Welvaart= Het beschikken over goederen en diensten voor de bevrediging van behoeften.
Er bestaat een voortdurende spanning tussen behoeften, die we als oneindig ervaren. En
we bezitten over de middelen die beperkt zijn.
Mensen moeten kiezen tussen de middelen die ze voor hun behoeften zullen gebruiken.
Grondstoffen, machines en arbeid zijn middelen om goederen en diensten mee te
produceren.
Schaars= Slechts in geringe hoeveelheid beschikbaar
Het streven naar maximale welvaart met behulp schaarse middelen noemen we economisch
handelen. Economisch handelen vindt men overal in de samenleving terug.
De economische wetenschap bestudeert het economisch handelen. De economische
wetenschap is in verschillende onderdelen uiteengevallen. Er zijn vakken die het:
- Interne proces bestuderen: zoals financieringen, kosten en opbrengsten
- De relatie met de omgeving of de omgeving zelf bestuderen. Zoals commerciële
economie en algemene economie.
Meestal zijn problemen zowel van interne als van externe aard.
Economisch handelen in een land kan men op verschillende niveaus bestuderen.
- het is mogelijk om het keuzeprobleem van alle bedrijven en gezinnen in een land te
bestuderen
- men kan het economisch handelen van een groep bedrijven, gezinnen die eenzelfde
soort producten maken /kopen of zelfs van een enkel bedrijf of gezin analyseren.
We onderscheiden de volgende onderwerpen uit de algemene economie:
1. meso- en micro- economie
2. macro- economie
3. monetaire economie
4. internationale economische betrekkingen
Meso- en Micro- economie= Bestuderen de kenmerken van markten en bedrijfstakken
waarmee ondernemingen te maken hebben, de vraag naar goederen en het aanbod ervan,
en de veranderingen die plaatsvinden in vraag en aanbod als de prijzen veranderen.
,Macro- economie= Geeft een beschrijving en analyse van allerlei verschijnselen voor een
heel land. Bijv. De totale consumptie, de investeringen van alle bedrijven, de import en
export van de bedrijven en de overheid van dat land.
Monetaire economie= Houdt zich bezig met het verschijnsel geld en de rol van de banken
in de economie. De omvang van de kredietverlening en de hoogte van de rente zijn
variabelen die men vanuit de monetaire economie tracht te verklaren.
Internationale economische betrekkingen= Bestudeert de buitenlandse handel van
landen, internationale kapitaalstromen en monetaire betrekkingen tussen landen.
1.2
Bedrijfsomgeving= alle ontwikkelingen in de omgeving van een onderneming die invloed
hebben op de resultaten van een bedrijf.
De invloed kan betrekking hebben op zijn inkopen, verkopen, marktontwikkeling,
concurrentie, personeelsbeleid etc.
De omgevingsfactoren die invloed op de resultaten uitoefenen, worden meestal op een
bepaalde wijze in kaart gebracht. We kunnen onderscheid maken in directe
omgevingsfactoren en indirecte omgevingsfactoren.
● Directe omgevingsfactoren= marktpartijen, voortdurend contact, aard van
concurrentie.
De directe omgeving bestaat uit de marktpartijen van de onderneming op haar in- en
verkoopmarkten. Het gaat hierbij om verschillende schakels in de bedrijfskolom.
Zoals de toeleveranciers, de distributieschakels en de uiteindelijke afnemers.
Ondernemers staan in voortdurend contact met deze partijen.
● Indirecte factoren= geringe invloed, publieke opinie, sociale omgeving.
In de tweede plaats is de indirecte omgeving van de onderneming te onderkennen.
Deze bestaat uit werknemers- en werkgeversorganisaties, de overheid en culturele
omgevingsfactoren, zoals de publieke opinie en de media. De onderneming heeft
een geringe invloed op de indirecte omgeving, maar omgekeerd kan de indirecte
omgeving veel invloed hebben op de onderneming.
Ondernemingen moeten namelijk rekening houden met de publieke opinie en de
media. De sociale omgeving is nog een voorbeeld van een indirecte factor, dit is bij
een bedrijf ook van belang. Deze wordt voornamelijk door de sociologie bestudeerd.
