Transport systeem
Het hartvaatstelsel bij de mens dient als transportweg van stoffen naar en van cellen. Zo
worden voedingsstoffen vanuit de darmen via bloedvaten naar lichaamscellen
getransporteerd, zuurstof vanuit de longen (alveoli/longblaasjes) naar de
lichaamscellen, terwijl afvalstoffen (CO2, ureum, etc.) vanuit de lichaamscellen via het
bloed naar de uitscheidingsorganen worden gebracht (longen, nieren). Het
hartvaatstelsel is zo opgebouwd dat het goed kan functioneren (vorm die past bij
functie).
Vanuit het hart ontstaan bloedvaten die het bloed van het hart af vervoeren: slagaders
(arteriën) en dan slagadertjes (arteriolen); hierna vindt uitwisseling van stoffen tussen
bloed en lichaamscellen plaats in de haarvaten (capillairen), en dan kom je bloedvaten
tegen die het bloed terug brengen naar het hart adertjes (venulen) en aders (venen).
Slagaders
De eerste slagaders zijn vooral elastisch en zetten zo uit wanneer er een flinke
hoeveelheid bloed doorheen wordt gepompt vanuit het hart. De elasticiteit van deze
vaten voorkomt een gevaarlijk grote toename in de druk die het bloed op de wand
uitoefent (de bloeddruk).
De slagadertjes hebben een wand met spierweefsel (glad spierweefsel à staat niet
onder invloed van de wil)) dat kan samentrekken (dan vernauwt het slagadertje en neemt
de bloeddruk toe) of ontspannen (dan wordt de diameter van het slagadertje groter en
neemt de bloeddruk af). Sommige slagadertjes hebben zelfs sfincters (kringspiertjes) die
het slagadertje helemaal kunnen afsluiten (om bloed om te leiden).
https://app.studysmartwithchris.com/studyScreen/printSummary/ Pagina 1 van 24
,Summary Print 12-05-2021 10:43
De haarvaten
De haarvaten hebben een maar één cellaag dikke wand. Dit maakt de uitwisseling van
stoffen tussen het bloed en het weefsel om de haarvaten heen makkelijker. De haarvaten
zitten dan ook in weefsels (van organen) om de cellen waaruit die weefsels (en organen)
bestaan van stoffen te voorzien die nodig zijn of om afvalstoffen van die cellen af te
voeren. Voor de uitwisseling van stoffen zijn twee (tegengestelde) krachten belangrijk:
de colloïd osmotische druken de bloeddruk. De bloeddruk is de kracht van het
bloed op de bloedwand en zou het water met opgeloste stoffen (waaruit het bloed voor
een groot deel bestaat) uit het haarvat kunnen persen. De colloïd osmotische druk wordt
gevormd door een grote hoeveelheid bloedplasma eiwitten (zoals albumine dat door
de lever wordt gemaakt en aan het bloed wordt gegeven) die in het bloed zitten. Deze
hoeveelheid eiwitten zorgt voor een belangrijk deel voor de osmotische waarde van het
bloed.
Osmose
Water (met daarin opgeloste stoffen) verplaatst zich van een plek met een lage
osmotische druk naar een plek met een hoge osmotische druk (en dit is dus een kracht
die water met daarin opgeloste stoffen (waaruit het weefselvocht rondom de cellen
bestaat) het haarvat in zou kunnen drukken. Tussen de haarvaten en het omliggende
weefsel werken deze twee krachten (bloeddruk en colloïd osmotische druk) elkaar dus
tegen. In een haarvat blijft de colloïd osmotische druk nagenoeg gelijk; aan het begin van
een haarvat is de bloeddruk echter hoger dan aan het einde van het haarvat (doordat je
verder van het pompende hart verwijderd raakt). Aan het begin van een haarvat is de
bloeddruk hoger dan de colloïd osmotische druk en verlaat water met daarin opgeloste
stoffen (zuurstof, glucose, aminozuren, etc.) het haarvat en komt bij de cellen; aan het
einde van het haarvat is de bloeddruk lager dan de colloïd osmotische druk en gaat
water met daarin opgeloste stoffen (afvalstoffen, koolstofdioxide, etc.) het haarvat in
vanuit het weefselvocht. Aan het begin van een haarvat verlaat meer vocht het haarvat
dan dat er aan het einde van een haarvat terug komt. Het overtollige vocht blijft echter
niet in het weefsel en wordt via lymfevaten (die in het weefsel liggen) afgevoerd via het
lymfesysteem naar, uiteindelijk, het bloed (lymfevaten eindigen uiteindelijke in de aders
onder het sleutelbeen).
