Samenvatting van het hele boek: Er zit systeem in...! - Steven Pont
Gelezen voor het vak stromingen in de orthopedagogiek van Laura Batstra (PABA5245). Pedagogische Wetenschappen, bachelor jaar 2, , RUG
Stromingen in de orthopedagogiek
Samenvatting boek: “Er zit systeem in…? – Steven Pont
Inleiding
De systeemtheorie als aanvulling op de bestaande hulp
In de jeugdhulp moet een kind in zijn bredere context begrepen worden, dus met alle betrokkenen in
het systeem erbij. De systeemtheorie is hiervoor geschikt. Deze theorie onderzoekt de invloed van de
omgeving op iemands gedrag. De systeemtheorie vult andere kind-specifieke theorieën vanuit de
orthopedagogiek en ontwikkelingspsychologie aan en dit geeft een completer beeld van de
problematiek.
Het belang van de dubbele blik
Wanneer er in de jeugdhulpverlening geen ruimte is voor een gelijkwaardige samenwerking tussen
de kind-specifieke aanpak en de systeemtheorie, bestaat het gevaar dat belangrijke aspecten van de
problematiek rond het kind over het hoofd worden gezien. Echter kan de systeemtheorie niet overal
antwoord op geven en kan het soms meer kwaad dan goed doen. Soms moet je dus juist wel meer
kind-specifiek kijken. De bron van gedrag moet altijd dus zowel kind-specifiek als systemisch worden
onderzocht.
De systeemtheorie: individu en context samengevoegd
Bij problemen rond de opvoeding spelen twee soorten factoren een rol: individuele kenmerken én
relaties. De systeemtheorie verbindt deze beide gebieden en onderzoekt hoe ze elkaar beïnvloeden
en versterken. De kans op problemen neemt toe als er meer risicofactoren in het spel zijn.
Individuele kenmerken van het kind hebben altijd invloed op de relaties en problemen binnen de
relaties hebben altijd consequenties.
Individuele kenmerken Relaties
Lichaam: groei, gezondheid, ontwikkeling, Gezin: opvoedingsvaardigheden, pedagogisch
handicaps klimaat, gezinsstructuur,
communicatiepatronen, hiërarchie, mythes,
onderlinge relaties
Cognitie: leren, denken, taal, spraak Sociaal netwerk: familie, vrienden en de buurt
Emotie: ordenen en verwerken van Omgeving: wonen, werken, school, inkomen en
gebeurtenissen, regulatie vrije tijdsbesteding
Identiteit: zelfwaardering en temperament
De professionele dialoog
Een hulpverlener hoort te kunnen analyseren waar de bron van de
gedragsproblemen ligt (‘waarom is het probleem een probleem geworden?’).
Zit het probleem in individuele kenmerken of is het gevolg van patronen die in
het systeem zijn ontstaan? Een goede hulpverlener moet kunnen schakelen
tussen deze niveaus en moet dus meerdere brillen kunnen opzetten. Als de
twee visies op een goede manier worden samengevoegd, ontstaat er een veel
uitgebreider beeld van de problematiek en de hulp wordt beter als de diepte van de analyses
toeneemt. Als twee hulpverleners elkaar ontmoeten die beide, beide visies hebben (bi-focaal),
kunnen de professionele gespreken de vorm aannemen van een professionele dialoog.
, Esther Weverink, S4096738
De systeemtheorie: een kind is nooit alleen op de wereld
Probleemgedrag: individueel bepaald of symptoom van verstoorde relaties?
Een kind is niet alleen op de wereld en maakt deel uit van een omgeving die van invloed is op zijn
gedrag. Je kan een kind niet helpen zonder het gezin daarbij te betrekken. Je kan het kind niet los
zien van zijn omgeving en die omgeving moet op een actieve manier bij de hulpverlening betrokken
worden. De persoon in relatie tot zijn omgeving is in de systeemtheorie de eenheid van behandeling.
Het systeem: wij en zij
Wanneer een groep relaties met elkaar aangaan, ontstaat er een systeem. Er wordt een grens
opgetrokken tussen ‘wij’ (die erbij horen) en ‘zij’ (die er niet bij horen). Ieder mens heeft
verschillende systemen (bijv. gezin, werk, school, sport) en in elk van deze systemen krijgen de
relaties op een andere manier vorm. Binnen elk systeem heerst een eigen sfeer en dat komt omdat
de relaties in elk systeem op een andere manier worden ingevuld. Drie aspecten zijn belangrijk:
- De mate van binding, die de onderlinge betrokkenheid regelt
- De balans van geven en nemen, die de rechtvaardigheid regelt
- De sociale ordening, die de structuur regelt
Betrekkingen en communicatie
Als we willen analyseren hoe een gezin functioneert, zullen we buiten de bovengenoemde drie
begrippen verder moeten kijken naar de manier waarop het gezin concreet met elkaar omgaat. De
onderzoeken de onderlinge betrekkingen en communicatie. Onder betrekkingen verstaan we de
manier waarop de onderlinge relaties zijn vormgegeven. Als we naar de communicatie kijken, moet
de focus vooral liggen op de ontmoeting.
