Waarom psychologie
Psychologie gaat over hoe mensen denken, voelen en doen. Gedrag zorgt voor onveiligheid, dus
gedrag van mensen veranderen/bepalen. Als je wil veranderen hoe mensen denken en doen en dan
moet je het begrijpen, dat doe je met psychologie.
Mensen doen heel vaak dingen, omdat andere het doen. Ze doen vaak andere na. Voorbeeld
vliegtuig staan. Mensen doen elkaar na, omdat mensen kuddedieren zijn. Om te overleven, leven
mensen met elkaar in groepen.
Waarom sociale psychologie?
Gaat vooral over processen binnen mensen, hoe iemand denkt en de wereld interpreteert. Tussen
mensen en binnen mensen.
Mensen zijn groepsdieren: om te overleven, leven mensen in groepen samen. Mensen passen zich
daarom aan elkaar aan en vinden het belangrijk om erbij te horen.
Sociale Psychologie is de wetenschappelijke studie van de manier waarop de gedachten, gevoelens
en gedragingen van mensen worden beïnvloed door de werkelijke of voorgestelde aanwezigheid van
anderen.
De meeste mensen zien elkaar als rationeel wezen. Vooral in westerse landen. Maar wij zijn super
sociale dieren dus dat is niet waar. De keuze wordt door iedereen beïnvloedt. Hierdoor beïnvloeden
mensen elkaar.
Vanuit evolutionaire perspectief: vroeger leefde mensen in kleine groepen en trokken ze als nomade
rond, dat kon je niet overleven in je eentje. Hoorde je niet bij een groep of werd je verstoten, was
het een soort doodstraf voor hen. Hierdoor heeft dat brein zich ontwikkeld om zich te focussen op
het sociale aspect. (levensbedreigende situatie als je gepest of verstoten wordt)
Sociale psychologie: wat je denkt, voelt en hoe je je gedraagt. Wordt altijd beïnvloedt door anderen.
Door iedereen, door mensen die er zijn en die ergens anders zijn of er niet zijn. (winkelen als
voorbeeld)
Voorbeelden sociale invloed:
Dodenherdenking op de dam in 2010: het gedrag van andere mensen geeft veel informatie
over de situatie hierdoor krijgen wij een interpretatie. Er was een brand en mensen
reageerde niet. Mensen kijken naar elkaar om idee te krijgen over situatie.
Omstander-effect: als er 1 omstander is dan helpt die. Hoe meer mensen, hoe meer mensen
het idee hebben oh maar iemand anders kan het ook doen. Als er 1 iemand helpt, gaan er
ineens heel veel mensen helpen. Dus het kan ook tegenstellend zijn. Hulpdiensten kunnen
bijvoorbeeld de plek niet meer bereiken.
Omstander-effect
Hoe meer omstanders, hoe kleiner de kans op hulp
, - Mensen voelen zich niet persoonlijk verantwoordelijk om te helpen als er anderen in de
buurt zijn (diffusion of responsibility)
- Mensen doen elkaar automatisch na, dus als anderen niet helpen, helpt niemand
- Mensen nemen aan dat als niemand iets doet, het wel niet zo erg zal zijn
Omstander-effect = als er noodsituatie, hoe meer mensen erbij zijn hoe meer omstanders hoe
minder snel iemand helpt.
Met hoe meer je bent, hoe minder mensen het gevoel, hebben dat ze iets moeten doen, hoe langer
het duurt. Heeft te maken met persoonlijke verantwoordelijkheid en automatisch nadoen. Maar ook
met het gedrag van andere die ons bepaalde informatie geven.
Informatieverwerking = alles is gebaseerd op hoe ons brein alles (informatie) verwerkt. Heeft
voordelen maar ook veel nadelen.
Waarneming en interpretatie:
Het gaat niet om de daadwerkelijke situatie, maar om hoe zo’n situatie waargenomen wordt en
geïnterpreteerd wordt. Ons gedrag wordt bepaald over hoe wij het zien. Hierdoor zijn er veel
verschillende invloeden op de situatie uit de omgeving.