https://app.studysmartwithchris.com/studyScreen/printSummary/ Pagina 2 van 24
, Summary Print 12-05-2021 10:43
Aders en stroomsnelheid
In de haarvaten is de stroomsnelheid van het bloed overigens heel langzaam omdat
de totale diameter van alle haarvaten samen heel groot is. Het langzaam stromen van
het bloed door haarvaten is functioneel: het biedt tijd voor de uitwisseling van stoffen
tussen bloed en weefsel.
Na de haarvaten komt het bloed in de adertjes die zich weer samenvoegen tot grotere
aders. Aders hebben een grote diameter, maar omdat de afstand tot het pompende hart
erg groot is, is de bloeddruk erg afgenomen. Dat is lastig, want vaak moet het bloed
tegen de zwaartekracht in terug naar het hart (vanuit het onderste deel van je lichaam in
ieder geval). Zonder grote bloeddruk een lastige klus. Het bloed komt vanuit de aders
toch terug bij het hart omdat (1) aders tussen skeletspieren liggen (wanneer deze
spieren samentrekken en ontspannen wordt het bloed verder door de aders gedrukt) in
combinatie met (2) kleppen in de aders, waardoor bloed wel in de richting van het hart
kan gaan, maar niet terug kan stromen.
Transport van stoffen in het bloed
Ø Zuurstof: deel lost op in het bloed; groot deel bindt aan hemoglobine eiwitten in
rode bloedcellen (vormt zo oxyhemoglobine);
Ø Koolstofdioxide: deel lost op in het bloed; ander deel kan via het bicarbonaat
buffersysteem worden getransporteerd (CO2 + H2O <-> H2CO3 <-> H+ + HCO3-;
eigenlijk is dit een buffersysteem om de zuurtegraad van het bloed binnen de
fysiologische grenzen te houden); weer een ander deel kan binden aan hemoglobine
eiwitten in rode bloedcellen (vormt zo carboxyhemoglobine); let op: Bohr effect =
o.i.v. zuur milieu neemt affiniteit (bindingskracht) tussen zuurstof en hemoglobine af en
neemt affiniteit tussen koolstofdioxide en hemoglobine toe, m.a.w. er ontstaat meer
carboxyhemoglobine en minder oxyhemoglobine);
Waaruit bestaat bloed?
Bloed: bestaat uit cellulaire component (rode bloedcellen, witte
bloedcellen en bloedplaatjes) en water met daarin opgeloste stoffen (het
bloedplasma). Bloedplasma bestaat met name uit water; de opgeloste stoffen hierin zijn
o.a. zouten/mineralen, glucose, aminozuren, plasma-eiwitten (zoals albumine dat zorgt
voor de colloïd osmotische druk en stollingseiwitten die zorgen voor stolling van het
bloed wanneer een bloedvat beschadigd raakt). Plasma eiwitten worden door de lever
gemaakt. De cellen in het bloed worden allemaal gevormd uit (hematopoëtische)
stamcellen in het rode beenmerg (dit zit vooral in platte beenderen zoals die van de
schedel, maar ook ribben, heupbeenderen, borstbeen en wervels).
https://app.studysmartwithchris.com/studyScreen/printSummary/ Pagina 3 van 24
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isavervuurt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.