Homeostase
Als naast de binding, balans en ordening ook de betrekkingen en communicatiepatronen geen
bijzondere problemen geven, kunnen we spreken van een functioneel evenwicht binnen het gezin. Er
is een patroon gevonden waarbinnen het gezin z’n manier van leven heeft ontwikkeld. We noemen
deze balans de homeostase. Het behouden van de homeostase is niet altijd eenvoudig. Door de
constante fluctuaties binnen gezinssystemen spreken we ook wel van een
‘dynamisch evenwicht’. In de hulpverlening krijg je vooral te maken met
gezinnen waarin de balans disfunctioneel is.
Gedrag niet alleen op gedragsniveau oplossen
Gedrag moet in de bredere context begrepen worden. Gedrag heeft altijd
een diepere betekenis, dus je moet onderzoeken welke functie het gedrag
binnen het gezin heeft.
Het model
De noodzakelijke analyse kunnen we maken met behulp van het model van
de systeemtheorie. Het helpt een hulpverlener om gedrag in een breder
perspectief te plaatsen, zodat de vraag waarom het probleem eigenlijk een
probleem is, in al zijn complexiteit beantwoord kan worden.
De systeemtheorie: binding, balans en orde
, Esther Weverink, S4096738
Binding
Wanneer we de context van een systeem in kaart willen brengen om te begrijpen in welke omgeving
het gedrag van het kind een probleem vormt, dient een hulpverlener zich, naast het verband tussen
de individuele problematiek en de relaties binnen het systeem, op de hoogte te stellen van de
binding, balans en sociale ordening die binnen het systeem heersen.
Binding is een soort abstract ‘sociaal magnetisme’ dat ervoor zorgt dat mensen bij elkaar betrokken
blijven; hetzij positief, hetzij negatief. Om de dynamiek van een systeem te kunnen begrijpen, is het
belangrijk om ideeën te ontwikkelen over hoe de binding binnen een systeem door verschillende
gezinsleden wordt ervaren.
De balans van geven en nemen
Binnen elk systeem ontstaat een soort ruilhandel, een interactie van geven en nemen. De mensen
binnen het systeem moeten het gevoel hebben dat geven en nemen eerlijk in balans zijn. Daarvoor is
nodig dat ze ongeveer dezelfde waarde aan dingen toekennen. Binnen elk systeem geldt een andere
manier van uitwisseling. Maar interne rechtvaardigheid is daarin altijd de belangrijkste factor. In
gezinnen die in problemen raken, is de balans van geven en nemen meestal ernstig verstoord.
Orde
Bepaalde gedragspatronen liggen vast, en hierdoor worden de relaties binnen een systeem
voorspelbaar en betrouwbaar. Zo ontstaat als vanzelf een structuur binnen een systeem. Binnen elk
systeem ontstaan leidende gedragspatronen die een sociale ordening vormen. Iedereen binnen het
systeem weet wat binnen die ordening ‘past’ en wat ‘niet past’. Dat geldt ook voor de
ordening binnen gezinssystemen. De meest functionele ordening binnen gezinnen met
meerdere kinderen zie je in de afb. Deze sociale ordening kenmerkt zich door een
sterke grens tússen de generaties (ouders en kinderen) en een wat minder sterke grens
bínnen de generaties.
Sociale functies binnen het systeem
Een belangrijke manier waarop het systeem zijn ordeningen en structuur vindt, is door de functies
die mensen voor elkaar hebben. Mensen houden niet alleen van elkaar, maar ‘gebruiken’ elkaar ook
om bepaalde persoonlijke doelen te bereiken. De sociale ordening binnen een systeem wordt dus
ook vastgesteld door de onderlinge functionaliteit: wat kunnen mensen voor elkaar betekenen?
Systeem en subsystemen
Een systeem is opgebouwd uit verschillende subsystemen (bijv. ouders en kinderen). Niet alleen
individuen verhouden zich op een bepaalde manier tot elkaar, maar ook subsystemen staan
onderling met elkaar in relatie. De uitwisselingen tussen de subsystemen kunnen grote
invloed hebben op het functioneren van het systeem als geheel. Er zijn geen vaststaande
regels wat we tot elk subsysteem rekenen en dit kan altijd veranderen (kind-kind, kind-
moeder). Het ‘wij’ en ‘zij’ wisselt steeds, afhankelijk van de omstandigheden. (Ajax vs.
Feyenoord, Nederland vs. Duitsland). Ajax en Feyenoord horen dan ineens bij elkaar als
‘wij’ en dan zijn ze samen tegen Duitsland, ‘zij’.
Parallele processen
Subsystemen staat met elkaar in contact en beïnvloeden elkaar. Dit fenomeen van parallelle
processen zien we in gezinnen bijv. terug bij ruziënde ouders die ook ruziënde kinderen
voortbrengen. Of dat je opvoeding lijkt op die je zelf hebt gehad vroeger
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EstherWeverink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.