4.2
Kenmerkende aspecten: het voeren van twee wereldoorlogen.
Duitsland wou nieuwe regering door vluchten Wilhelm I.
Social democratische en liberale partijen wilde dat Duitsland een democratie werd (volk
heeft wat ze zeggen), en andere partijen niet waardoor er in 1918 opstanden kwamen.
De communisten (Spartakisten) wilde de macht in Berlijn maar dit werd tegengegaan met
geweld.
De dolkstootlegende ontstond omdat de boze nationalisten en oud militairen niet wisten
dat Duitsland zelf een wapenstilstand had geregeld. Dus werd verzonnen dat de
communistische en democratische partijen de wapenstilstand hadden geregeld om te macht
te krijgen, maar dit was niet zo.
Duitsland werd vanaf 1919-1993 een parlementaire democratie (volk kiest bestuur),
Duitsland werd ook wel Weimarrepubliek genoemd.
De onrust werd erger toen Duitsland het verdrag van Versailles moest tekenen waardoor:
- Duitsland gebieden af moest staan aan de winnaars
- dat Duitsland al haar koloniën moest afstaan
- dat Duitsland herstelbetalingen moest doen
- Het Duitse leger niet groter mocht zijn dan 100.000 soldaten
- dat Duitsland als enige schuldig was aan de oorlog.
Door de slechte economie kon Duitsland geen herstelbetalingen meer doen dus plunderden
de Fransen in 1923 de fabrieken in het Ruhrgebied. De arbeiders kwamen hierdoor in
opstand en Duitsland wou ze meer geld geven door meer geld af te drukken, waardoor er
inflatie ontstond (het geld werd minder waard)
De nieuwe minister van buitenlandse zaken Gustav Stresemann kwam met maatregelen
(Dawesplan)
- de Franse moesten weg uit het Ruhrgebied
- Het overbodige geld werd vernietigd
- De Amerikanen leende geld aan Duitsland
Von Hindenburg werd de president van de Duitse Republiek. De nieuwe grenzen van
Duitsland werden vastgelegd met het verdrag van Locarno in 1925.
De generaal van Duitsland Ludendorff sloot zich aan bij een nieuwe politieke partij waar
hitler de leider van was. Hilter pleegde in november 1923 een staatsgreep waar hij voor naar
de gevangenis ging. Daar schreef hij het boek Mein Kampf met zijn ideeën voor Duitsland.
, 4.3
Kenmerkende aspecten: de crisis van het wereldkapitalisme, het in praktijk brengen van de
totalitaire ideologie van het nationaalsocialisme, de rol van moderne propaganda- en
communicatiemiddelen en vormen van massa-organisatie
Ontstaan crisis Amerika:
1. fabrieken leende veel geld van de bank
2. Er kwam een overschot aan producten
3. Normale werknemers leenden geld om die producten te kunnen kopen
4. Het overschot kon niet meer verkocht worden
5. De fabrieken moesten nog zoveel terug betalen, dus ontsloegen ze werknemers
6. De werknemers konden ook de bank niet meer terug betalen
7. Bedrijven verkochten hun aandelen
Doordat dit allemaal tegelijk gebeurde, kon de beurskrach (24 oktober, 1929) plaats
vinden.
Nu moest Duitsland herstelbetalingen doen en Amerika terugbetalen.
Toen hitler weer vrij was richte hij de NSDAP op, wat een autoritaire (sterke) partij werd.
Hij had 3 ideeën:
1. Weg met het verdrag van Versailles
2. Weg met de Weimarrepubliek (hitler geloofde dolkstootlegende)
3. Weg met de werkloosheid
Hitler had veel aanhangers door:
1. Zijn toespraken en idealen
2. Hij verspreidde propaganda (Joseph Goebbels deed dit voor hem)
3. De nazi’s gebruikte geweld om het volk te intimideren
Hitler werd op 30 januari 1933 rijkskanselier (leider van de Duitse regering).
Hitler gaf zijn tegenstanders de schuld van de Rijksdag brand (brand in het gebouw van de
Rijksdag in februari 1933) om meer macht te krijgen.
Door de machtigingswet in 1933 (wet waarbij hitler wetten/beslissingen kon maken zonder
toestemming van het parlement) verbood Hitler alle partijen en alleen de NSDAP bleef over.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 1lisannejansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.46. You're not tied to anything after your purchase.