100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Tentamenbundel SJD | Helen ten Cate | Leerjaar 1 $4.33   Add to cart

Summary

Samenvatting Tentamenbundel SJD | Helen ten Cate | Leerjaar 1

1 review
 52 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Alle begrippen uit de tentamenbundel. De begrippen zijn per hoofdstuk verdeeld en beschreven.

Preview 2 out of 6  pages

  • May 13, 2021
  • 6
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: jonibastiaans • 3 year ago

avatar-seller
Begrippenlijst Tentamenbundel SJD

Deel 1: De Nederlandse samenleving

1.1 Het beroep SJD
Sociale kwestie: het feit dat er een groot onderscheid tussen rijk en arm was ontstaan en dat dat een
maatschappelijk vraagstuk is.
Belangenbehartiger: komt op voor de direct belang van de client, los van de vraag of er andere
belangen zijn.
Wetsuitvoerder: probeert de client zo goed mogelijk te helpen binnen de kaders die door de
organisatie of de overheid worden opgelegd.
Wetsuitvoerder in een gedwongen kader: de dienstverlening is aan de client opgelegd, als de client
zich niet aan de afspraken houdt, dan kan er een sanctie volgen.
Toetser: controleert of het werk van de uitvoerder goed is uitgevoerd.
Handhaver: degene die de client een straf of maatregel oplegt als de client onterecht gebruik maakt
van een voorziening of een wet overtreedt.
Bemiddelaar: bemiddelt als neutrale derde tussen twee partijen.
Outreachend werker: SJD’er schat in dat het verlenen van een dienst wel noodzakelijk is, hoewel de
client nog in staat is om een eigen hulpvraag te formuleren.
Discretionaire ruimte: is de ruimte die professionals hebben om, binnen de wettelijke kaders, hun
eigen inzicht te volgen en zelfstandig te beslissen over het toepassen van bevoegdheden.

1.2 Samenleving: algemene begrippen
Samenleving: verwijst naar een groepering van mensen die samen leven.
Maatschappij: als de samenleving ook samen werken, handelen en instituten vormen dan word hier
over gesproken.
Cultuurkenmerken: is een samenleving met verschillende kenmerken binnen de cultuur.
Socialisatieproces: het geheel aan waarden, normen, attitudes en algemeen aanvaard gedrag
(binnen een cultuur) dat iedereen als lid van de samenleving doorgeeft als middel van een
leerproces.
Primaire socialisatie: leert iemand hoe het werkt in de wereld om zich heen.
Secundaire socialisatie: dan leer je war er wel en niet hoort binnen een formele groepering (
werk/beroep).
Waarden: zijn fundamentele ideeën over wat belangrijk is. (respect, eerlijkheid, trouw, moed en
rechtvaardigheid).
Normen: concrete gedragsregels die volgens een groepering bij een van de vastgestelde waarden
hoort.
Attitude: is een houding ten opzichte van iets of iemand.
Algemeen aanvaard gedrag: is het gedrag wat vastgesteld is in routine, gewoonten, tradities en
rituelen.
Cultuur relativistische visie: gaat ervan uit dat elke groepering zijn eigen normen, waarden en
gebruiken heeft en mag hebben.
Universalisme: gaat ervan uit dat er sommige waarden en normen voor iedereen gelden.
Pluralisme: gaat ervan uit dat mensen onderdeel zijn van verschillende groeperingen en
waardensystemen.

Socioloog Geert Hofstede. De zes cultuurdimensies:
Grote of kleine machtsafstand: dit gaat over de mate waarin in een cultuur ongelijkheid of hiërarchie
geaccepteerd wordt.
Individualisme of collectivisme: hierbij gaat het om het belang van de eigen verantwoordelijkheid en
de zelfontplooiing van de mens (individualisme) of het belang van de groepering en de wens er bij te
willen horen (collectivisme).