Als er veel bedrijven in dezelfde bedrijfstak werkzaam zijn en de concurrentie groot is, zal
een individueel bedrijf veel minder ruimte hebben om zelf de prijzen vast te stellen dan
wanneer er weinig concurrenten zijn.
De invloed van technologie is van belang in de concurrentiestrijd. Nieuwe producten volgen
elkaar steeds sneller op. Voor ondernemingen die zelf aan technologische ontwikkeling door
middel van onderzoek en ontwikkeling doen, behoort de technologie tot de directe
bedrijfsomgeving. Ondernemingen die dat niet doen, behoort de technologische ontwikkeling
tot de indirecte omgeving.
In de derde plaats is er de ruime omgeving van de onderneming, ook wel de macro-
omgeving genoemd. deze bestaat uit:
, - De conjuncturele ontwikkeling
- De ontwikkeling van wisselkoersen
- Prijzen van belangrijke grondstoffen
- Demografische ontwikkelingen
Deze factoren zijn vrijwel geheel onbeheersbaar.
De aspecten van de bedrijfsomgeving die in het vak algemene economie aan de orde
worden gesteld, oefenen een grote invloed uit op de resultaten van ondernemingen.
Dit kunnen we met een figuur duidelijk maken:
Met dit figuur krijg je een indruk over de veelzijdigheid van de invloed van algemeen-
economische variabelen op ondernemingen.
Managers mogen bedrijfseconomische problemen niet oplossen alsof er zich vrijwel geen
veranderingen in de omgeving voltrekken. Toch gebeurt dit soms. Wanneer dit gebeurt
beschouwen de managers de omgevingsvariabelen als onveranderlijke gegevens.
Juist het voeren van een beleid om minder gevoelig te zijn voor schommelingen in de
conjunctuur, valuta, grondstofkosten, lonen en rente is voor veel bedrijven van essentieel
belang.
Omzet in bepaalde periode= afzet x prijs
De omzet geeft een waarde weer en de afzet geeft een volume of hoeveelheid weer.
Nominale stijging= de waardestijging van een variabele. (reële verandering + prijsstijging)
Reële stijging= de volumestijging van een variabele.
Productie= aantal werknemers x productie per werknemer/ arbeidsproductiviteit
, Verband tussen belangrijke variabelen:
Betreft de productie:
● Bbp= Av x ap
(Av: de vraag naar arbeidskrachten, aantal werknemers of totale werkgelegenheid
ap: arbeidsproductiviteit)
Betreft het loon:
De totale loonsom is voor zowel een individuele onderneming als voor de economie van een
heel land belangrijk. De loonsom kan toenemen door een toename van het loon per
werknemer of door de toename van de vraag naar arbeid.
Looninkomen= Het product van het aantal werknemers en de loonsom per werknemer.
Verband tussen loonsom, loonsom per werknemer en het aantal werknemers:
● L= Lwn x Av
(L: totale loon, Lwn: de loonsom per werknemer, Av: de hoeveelheid werknemers)
Betreft de loonkosten per eenheid product:
In elk product dat met behulp van de productiefactor arbeid is geproduceerd, zit een bedrag
aan loon.
Dit bedrag kan toenemen door een stijging van de loon, maar wanneer de
arbeidsproductiviteit stijgt zal het loon per eenheid product dalen.
● LKp.e.p= Lwn/ap
(LKp.e.p: loonkosten per eenheid product, Lwn: loon per werknemer, ap:
arbeidsproductiviteit)
Hoofdstuk 2: Markten
2.1
Producenten bieden goederen en diensten aan bij partijen die er vraag naar uitoefenen.
Aanbieders en vragers communiceren met elkaar over de hoeveelheid, kwaliteit, de
leveringsvoorwaarden en de prijs van een bepaald product. De communicatie kan direct
plaatsvinden (in de winkels) maar ook afstandelijk (effectenmarkten).
De belangrijkste functie van markten is de prijsvorming.
Bij de beschrijving van bepaalde markten stuiten we op twee problemen:
- De geografische grenzen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jeskalouter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.72. You're not tied to anything after your purchase.