Samenvatting van ethiek 'het goede leven'. Het gaat hier onder andere over naturalistische ethiek, moraal (normen en waarden), filosofische ethiek (deugdethiek, plato, aristoteles, teleologische ethiek, hedonisme, utilitarisme, deontologie, immanuel kant) en religieuze ethiek (christelijke ethiek, ...
GLF-samenvatting; Ethiek
Inleiding
- Ethiek (Grieks van ethos wat karakter/gewoonte betekent) houdt men bezig met kritische bezinning op
het juiste handelen.
- Ethici proberen de criteria vast te stellen om te beoordelen of om iets als goed of fout kan worden
gezien, ook proberen ze motieven en consequenties van een handeling te evalueren, ze denken op een
filosofische (dus logische) manier na over goed en kwaad en ze bestuderen argumenten die gebruikt
worden om bepaalde keuzes, waarderingen of beslissingen te nemen en vragen daarbij af of het een
deugdelijke en logische manier van denken is.
- Vooral in de geneeskunde en politiek speelt ethiek een belangrijke rol.
- Vragen die centraal staan:
o Waar komt het morele besef bij mensen vandaan?
o Wat is de definitie van het goede?
o Wie bepaalt van goed is?
Moraal en ethiek?
- Bestaat er een moraal (richtlijn) voor goed en kwaad, de boven subjectiviteit uit komt? Zo ja? Waar is
het fundament van het moraal dan? En Waarop is dit moraal gebaseerd?
- NATURALISTISCHE ETHIEK:
o Metafysische ethiek: men dacht vroeger dat God de absolutie fundering was van moraliteit.
God was een absolute en objectieve legitimering.
o Sinds de moderne tijd vond men dit veel minder, want het was niet wetenschappelijk aan te
tonen. Dus gingen moraalfilosofen opzoek naar een nieuw absoluut en objectief argument.
o Naturalistische ethiek: moraal gebaseerd op natuurlijke, evolutionaire processen.
Frans de Waal wilde aantonen dat chimpansees en bonobo’s ook gedragspatronen
hebben die wij moraal vinden. Hun gedragspatronen horen namelijk bij de genetische
erfenis van de soort. Als ze zich soepel aanpassen in het sociale leven binnen de groep,
zijn ze succesvol met het doorgeven van genen. De altruïstische
karaktereigenschappen verspreidden steeds verder. Daarom vond hij dat mensen en
chimpansees via een voorouder met elkaar zijn verbonden.
- REACTIE OP NATURLISTISCHE ETHIEK:
o Men leidde alleen niet andere morele principes af, ze konden zich namelijk nog steeds in de
algemeen aanvaarde morele regels vinden, zelfs als de fundering anders was. In de 19 e eeuw
was de zoektocht naar een fundering voor ethiek aan de gang. Het redeneren ging zo:
Premisse: de mens is geëvolueerd om vrijheid van handelen als moreel te zien.
Besluit: daarom is vrijheid van handelen een waar moreel principe
Premisse: sterken overleven de strijd om het bestaan, zwakken niet
Besluit: daarom is het moreel goed dat sterken overleven en zwakken niet
Premisse: de mens is geëvolueerd om altruïstisch te handelen
Besluit: daarom is het moreel goed om altruïstisch te handelen
o Sommigen premissen kloppen, andere niet. De geldigheid heeft weinig te maken met de
waarheidswaarde. Het heeft vooral te maken met de vorm van de redenering. Er wordt een
logische fout gemaakt, zoals deze:
Premisse 1: Socrates is een mens
Premisse 2: alle mensen zijn sterfelijk
Besluit: Socrates is sterfelijk
o Het is raar om het besluit te verwerpen als je de eerste twee premissen aanneemt. Maar bij
ethiek kan dit niet zo makkelijk:
Premisse: Socrates overleefde niet in de strijd om het bestaan, omdat hij de gifbeker
moest drinken.
Besluit: het is moreel goed dat Socrates de gifbeker moest drinken.
Premisse: de mens is geëvolueerd om niet-groepsleden te wantrouwen.
Besluit: het is goed om mensen die niet bij de eigen groep horen te wantrouwen.
o Meer algemeen:
1
, GLF-samenvatting; Ethiek
Premisse: polygamie voor diegenen die het zich kunnen veroorloven is natuurlijk.
