die zich eigenlijk niet willen bezig houden met duurzaamheid en
minder doen dan verwacht wordt, ze ontkennen hun verantwoordelijkheid.
2. Defensive: bedrijven die het minimum doen, ze erkennen hun verantwoordelijkheid wel
3. Accommodative: bedrijven die hun verantwoordelijkheid aanvaarden en ook hun
ethische verantwoordelijkheid opnemen
4. Proactive: bedrijven die echt anticiperen en duurzaamheid zien als een concurrentieel
voordeel. Ze gaan niet wachten tot ze negatief in de pers komen maar vooruitlopen.
3. Aanverwante begrippen
MVO is een containerbegrip geworden, er zijn intussen veel aanverwante begrippen:
3
, 1) Sustainable development (=de Brundtland-definitie)
Cfr Brundtland-rapport ‘Our common future, 1987’. Sustainable wil zeggen dat je bezig bent
op een manier die je kan volhouden. Hoe gaan we om met de beschikbare materialen op onze
aarde? Wij zijn momenteel niet goed bezig, want aan het tempo dat wij leven kunnen we niet
blijven verder gaan, dan zouden we meerdere aardes nodig hebben. Er is een sterke
milieufocus, maar we leggen ook de link met het sociale, want als wij het milieu verpesten leidt
dit ook tot armoede, hongersnood etc.
Aandachtspunten: intergenerationele en intragenerationele solidariteit: er moet solidariteit zijn
tussen de mensen nu, maar we moeten ook denken aan de impact van ons gedrag op de
generaties die na ons komen.
• Beschermen van het milieu
• Behoud van welvaart
• Wegwerken van sociale ongelijkheid
• Wegwerken van armoede
2) Triple bottom line (CSR) - Elkington, 1997: voorgaande is mooi, maar hoe moeten we dat nu in
de praktijk toepassen? Daarom introduceerde Elkington het triple bottom line begrip. Dit was
een vertaling van het macro-begrip sustainable development, naar een ondernemingsniveau,
micro-perspectief. Bedrijven zagen dit eerder wel als een last, extra kost. Duurzaam
ondernemen was vaak ook niet gelinkt aan de kernactiviteiten, maar compenseerden het door
gewoon goede doelen te steunen. Daarom kwam Michael Porter op de proppen in 2006.
3) Shared Value - Michael Porter, 2006: Bedrijfseconoom die zegt dat we anders moeten
nadenken en de duurzaamheid moeten zien als een manier om sterker te worden en
competitiviteit en innovatie te verhogen, zodat het leidt naar meer economisch succes. Hij
zegt dat MVO echt geïntegreerd moet worden in het productieproces en niet moet vervat
zitten in de randactiviteiten. Hij introduceert het begrip shared value, het is goed voor de
stakeholders én het bedrijf. Hij introduceert het als Strategic CSR.
4) Sustainable Development Goals (SDG’s) - Ban Ki Moon,
2015: SDG’s zijn duurzame ontwikkelingsdoelstellingen: dit
zijn 17 doelstellingen ontwikkeld door de Verenigde Naties
in samenspraak met oa NGO’s en bedrijven om duurzame
ontwikkeling te realiseren, als opvolgers van de 8 millennium
doelstelingen. De 17 doelstellingen gaan over problemen die
heel moeilijk zijn, en vaak niet op te lossen zijn door 1
instantie, bv armoede, het klimaatprobleem, hier moeten
verschillende partijen aan helpen. Dit worden ook Wicked
problems of grand challenges genoemd. (belangrijke
begrippen voor het examen!). Dit zijn dus taaie
vraagstukken, of ingewikkelde maatschappelijke problemen.
De SDG’s gaan over van de 3P’s naar 5P’s.
Profit werd vervangen door Prosperity (= welvaart) omdat
dat breder is dan winst en omdat ze niet enkel gericht zijn
op organisaties die winst genereren maar op alle instanties.
Ook Partnership kwam erbij (= samenwerking), ter oplossing
van de wicked problems en Peace (niet alleen op macro-
niveau, maar ook op organisatieniveau: zijn er vakbonden om de WN’s te verdedigen, kunnen
zij vrij spreken…).
Het verschil tussen MDG’s (millenniumdoelstellingen 2000-2015) en SDG’s (2016-2030) (kennen!)
De MDG’s waren eenzijdiger en meer gericht op het oplossen van armoede, maar veel minder in
overleg met andere landen. De Verenigde naties stelden deze eenzijdig op. Er waren slechts 8
doelstellingen en de focus lag echt vooral op people en veel minder op planet of anderen.
SDG’s hebben een veel bredere focus op sustainable development, niet enkel gericht op
armoede, het is ook tot stand gekomen op een participatieve manier en niet eenzijdig. Er zijn 17
doelstellingen. Ook in België monitoren wij de SDG’s, we kijken bv hoe ver we al staan met de
doelstelling rond armoede. De focus ligt hier op alle P’s en niet voornamelijk op people zoals bij
de MDG’s.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller WerkstudentInGent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.19. You're not tied to anything after your purchase.