Dit document is een samenvatting van het van Psychopathologie en Psychiatrie gegeven door Prof. Pascal Sienaert. Het document bevat een duidelijke structuur met daarin de ppt's + lesnotities + volledige verwerking van de cursustekst.
1.1.1 TIJDLIJN
19e eeuw:
- Mensen met een psychiatrsiche stoornis werden opgesloten in “mad houses”
De diagnose deed er niet toe
- Psychiater Philippe Pinel:
o Bracht verandering en behandelde hen op een humane manier
o Diffrerentierde in de pathologie die werd vertoond
o Aanzet in het diagnosticeren van ziektebeelden
1883:
- Psychiater Emil Kraepelin:
o Groepeerde ziektebeelden op basis van gemeenschappelijke patronen van
symptomen/clusters van symptomen, die hij beschouwt als afzonderlijke
entiteiten/ziektebeelden, met elk een eigen oorzaak
o Systematische classificatie
Eind 19e – begin 20e eeuw:
- Toenemende interesse in diagnostiek onder invloed van de psychotherapie
Betekende dat mensen met een psychiatrische problematiek ook in private praktijken werden
behandeld
Toenemende interesse in diagnostiek
1952:
- DSM-I = diagnostic and statistical manual of mental disorders:
o Gebaseerd op etiologische theorieën (zeer rudimentair)
▪ “Impairment of brain tissue function” = de hersenen werken niet goed
▪ Psychogeen (psycho – analyse) = gebaseerd op de psychoanalytische lobby die de
DSM hebben beïnvloed
o Niet gebaseerd op empirische data
Jaren 50:
- Opkomst psychofarmaca
Nood aan verband tussen diagnose en behandeling
1965:
- Project US – UK diagnostic project: kijken naar de manier waarop, in de VS en UK, diagnosen werden
gesteld → in de VS werd dubbel zo vaak de diagnose schizofrenie gesteld dan in de UK → hield verband
met diagnostische praktijken van de psychiaters (gewoonten) → gevolg: nood aan internationale
afspraken voor diagnostiek waarbij er eenduidige diagnostische criteria werden gebruikt
1980:
- DSM III:
o A-theoretisch
▪ Geen etiologische theorie: enkel beschrijving van symptomen
▪ Geen psycho – analytisch denken
o Observeerbaar
o Descriptief
o Categoriaal
▪ Concept van onderscheiden ziekte – entiteiten
Psychopathologie en psychiatrie
1
,1.1.2 VOORDELEN DSM
Biedt taal en maakt communicatie mogelijk
Psychiatrisch esprerantó = universeel
Onderzoek en administratieve registratie, terugbetaling
1.1.3 CLASSIFICATIE
Idealiter gebaseerd op etiopathogenese en prognose
In psychiatrie kunnen we deze niet met zekerheid vaststellen
Veroordeeld tot beschrijvende syndroomdiagnoses
1.1.4 KRITIEK OP MEDISCH MODEL EN DSM
Anti – psychiatrie
- Thomas Szasz (60 – s)
Sociale psychologie
- Rosenhan
- Diagnose is inhumaan
Geen onderscheid tussen mensen die “gelabeld” worden als psychiatrisch ziek en anderen
- Experiment 1973
o Auditieve hallucinaties
Vraag naar opname
▪ Vanaf opname “normaal”, “geen stemmen meer gehad”
▪ Behandeling als voorwaarde voor ontslag (na gemiddeld 19 dagen)
o “Stuur pseudopatiënten en we zullen ze detecteren”
▪ 193 nieuwe patiënten, 41 “ontmaskerd” maar er was geen enkele gestuurd
DSM is niet a – theoretisch
- Delespaul et al 2016
Multivariate statistiek:
- Categoriaal vs. dimensionaal
o Geen kritiek op ziekte – concept
o Geen scherpe grenzen tussen
▪ Ziek en gezond (veel criteria zijn fenomenen die ook in normaliteit thuishoren)
Vb: angst, depressie
▪ Diagnosen (symptomen overlap tussen “categoriale diagnosen)
Vb: impulsiviteit - ADHD, manie, borderline, PST, impulscontrolestoornis
Te veel co – morbiditeit
o Vat complexe klinische realiteit (van een individu) niet
Vaak “not otherwise speficied” (NOS)/”ongespecificeerd”
o Meeste aandoeningen situeren zich op “spectrum”
Vb: unipolaire depressie – bipolaire stoornis
▪ Gemeenschappelijke
• Symptomen
• Genetische factoren
• Omgevings – en risicofactoren
• Neutraal substraat
Lage betrouwbaarheid diagnosen
- Betrouwbaarheid (reliability)
o Twee clinici komen los van elkaar in een gegeven casus tot eenzelfde diagnose
(interbeoordelaars – betrouwbaarheid)
o Herbeoordeling leidt opnieuw tot dezelfde diagnose (test – hertest – betrouwbaarheid)
Psychopathologie en psychiatrie
2
, - Validiteit (validity)
o Valide diagnose zorgt ervoor dat de clinicus de ene diagnose van de andere kan
onderscheiden
- Field trials
o Kijken in hoeverre de interbeoordelaars betrouwbaarheid goed of slecht scoort → uitgedrukt in
kappa
Vb: depressie (lage kappa), dementie (hoge kappa)
Consensus is geen wetenschap
- Shorter
- Gebaseerd op consensus (gemaakte afspraken)