Waarneming is ook heel belangrijk. Iets wat je waarneemt, zie je niet als een foto in je brein. Je kan
veel dingen vergeten. Of herinneringen niet kloppen met hoe het echt is. Waarneming over iets kan
veranderen. Het is niet alleen na het waarnemen dingen kunt vergeten maar tijdens waarnemen zelf
gaat het ook mis. Mensen vullen veel dingen automatisch in.
Bij het omstander-effect gaat het niet zozeer om de daadwerkelijke situatie, het gaat erom hoe deze
wordt waargenomen en geïnterpreteerd
Interpretatie van de situatie
- Mens als kuddedier (niemand doet iets = niks aan de hand)
- Invloed van de omgeving (honden opeten is erg, varkens niet)
Mensen filteren dingen uit hun waarneming, voegen dingen toe of veranderen dingen.
Mensen zijn eigenlijk niet in staat tot objectieve waarneming, dit komt door de manier waarop we
informatie verwerken
Basisprincipes informatieverwerking:
1e mensen betekenis geven aan hun waarneming.
2e mensen gebruiken hun cognitieve capaciteit zo efficiënt mogelijk
3e motieven en belangen kleuren de waarneming
4e mensen reageren vaak automatisch, op basis van onbewuste processen.
Cognitieve capaciteit = hoeveel denkkracht je hebt. Als mensen ermee weg kunnen komen om
weinig na te denken dan veel denken, denken ze liever weinig na.
Belangrijke punten
- Het stuk over spiegelneuronen in H1 is GEEN tentamenstof!
, - Het denken, doen en voelen van mensen wordt sterk beïnvloed door anderen omdat we
groepsdieren zijn
- Het omstander-effect (hoe meer omstanders, hoe kleiner de kans op hulp) laat zien hoe sterk
mensen beïnvloed worden door hun interpretatie van de situatie
Basisprincipes informatieverwerking:
1. Mensen geven betekenis aan hun waarnemingen
2. Mensen gebruiken hun cognitieve capaciteit zo efficiënt mogelijk
3. Motieven en belangen kleuren de waarneming
4. Mensen reageren vaak automatisch, op basis van onbewuste processen
Psychologie blok 1 les 2
Attributie en Impressie
Impressie:
Dit is eerste indrukken van iemand.
Attributie:
Het toeschrijven van een persoon eigenschap aan degene op basis van het gedrag dat iemand
vertoond.
Fundamentele attributiefout:
Houdt in dat wij veel te vaak de link leggen tussen gedrag en persoonseigenschappen en te veel
aandacht geven aan de situatie waar gedrag tot stand komt.
Situationele correctie:
Situatie corrigeren doen we veel te weinig.
Causale attributie:
Dat is oorzaak gevolg relatie. Dat er een verband is. Dat je bepaald gedrag waarneemt en bewust
nadenkt van waar zou dat gedrag vandaan komen.
Actor-waarnemer-verschil:
Dat houdt in dat wij op een andere manier kijken naar het eigen gedrag dan naar het gedrag van
anderen. Als we naar andere kijken leggen we te vaak de link naar eigenschappen. Naar ons eigen
gedrag kijken we vaak naar de situatie.
Attributie:
Het afleiden van eigenschappen uit gedrag, dus je maakt gevolgtrekkingen op basis van gedrag dat je
waarneemt. Dit kan spontaan en automatisch zijn. Deze processen gebeuren gewoon hier denk je
niet bewust over na.
Bijv. wij zijn hier bijeengekomen en het kost veel tijd en cognitieve capaciteit hoe je hier komt en
waar je je spullen neerzet. Dit kost veel energie. Al die informatie hoe het gebouw in elkaar zit dat
wordt in een groep in je hersen opgeslagen. Die automatische processen zorgen dat je niet meer
hoeft na te denken over waar je heen gaat. Dat is hoe het met spontane gevolgtrekking gaat.
Het afleiden van eigenschappen uit gedrag
- Spontane gevolgtrekkingen (automatisch: snel & grof)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liszand. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.