Besluit: polygamie voor diegenen die het zich kunnen veroorloven is moreel goed
o Je maakt van een descriptieve (beschrijvend) uitspraak een prescriptieve (voorschrijvende)
uitspraak. Omdat je iets feitelijks zegt, hoort het besluit ook zo te zijn. Het besluit heeft
eigenlijk ook maar weinig te maken met de premisse.
- ZIJN EN BEHOREN
o David Hume maakte in boek III van A Treatise of Human Nature dat er een ‘kloof’ heerst tussen
‘zijn’ en ‘behoren’. Je kon namelijk nooit uit een uitspraak waar ‘zijn’ of ‘is’ in voorkwam een
uitspraak waar ‘behoren’ in voorkwam maken. Oftewel, je kan uit een beschrijvende uitspraak
geen voorschrijvende uitspraak afleiden.
o George Edward Moore vond dat ‘wat is goed’ de eerste vraag is die een ethicus moet stellen.
Maar ‘goed’ kan je niet definiëren in iets anders, behalve als het iets (boven)natuurlijks is.
‘Goed’ is net zo’n term als ‘geel’: je kan het niet herleiden. Het herleiden van goed tot iets
natuurlijk is naturalistische drogredenering, het herleiden van goed tot iets bovennatuurlijks is
metafysische drogeredenering. Dit heeft een paar gevolgen.
1. Ethiek is niet te gronden in religie. Dat is te zien in Plato’s Eutyphro: Als
vergevingsgezindheid goed is omdat God het wil, is er een basis voor de waarheid van
de morele regel dat we andere moeten vergen. Maar als God wilde dat we elkaar
gingen uitmoorden; is dit dan ook goed? Dit is gesteld aan Amishkinderen; zij zeiden
dat het nog steeds fout is. Dus als we een morele regel waar vinden, is dat niet omdat
God dat wil.
2. Ethiek kan je niet gronden; Er bestaat geen absolute of objectieve fundering van
morele principes. Je kan dan namelijk niet verwijzen naar een eenvoudige natuurlijke
eigenschap van wat goed zou zijn (X); X zit in onze natuur. En je kan ook niet verwijzen
naar een eenvoudige metafysische eigenschap van X; X is een Platonische vorm. Dus
wordt de zoektocht naar een absolute fundering door Moores op een laag pitje gezet.
o Er wordt onderscheid over de vraag waar het moraal vandaan komt, tussen descriptieve ethiek,
over het beschrijven van menselijk moraal, en normatieve ethiek, de waardering van het
moraal. De waardering staat los van waar het vandaan komt. Je kan zeggen dat bepaald gedrag
‘natuurlijk’ is, maar dan heb je nog niks gezegd over de morele waarde ervan.
- MORAAL
o Moraal (latijn: moralis) wordt bepaald door de traditie en de normen en waarden van een
samenleving. Antropologen onderzoeken deze samenlevingen over de hele wereld en
beschrijven zeden (moraal van volkeren) en kijken hoe verschillend of gelijkend ze zijn met
andere volken. Zo kan ‘immoreel’ in een andere samenleving ‘normaal’ gedrag zijn.
o Moraal: geheel van gedragsregels / een regel voor te verrichten handelingen (in een cultuur).
o Heersende moraal: de moraal van de grootste groep binnen een samenleving.
o In Nederland komt het woord ‘zeden’ het dichts bij de betekenis van moraal.
o Normen:
Wet: regels binnen een moraal zijn officieel vastgelegd
Norm: Moralen gelden officieus, oftewel ze gelden als regels voor wat fatsoenlijk of
betamelijk is.
Vb.: De Balkenende-norm, openbare bestuurders mochten in NL niet meer verdienen
dan 130% van ministersalaris. In 2013 veranderde dit van een norm naar een wet.
Normen zijn vaak onbewuste handelingen (maar niet onbelangrijk). Normen reguleren
het maatschappelijk samenleven. (Denk hierbij aan het aanspreken met ‘U’ en ‘jij’)
Cultuurrelativisme: culturen hebben verschillende normen en waarden dus het goede
bestaat in principe niet. Is het goede dan een onderdeel van een cultuur? Volgens een
cultuurrelativist zijn er geen universele normen die altijd en overal geldig zijn. Het zijn
meer plaats- en tijdsgebonden afspraken.
o Waarden:
Moraal bestaat uit normen (verschillende aansluitende gedragsregels). Maar die
normen worden bepaald door waarden. Waarden worden zichtbaar in normen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lisettex03. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.