1.1.5 WAT IS EEN DEPRESSIE?
DSM – 5 criteria:
- Minstens 5 symptomen
- Binnen dezelfde periode van 2 weken
- Waarbij er sprake moet zijn van ten minste 1 kernsymptoom
o Depressieve stemming
o Verlies van interesse of plezier
+ Bijkomend 3 of 4 (naargelang vorige) van volgende symptomen
o Veranderende eetlust/gewicht
o Insomnia/hypersomnia
o Psychomotorische agitatie/stemming
o Moeheid of energieverlies
o Gevoel van waardeloosheid of schuldgevoelens
o Verminderde concentratie of besluiteloosheid
o Terugkerende gedachten aan dood of suïcide
DSM – depressie
- Tegengestelde symptomen
o Eetlust/gewicht/slaap/psychomotoriek
- 2 patiënten kunnen diagnose depressie hebben zonder 1 symptoom te delen (als insomnia/hypersomnia
als aparte symptomen worden gezien)
- Gebaseerd op de 9 DSM – symptomen kunnen 227 unieke profielen voorkomen
1.2 VANUIT DE KLINISCHE PRAKTIJK
Hoe gaan we met diagnosen om? Hoe zien we een psychiatrische stoornis? Wat is onze visie daarop in de
dagdagelijkse praktijk?
1.2.1 KWETSBAARHEID-STRESSMODEL
= een model dat zegt dat het ontwikkelen van een stoornis het resultaat is van een complexe interactie van
kwetsbaarheidsfactoren (genetische aanleg, bepaalde vatbaarheid) en van stressfactoren
Polygene overerving
= niet gebonden aan 1 gen maar aan een groep van genen die de kwetsbaarheid bepalen
Psychopathologie en psychiatrie
3
, Op chromosomen liggen genen die genetische kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van een bepaalde stoornis
vergroten → combinatie is bepalend
Kwetsbaarheid is een vaststaand gegeven → genetische constitutie → drempel stress
Kwetsbaarheid gaat van laag naar hoog en is onveranderbaar maar de impact die stress heeft is veranderbaar
2 DIAGNOSTIEK (EN DSM)
Madness (insanity)
- Term impliceert geen oorzaak
- Beschrijft gedrag(sverandering)
o Persoonlijkheidsverandering
o Niet meer zichzelf zij
o “Bezeten”
o Demonologie = een madness/insanity werd verklaard door een bezetenheid
“Madness” wordt “illness” = verschuiving naar medisch model waarbij er ziektebeelden worden beschreven
- Thomas Syndenham
o UK, 1624 – 1689
o Vader moderne medische nosologie, classificatie – leer
o Concept afzonderlijke ziekten met eigen
▪ Symptomen
▪ Verloop
▪ Prognose
o Chorea van Syndenham = een zeldzame neurologische aandoening die het gevolg is van een
bacteriële keelinfectie bij kinderen die aanleiding geeft tot het ontwikkelen van reuma en
neurologische motorische stoornissen
Toont aan dat Sydenham een ziekte – entiteit beschreef waarbij een bepaald patroon van
symptomen samen voorkwamen die een bepaald verloop en een bepaalde prognose
kenden
Ontstaan ziektebegrip
2.1 MEDISCH MODEL
Ziekte – begrip beïnvloed door 2 ontdekkingen
1) Correlatie klinisch syndroom met post – mortem (= na de dood) afwijkingen
Link tussen afwijkingen in de hersenen en symptomen in het lichaam
Psychopathologie en psychiatrie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JanneVerheyen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.44. You're not tied to anything after your purchase.