Opdrachten Staatsrecht Semester 2
Week 14
1 Welk aspect of kenmerk mankeert bij de Kroon, waardoor deze niet kan worden
aangemerkt als rechterlijke instantie?
Naar het oordeel van het Hof kon de Kroon niet als een onafhankelijk en onpartijdig
tribunaal worden beschouwd, nu de uitspraak geschiedde in de vorm van een koninklijk
besluit (een administratieve handeling) genomen door een minister die verantwoording
moet afleggen aan het parlement.
En welk aspect of kenmerk mankeert bij de Afdeling geschillen van bestuur, waardoor deze
niet kan worden aangemerkt als rechterlijke instantie?
De Afdeling kon niet beschouwd worden als een onafhankelijk tribunaal in de zin van artikel
6 lid 1 EVRM, omdat de Afdeling geen bindende uitspraak doet
2 Kleyn: Het arrest Kleyn heeft betrekking op een aanklacht van o.a. Kleyn dat de
Nederlandse Staat hun bezwaren omtrent de Betuweroute en de daarbij horende Tracéwet
en Tracébesluit niet op een onpartijdige wijze heeft behandeld. In deze casus moest de Raad
van State, die destijds een dubbelrol had in de vorm van zowel een adviserende en
rechtsprekende rol, oordelen over de aanklacht. De vraag werd dan ook opgeworpen in
hoeverre de Raad van State onpartijdig was, daar zij zowel oordeelde over de Tracéwet als
het Tracébesluit. In dit arrest werd uiteindelijk gesteld dat er geen sprake lijkt te zijn van
partijdigheid, aangezien dezelfde rechter niet over dezelfde zaak heeft geoordeeld. Ondanks
dat onderwerpen overlappen werden in de wet en het besluit andere vragen gesteld.
Desalniettemin mogen binnen de Raad van State, door de gecombineerde adviserende en
rechtsprekende functie, een rechter niet tweemaal naar eenzelfde zaak kijken.
Hauschildt: Het arrest Hauschildt gaat over een verdachte die was gearresteerd na het
plegen van een economische delict. In het vooronderzoek werd beslist dat de verdachte in
voorlopige hechtenis moest verblijven. Bij de inhoudelijke behandeling van de zaak besliste
dezelfde rechter die ook had beslist op hevel tot voorlopige hechtenis. De vraag was dan ook
of dit in strijd was met de eis van onpartijdigheid van art. 6 EVRM. Uiteindelijk werd hier
geoordeeld dat enkele het feit dat een rechter in een strafzaak ook in de fase van het
vooronderzoek beslissingen heeft genomen, nog geen vrees doet ontstaat met betrekking
tot zijn onpartijdigheid. Dit is anders wanneer de rechter zich daarbij heeft moeten
uitspreken over aspecten van de schuldvraag die weinig verschillen van de aspecten waarop
het te vellen vonnis betrekking heeft.
3 Bij objectieve onpartijdigheid, hetgeen het meest ter sprake komt, zijn factoren die de
conclusie rechtvaardigen dat er getwijfeld kan worden aan de onpartijdigheid van de
rechter. Het gaat hier dan ook om hetgeen in de zaak ter sprake komt en in hoeverre deze
factoren, zoals eerdere betrokkenheid van de rechter bij de zaak, nevenbetrekkingen,
politieke activiteiten van de rechter of familiebanden, de schijn wekken dat een rechter
mogelijk niet geheel onpartijdig is. Dat hoeft nog niet eens te betekenen dat de rechter ook
daadwerkelijk partijdig is, maar om de schijn. Gezien deze schijn zijn de omstandigheden van
,het geval dus van belang en bepalen deze dan ook in hoeverre getwijfeld kan worden aan de
rechter.
4 Volgens het arrest Hauschildt betekent het niet direct, wanneer een rechter eerder bij het
proces betrokken is geweest, dat deze ook meteen partijdig is. Wanneer de rechter zich
eerder in het proces bijv. niet heeft uitgelaten over de schuldvraag of andere belangrijke
facetten, kan de rechter naar alle waarschijnlijkheid blijven zitten en wordt deze niet
partijdig geacht. In casu komt echter de omstandigheid erbij dat John Reid al eerder over de
gegrondheid van heeft geoordeeld en heeft Trudy niet in gelijk gesteld. Deze bijkomende
factor is voldoende redenen om te twijfelen aan de objectieve partijdigheid van de rechter.
In casu kan John Reid dus gewraakt worden.
Week 15
1 De rechterlijke onafhankelijkheid kent drie facetten. Persoonlijk: dit ziet op
rechtspositionele onafhankelijkheid, waarbij gelet moet worden op feiten als: in hoeverre
kan een rechter gemakkelijk ontslagen worden, wat is de lengte van de zittingstermijn, is dit
alles in een wet geregeld en hoe wordt toezicht gehouden op het rechterlijk functioneren.
Zakelijk onafhankelijkheid betreft de beslissingsvrijheid van de rechter en zijn
onafhankelijkheid van de andere machten en het al dan niet bestaan van en hiërarchische
positie t.o.v. andere ambten. Institutionele onafhankelijkheid staat in verband met de
machtenscheiding en ziet met name op onverenigbare functies in combinatie met het zijn
van een rechter.
