VORMEN VAN BENADELING – VERKOOP TEGEN EEN REËLE PRIJS ....................................................26
HR 22 MEI 1992, NJ 1992/526 – BOSSELAAR Q.Q./INTERNIBER (MONTANA I) .....................................26
VORMEN VAN BENADELING – WIJZIGING BESTAANDE RECHTSORDE ...............................................27
HR 8 JULI 2005, NJ 2005/457 – VAN DOOREN Q.Q./ABN AMRO II .......................................................27
VASTSTELLING BENADELINGSVEREISTE + PEILDATUM + EX NUNC TOETSING ................................28
HR 19 OKTOBER 2001, NJ 2001/654 – DIEPSTRATEN/GILHUIS Q.Q. ......................................................28
WETENSCHAP VAN BENADELING .........................................................................................................28
HR 22 DECEMBER 2009, NJ 2010/273 – VAN DOOREN III/ABN AMRO ................................................28
WETENSCHAP FAILLISSEMENTSAANVRAAG .......................................................................................28
HR 16 JUNI 2000, NJ 2000/578 – VAN DOOREN Q.Q./ABN AMRO I ......................................................28
SAMENSPANNING – ART. 47 FW ............................................................................................................29
HR 24 MAART 1995, NJ 1995/628 – GISPEN/IFN ...................................................................................29
ACTIEF EN PASSIEF WANPRESTEREN, WEDERKERIGE OVEREENKOMSTEN, ART. 26
FW EN ART. 37 FW ............................................................................................................................30
WERKING VAN ART. 26 FW ...................................................................................................................30
HR 3 NOVEMBER 2006, NJ 2007/155 – VAN DEN BOS Q.Q./MULDERS EN WELLEMAN (NEBULA) .......30
ACTIEVE EN PASSIEVE WANPRESTATIE ...............................................................................................31
HR 11 JULI 2014, NJ 2014/407 – BERZONA............................................................................................31
EERST VERHALEN OP VRIJE ACTIEF ....................................................................................................51
HR 26 JUNI 1998, NJ 1998/745 – AERTS Q.Q./ABN AMRO ..................................................................51
3
, Ontstaansmoment vorderingen: bestaand of toekomstig?
HR 20 januari 1987, NJ 1987/530 – WUH/Emmerig q.q.
Compendium p. 40.
Huurvorderingen moeten worden aangemerkt als toekomstige vorderingen voor zover zij
nog niet zijn opgekomen. Dat betekent dat huurvorderingen die met toepassing van art. 3:97
BW bij voorbaat zijn gecedeerd of verpand (onbezwaard) in het faillissement van de
verhuurder/cedent/pandgever vallen indien zij pas na de faillietverklaring opkomen.
HR 25 maart 1988, NJ 1989/200 - Staalbankiers/Ambags q.q.
Compendium p. 41.
Mikkers had een bedrag geleend van Staal Bankiers om toe te kunnen treden tot de
maatschap. Tot zekerheid van de nakoming van de terugbetalingsverplichting cedeerde
Mikkers al zijn bestaande en toekomstige vorderingen op de maatschap aan Staal Bankiers.
Mikkers ging failliet waarop de maatschap ontbonden werd. De overgebleven maten
besloten de maatschap zonder Mikkers voort te zetten, waardoor deze recht had op
uitkering van de waarde van zijn aandeel. De vraag was of deze vordering rechtsgeldig was
gecedeerd aan Staal Bankiers.
Doorslaggevend daarvoor was het antwoord op de vraag of de vordering reeds bestond ten
tijde van het aangaan van het maatschapscontract, of dat moest worden aangenomen dat
die vordering pas na voortzetting van de maatschap door de overige maten (en daarmee na
de faillietverklaring van Mikkers) was ontstaan. In dat laatste geval zouden art. 23 en art. 35
lid 2 Fw immers aan een geldige cessie in de weg staan.
De HR oordeelde het laatste. Het ontstaan van de vordering was ‘afhankelijk van een drietal
voorwaarden’ (vereisten), te weten de faillietverklaring van Mikkers, verkiezen door de
overige vennoten de maatschap voort te zetten en de uitoefening door de overige vennoten
van hun recht het maatschapsaandeel van Mikkers over te nemen. Een vordering als het
onderhavige die afhankelijk is van wilsverklaringen van de debiteur, ontstaat eerst door
aflegging van deze wilsverklaringen. Van een voorwaardelijke vordering is dan geen
sprake. De wilsverklaringen zijn pas na faillietverklaring afgelegd. Dat brengt mede dat de
vordering ten tijde van de faillietverklaring nog niet bestond.
HR 6 april 2012, NJ 2016/196 – ASR/Achmea
Compendium p. 42.
Over het ontstaansmoment van de regresvordering van een hoofdelijk schuldenaar die een
groter deel van de schuld voldoet dan hem aangaat.
Met betrekking tot de vraag op welk moment een regresvordering uit hoofde van art. 6:10
BW ontstaat, wordt het volgende overwogen:
De regresvordering ontstaat pas indien de hoofdelijk verbonden schuldenaar de schuld
voldoet voor meer dan het gedeelte dat hem aangaat. Daarom moet, anders dan wel is
afgeleid uit een aantal eerdere uitspraken van de Hoge Raad, tot uitgangspunt dienen dat de
regresvordering van een hoofdelijk verbonden schuldenaar pas ontstaat op het moment dat
hij de schuld aan de schuldeiser voldoet voor meer dan het gedeelte dat hem aangaat.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Elze1994. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.