Psychologie Van De Individuele Verschillen / PID 1 (P0M07B)
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
Maaike274
Reviews received
Content preview
Psychologie van de individuele verschillen (PID)
Inleiding
Iedereen is anders:
• Fysiek/voorkomen
• Psychologisch
Conclusie: de gemiddelde persoon bestaat niet.
Emoties als belangrijk onderdeel van de persoonlijkheid en van het leven → signaalfunctie
Vb. bipolaire stoornis
Emoties = reactie op een belangrijke gebeurtenis.
• Inter-individuele verschillen: verschillend per persoon, bijv. emoties
• Intra-individuele verschillen: verschillende ervaringen op verschillende situaties → emotionele
schommelingen binnen één persoon
PID: beschrijven + verklaren individuele verschillen
DEEL I: doelstelling
Verschillende takken in de psychologie → algemene wetmatigheden = niet het hele plaatje, daarom verschillen als
onderwerp PID
Doel 1: beschrijven verschillen → zich op structuur + samenhang
• Welke vlakken?
• Verbanden verschillen?
• Belangrijkste verschillen?
Doel 2: verklaren verschillen op verschillende niveaus
• Basis van verschillen? Bijv. nature/nurture
◼ Niveau 1: proximale verklaringen → factoren in tijd/ruimte hebben vaak samenhang
o Appraisal: subjectieve inschatting die voorafgaat aan een emotie
◼ Niveau 2: distale verklaringen → factoren die verderaf liggen in de tijd
o Verschil proximaal/distaal = afstand verklaring + het te verklaren gedrag
Verschillende toepassingsgebieden:
• Organisaties/bedrijven
• Scholen
• Klinische psychologie
• Theorie en onderzoek
Het beschrijven van verschillen impliceert vergelijking:
• Interindividueel: tussen mensen
• Intra-individueel: binnen mensen (zie afb. 1)
Gaat in tegen de algemene wetten
➔ Zie afb. 2 als binnen-proefpersoonsonderzoek
• Intergroepsverschillen: tussen groepen
Bijv. obv geslacht/leeftijdsgroepen/culturen
Cultuurverschillen: onderzoek Terraciano = culturele
stereotypen, bijv. NLers zijn gierig, Belgen zijn dom
• Interindividuele verschillen in intra-individuele verschillen:
interindividuele verschillen in profielen
Op welke dimensies kunnen mensen van elkaar verschillen?
Vb. fysiek: spel Wie is het?
Twee deeldomeinen:
1. Cognitief functioneren
• Intelligentie, IQ
• Cognitieve stijlen: manier van verwerken
2. Persoonlijkheid
• Affectief domein
• Sociaal domein
Men maakt een onderscheid in expliciete en impliciete theorieën over individuele verschillen:
expliciete theorieën vs. impliciete theorieën
*wetenschappelijk: aard + oorzaken van *beeld ieder mens: aard + oorzaken gedrag en verschillen
verschillen
*kenbaar door bijv. publicatie *niet rechtstreeks kenbaar
*geformuleerd *onrechtstreeks onderzocht: uitgevonden door leken
*domein PID *domein persoonsperceptie
Conclusie: elk mens is een (minstens impliciete) differentieel psycholoog dwz iedereen heeft een beeld over waar
gedrag vandaan komt.
Beide zijn afhankelijk van elkaar:
Expliciet vaak gecontamineerd door impliciet via:
1. Wetenschapper
o Ook leek, eigen vooroordelen + partijdigheid
o Bewustzijn → erkenning van vooroordelen en opvattingen
2. Proefpersoon
o Demand effects: proefpersoon stelt zich op een bepaalde manier voor, omdat deze denkt dat het
zo hoort
o Zelfrepresentatie
Impliciet gecontamineerd door expliciet:
o Verspreiding onderzoeksresultaten via de media
2
,DEEL I: geschiedenis
◼ Henri & Binet 1895: nieuwe discipline La Psychologie Individuelle → oplossen van 2 problemen:
1. variatie psychische processen individuen
2. variatie psychische processen binnen 1 individu
Cf. inter- en intra-individueel
◼ William Stern 1900 in zijn boek: differentiële psychologie
Drievoudige taakomschrijving:
1. beschrijven: aard + grootte verschillen in psychisch leven tussen individuen en groepen
2. methode: manifestatie van verschillen
3. verklaren: welke factoren bepalen de verschillen?
