Meso-economie en bedrijfsomgeving
- Micro-economie
Binnen het bedrijf
- Meso-economie
Jouw in relatie tot je omgeving.
- Macro-economie
Hierbij spreek je van land tot land.
Onderdelen van het economisch proces
De interne en externe omgeving
- Cultuurveranderingen zitten in de mens.
- Technologie is bijvoorbeeld dat iedereen alles op internet besteld, winkels moeten dus
internetsystemen krijgen.
- Politiek we gaan met z’n alle stemmen voor de Tweede kamer, hier komt bijv. een christelijke
partij uit: op zondag gaan we met z’n alle weer dicht. Bakker heeft daar last van en kan daar
geen invloed op uitoefenen.
- Ecologisch, de bakker moet schoon zijn, energiearme machines, hij moet daarin mee.
,Bedrijfstak
In een bedrijfstak produceert iedereen op ongeveer op dezelfde manier.
Vraag
Vraag is de behoefte van consumenten = nadenken over wat mijn klanten willen. Hoe kom ik daar
achter. Meerwaarde creëren.
Aanbod
Dit is in dezelfde bedrijfstak, dus dezelfde soort kosten, de kosten zo laag mogelijk houden anders
failliet!
Marktstructuur en marktvormen
Je kan kijken hoe groot je bent t.o.v. je concurrenten. Je kan niet veel met je prijs stoeien. Je kan niet
met grote concurrentie concurreren.
Overheidsinvloeden
Overheid heeft bepaalde invloeden tegenwoordig moet alles bijv. groen zijn. Je moet weten dat dat
bestaat.
Er zijn instanties of er geen misbruik wordt gemaakt van bepaalde bedrijven in de markt.
Dynamiek van de bedrijfstakken veranderingen in soorten producten met de tijd bijv.
videobanden.
Economie College 1 Bedrijfstak
Essentiële begrippen
1. Markt en bedrijfstak
2. Classificatie van bedrijven
3. Bedrijfskolom
4. Concurrentie-intensiteit
H1.1 Markt en bedrijfstak
Transacties verlopen via markten: het geheel van betrekkingen tussen vragers en aanbieders van
producten.
• Markt vraag;
De vraag naar goederen en diensten kan alleen worden voldaan als er aanbod is van
die producten.
• Markt aanbod;
Communicatie;
- Anders weten mensen niet dat je bepaalde producten maakt.
- Vragers en aanbieders doen dit over hoeveelheid, kwaliteit, prijs etc.
- Indirect of direct
Prijzen;
- Je moet aangeven wat een product kost. De prijzen kunnen variëren op een
markt. Bijv. op een markt op zondag verkoopt die alles goedkoop om er vanaf te
komen. Ze spelen met vraag en aanbod en spelen met de prijzen.
• Lokale markt;
- Bijv. paardenmarkt.
• Nationale markt;
, - Je doet iets, maar je hebt geen interesse om het naar Japan te vervoeren. Lokale
en nationale markt is de Nederlandse versie van marktplaats.
Verschillend markten:
• Lokale markt;
Ondernemers concurreren daar, omdat zij afhankelijk zijn van afnemers die naar hen
toe komen.
• Nationale markt;
Richten zich op een bepaalde groep landen.
• Wereldmarkt;
Bijv. ijzererts vervoer, het gaat heel de wereld over.
• Relevante markt;
Als je specifiek iets aan wil geven, autobranche. Een specifiek product.
Markten krijgen steeds meer een internationaler karakter, omdat steeds meer producten
geëxporteerd en geïmporteerd worden. Heel veel televisie formats worden bijvoorbeeld aan het
buitenland verkocht of andersom.
Functie van markten:
• Prijsvorming
Consumenten vergelijken prijzen, zodat zij optimaal kunnen inkopen.
Ondernemers kunnen hiermee bepalen welke producten zij maken.
Bedrijfstak
Ondernemers die dezelfde soorten producten met dezelfde soort productieprocessen
voortbrengen, en elkaar beconcurreren om dezelfde klant.
• Hierdoor concurreren ze om te kunnen voorzien in dezelfde behoeften van hun afnemers.
Diffuus begrip: heel ruim en heel eng (heel nauw/heel gespecificeerd). Windmolens is bijvoorbeeld
heel kleine bedrijfstak.
De overheid is een bedrijfstak enigste verschil is dat ze geen winst maken.
In één bedrijfstak:
• Dezelfde soort producten met dezelfde grondstoffen en productieprocessen.
• Individuele ondernemingen kunnen ook in meerdere takken zitten.
Sommige bedrijven kunnen in meerdere bedrijfstakken zitten. Bijvoorbeeld Shell.
Een bedrijfstak voorziet meestal in heel aanbod op een groep van markten.
Productgroepen
Een markt bestaat uit product(variant) en die dezelfde behoefte kunnen bevredigen.
• Heterogeen:
Zijn goederen die volgens de consument verschillend zijn.
Bijvoorbeeld frisdrank, auto’s, kleding, mobieltjes.
• Homogeen:
Zijn goederen die volgens de consument hetzelfde zijn.
Bijvoorbeeld steenkool, bloemkolen, suiker, graan, sla.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liszand. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.