, Masculien of feminien: in masculiene culturen is prestatiedrang belangrijk en kennen mannen en
vrouwen een duidelijk eigen rol. Bij feminiene culturen staat samenwerken centraal en is er geen
rolverwachting enkel op basis van sekse.
Hoge of lage onzekerheidsvermijding: dit gaat over in hoeverre mensen hun toekomstig ongeluk
proberen te bezweren of te verhelpen.
Lange of korte termijn oriëntatie: culturen verschillen in hun oriëntatie op de toekomst, in hoeverre
wordt er rekening gehouden met later (lange termijn) of juist niet (korte termijn).
Hedonisme of soberheid: in hoeverre je mag genieten en plezier mag maken zonder dat er iets
tegenover staat (hedonisme) of juist moeten voldoen aan strenge normen (soberheid).

Edward T. Hall. Dimensies van Hall:
Hoge of lage context: in hoeverre je bij communicatie veel informatie geeft en nodig hebt om iets te
begrijpen (hoge context), of dat er juist direct en meteen gecommuniceerd wordt (lage context).
Monochroon of polychroon: in hoeverre tijd beleefd wordt als iets wat gepland kan worden en op
kan gaan (monochroon) of juist als onbegrensd, vrij te besteden aan verschillende doelen
(polychroon).
Relatie tot fysieke ruimte: in hoeverre het gebruikelijk is om dicht bij anderen te gaan staan en
elkaar aan te raken.

Verzuiling: mensen die vooral omgaan met mensen uit hun eigen levensbeschouwelijke groepering.
Superdiversiteit: om aan te geven dat samenlevingen niet meer uit een of enkele culturen bestaan,
maar juist uit veel verschillende op elkaar inspelende culturen.
Structuurkenmerken: een samenleving verwijzen naar de verschillende posities die mensen of
groeperingen in een maatschappij hebben en hoe deze posities zich tot elkaar verhouden.
Groepering: een verzameling mensen die samen iets heeft.
Groepen: kennen de leden van de groep elkaar en hebben vaak verschillende overeenkomstige
belangen (school, gezinnen of collega’s).
Collectiviteit: hoeven de leden elkaar niet te kennen, maar hebben ze wel een duidelijk gezamenlijk
belang of doel (leden van een vakbond, religieuze gemeenschap of milieuvereniging).
Sociale categorie: hebben mensen enkel eenzelfde kenmerk (hebben van rood haar, vrouw-zijn of
dezelfde nationaliteit).
Positie: een plek of plaats die iemand of een groeperingen inneemt in een maatschappij.
Sociale structuur: het geheel aan posities van individuen en groeperingen die met elkaar in
verhouding staan.
Interdependentie: mensen als individu of als onderdeel van een groepering zijn altijd afhankelijk van
elkaar, en die afhankelijkheid noem je zo.
Bindingen: manieren waarop mensen van elkaar afhankelijk zijn.
Economische bindingen: mensen zijn afhankelijk door verdeling van schaarse goederen.
Politieke bindingen: mensen verschillen in de mogelijkheid om fysieke dwang te gebruiken.
Affectieve bindingen: mensen hebben elkaar nodig voor genegenheid, liefde en steun.
Cognitieve bindingen: mensen leren van elkaar en kunnen daardoor verder ontwikkelen.
Rollen: bij elke positie horen verwachtingen die anderen hebben van de persoon die de positie heeft.
Intern conflict: wanneer iemand verschillende verwachtingen ervaart binnen dezelfde positie.
Extern conflict: ontstaat wanneer de verwachtingen bijhorende bij verschillende posities met elkaar
in conflict kunnen komen.
Macht: is het vermogen van personen of groeperingen om samenleving vorm te geven en het gedrag
van anderen te beïnvloeden.
Machtsbronnen: manieren om macht uit te kunnen oefenen.
Machtsongelijkheid: niet iedereen heeft evenveel macht.
Sociale ongelijkheid: wanneer in een samenleving verschil in macht is tussen sociale posities van
groeperingen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tSJD14. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.33  1x  sold
  • (1)
  Add to cart