◼ Robert Yerkes 1913: comparatieve psychologie → object/vergeleken groepen van ondergeschikt belang:
ontwikkeling vergelijkende/correlationele methode
Robert Yerkes kwam met een eigen wet over de beschrijving van de relatie tussen performantie en
arousal. Deze zou niet lineair, maar curve-lineair zijn (zie afbeelding)
De naam differentiële psychologie is volledig geschrapt door verwarring en
door een te groot domein.
Ook de naam comparatieve psychologie is verschoven en heeft nu de focus op
experimentele dierstudies.
Opmerking: individuele psychologie wordt niet meer gebruikt om differentiële
psychologie/PID aan te duiden:
• Te veel connotatie met specifieke psychoanalytische theorie (Adler)
• Verwijst ook naar intra-individuele verschillen binnen één persoon = personologie (single case studies)
2200 v. Christus: oude China
• Driejaarlijkse testafnames van ambtenaren, bijv. voor al dan niet toekennen van promotie
• Tot in de moderne tijd
• Na bezoek diplomaten en missionarissen uit Engeland (19e eeuw): competitieve ambtenarenexamens in
Engeland
Pythagoras (6e eeuw v. Christus):
• Centrale figuur van broederschap dat zich toelegde op theologie, filosofie en wetenschap
• Broederschap had allerlei regels, taboes en geloften van geheimhouding → zeer selectief
• Ontwikkelde toelatingstest obv leer van fysionomie
Fysionomie = uitwendige, observeerbare persoonskenmerken kunnen innerlijke persoonlijkheidseigenschappen
verklaren.
Plato (427 v.Chr. – 347 v.Chr.):
• Beschrijft ideale staat als plaats waar individuen die taken toegewezen krijgen waarvoor ze het best geschikt
zijn
• Stelt dat geen 2 personen exact gelijk zijn geboren → mensen verschillen qua natuurlijke begaafdheden
• Stelt militaire geschiktheidstests op om soldaten van ideale staat te selecteren.
3
, Theophrastus (327 v.Chr. – 287 v.Chr.):
• Collectie van persoonlijkheidsschetsen ‘karakters’/persoonlijkheidstypen
= eerste systematische studie van karakterverschillen
Juan de Dios Huarte y Navarro (1530 – 1589):
• Boek met grote invloed
• Grote individuele verschillen, zowel in intelligentie als
specifieke vaardigheden → oorzaken: lichaamssappen, klimaat, brein, etc.
• Verschillende beroepen vereisen verschillende vaardigheidspatronen
➔ Belang van goede professionele diagnostiek door de staat, zodat men jongeren kan verplichten het
kennisdomein te bestuderen waarvoor ze het meest geschikt zijn:
o Voordeel voor staat
o Voordeel voor individu: geen tijd en moeite verspillen
Francis Galton (1822 – 1911):
• (neef van Darwin)
• Sterk geïnteresseerd in individuele verschillen
• Aanleggen databestanden
• Statistische analyses: berekenen frequentieverdeling verschillende variabelen, aanzet tot correlaties (=
samenhang variabelen)
• Discussies nature-nurture, eugenetica
• Pionier in het ontwerpen van allerlei meetinstrumenten om verschillen te meten:
o Interesse in meten van ‘mentale kracht’
➔ Stelde vast dat uiteenlopende vaardigheden onderling samenhangen.
James McKeen Catell (1860 – 1944):
• Doctoraatstudent van Wundt: eerst enkel interesse in algemene
wetmatigheden → toch doctoraat over individuele verschillen
• Grote rol in Amerikaanse wetenschap
• Interesse in ‘mental tests’ = metingen van individuele
vaardigheidsverschillen
• Voorkeur aan elementaire sensori-motorische taken
Alfred Binet (1857 – 1911):
• Individuele verschillen in hogere processen zijn sterker dan deze in elementaire sensori-motorische taken →
focussen op hogere processen
• Ontwikkelt de Stanford-Binet test → 1e officiële IQ-test (ter detectie van zwakbegaafde studenten)
Rest vorige eeuw:
• WOI en 1e helft 20e eeuw: recrutering voor verschillende functies → detectie van combat stress (PTSS)
• Meting en beschrijving van individuele verschillen belandde in 1960 in een crisis door 2 problemen:
o Meest gebruikte individuele verschildimensies hebben vrij sterke waardenconnotatie (bijv. IQ)
• Aan ordening ligt altijd ordening op goed-slecht continuüm vast
o Kritiek leidde in cognitieve domein tot ‘evaluatief neutraler’ onderzoek naar cognitieve stijlen, bijv.
analytisch vs. holistische stijl
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Maaike274. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.