2 De grondwet is vrij summier over de rechterlijke indeling, welke bestaat uit rechtbanken,
gerechtshoven, de Hoge Raad, het parket bij de hoge raad en de raad voor de rechtspraak.
De rechtbanken zijn bevoegd kennis te nemen over zaken in de eerste aanleg op basis van
hun absolute en relatieve competentie. Voor het hoger beroep zijn er een aantal
gerechtshoven, welke worden bestuurd door een apart bestuur dat zich niet bemoeit met de
rechtspraak. Wel wordt dit bestuur benoemt door de regering op voordacht van de minister
van Justitie voor een termijn van 6 jaar en staat dit bestuur onder de raad van rechtspraak.
Ook kan dit bestuur de gerechtshoven algemene en bijzondere aanwijzingen geven. De Hoge
Raad is de instantie voor cassatie en wordt benoemd door de regering, maar is verder wel
onafhankelijk in de rechtspraak. Wel is er een gescheiden parket van de Hoge Raad dat ziet
op ambtsmisdrijven, nemen van conclusies, cassatie in het belang der wet en het ontslag van
rechters. De raad voor de rechtspraak wordt benoemd voor een periode van 6 jaar door de
regering en is belast met het budget voor de rechtspraak en kan verder aanwijzingen geven
aan de gerechtsbesturen en zelfs besluiten schorsen of vernietigen. De regering heeft in
wezen dus best veel invloed op de rechtspraak, zij het indirect en de scheiding is dus niet zo
absoluut als het op het eerste gezicht lijkt.
Opdracht 1
, Een Turkse man staat terecht voor een krijgsraad bestaande uit twee burgerrechters, twee
militaire rechters en een legerofficier. De vraag was dan ook of deze krijgsraad wel een
onafhankelijk en onpartijdig college was, zoals bedoeld in art. 6 EVRM. Het Hof geeft een
regel die aangeeft of er sprake is van onafhankelijkheid. Hierbij moet gekeken worden naar
de wijze van benoeming, de zittingsduur van leden, de aanwezigheid van waarborgen tegen
druk van buitenaf en de schijn van onafhankelijkheid (de rechter mag bijv. geen te nauwe
banden met het bestuur of de wetgever onderhouden).
Voor de onpartijdigheid moet er onderscheid gemaakt worden tussen subjectieve en
objectieve onpartijdigheid (in week 14 ook al behandeld). Bij de beoordeling van de
krijgsraad lopen onafhankelijkheid en onpartijdigheid nogal door elkaar. Conclusie is dat de
krijgsraad strijdig is met de waarden uitartikel 6 EVRM, omdat de militaire rechters
ondergeschikt zijn aan hun militaire leiders, die optreden als OM/eiser in het proces. Er is
dus schijn van afhankelijkheid. (Daarbij was het schenden van het redelijke termijn ook een
reden was voor het aannemen van art. 6 EVRM maar dat is niet echt van belang voor deze
werkgroep aangezien dat niks met onafhankelijkheid te maken heeft.
Verder zijn er 3 vormen van onafhankelijkheid. Ten eerste persoonlijke onafhankelijkheid,
wat erop ziet dat rechters niet zomaar kunnen worden ontslagen. Ten tweede institutionele
onafhankelijkheid, wat op de scheiding van machten ziet. Zo mag een bijv. een wetgevende
ambt niet in rechtspraak voorzien. Ten derde zakelijke/functionele onafhankelijkheid, wat op
de beslissingsvrijheid van de rechter ziet. Het gaat om de functie, in het doen van uitspraken
moet een rechter onafhankelijk zijn.
Opdracht 2
Het OM maakt samen met de rechters onderdeel uit van de rechterlijke macht. Het OM is de
enige instantie in Nederland die verdachten voor de strafrechter kan brengen en heeft
daarmee dus een vervolgingsmonopolie. Het OM heeft eigen taken die het onafhankelijk
uitvoert, maar is wel een onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid, waarbij de
minister ook beslissingsbevoegdheden heeft. Hoewel het OM onder de verantwoordelijkheid
van de minister van Veiligheid en Justitie valt, vervullen officieren van justitie individueel een
onafhankelijke rol bij hun werkzaamheden in rechtszaken. Er geldt één uitzondering: de
minister kan de officier van justitie een aanwijzing geven om te vervolgen, aldus 127 RO.
Opdracht 3
De rechterlijke onafhankelijkheid kent verschillende aspecten. Het klassieke onderscheid is
dat tussen zakelijke (functionele) en persoonlijke (rechtspositionele) onafhankelijkheid. De
eerste eist dat de rechter in de uitoefening van zijn functie onafhankelijk is, dat wil zeggen
dat hij beslissingsvrijheid heeft tegenover (ambten van) de andere twee staatsmachten. De
tweede ziet op bepaalde (wettelijke) rechtspositionele waarborgen voor het onafhankelijk
kunnen functioneren van de rechter. Hierbij is onder meer te denken aan de regeling van
(her)benoeming, bevordering, overplaatsing, salariëring, schorsing en ontslag van rechters.
De functie rechtspraak kan immers alleen maar onafhankelijk worden uitgeoefend, als de
rechters ook persoonlijk onafhankelijk zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thomas_zz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.